"Student zijn of dierenarts is daadwerkelijk iets anders"

Student Bart Veenstra en dierenarts Ruby den Besten over hun ervaringen met de nieuwe junior- coschappen buiten de faculteit Diergeneeskunde

“Als ik later groot ben, word ik dierenarts”, roept menig kind. Slechts een select groepje bereikt deze droom na jaren hard werken. Toch voldoet de realiteit niet altijd aan de verwachtingen: als dierenarts ben je vaak ook ondernemer, werk je samen met andere bedrijven en is het voeren van moeilijke gesprekken met eigenaren niet altijd makkelijk. Om studenten beter voor te bereiden op het werkveld, is de inhoud van het masterprogramma herzien: voorheen bood de faculteit Diergeneeskunde coschappen bij een eerstelijnspraktijk pas aan het eind van de master aan. Sinds september 2022 duiken nieuwe lichtingen óók aan het begin van de masteropleiding, na de basis-coschappen, het werkveld in. Zo kunnen de toekomstige dierenartsen eerder praktijkervaring opdoen. Hoe kijken studenten en dierenartsen hier tegenaan? Student Diergeneeskunde Bart Veenstra en dierenarts Ruby den Besten delen hun ervaringen.  

Op de facebookpagina van Dierenkliniek Culemborg kondigen ze iedere nieuwe stagiair aan met een foto, in dit geval Bart Veenstra.

“Sommige medestudenten liepen op eigen initiatief al eerder mee bij een eerstelijnspraktijk, maar voor mij was dit de eerste keer”, vertelt Bart Veenstra. Voordat hij in de praktijk ging meedraaien, kreeg hij ondersteuning vanuit de faculteit Diergeneeskunde, zodat hij goed was voorbereid. “Zo kregen we een planning mee. De eerste week keek ik mee in de praktijk en daarna volgde een gemakkelijk consult, zoals een vaccinatieconsult. Later volgde een consult over een ziek dier, dat is moeilijker. Op die manier leerde ik steeds meer en werd ik minder afhankelijk van collega’s.” Ook keerden de studenten wekelijks terug naar de faculteit om hun ervaringen te bespreken.  

Samen puzzelen

“Ik was vooral benieuwd wat voor patiënten er zouden komen”, vertelt Veenstra. “Bij het Universitair Dierenziekenhuis komen veel ingewikkelde casussen langs, bij de dierenkliniek zag ik eenvoudiger problemen: oorontstekingen, braken en diarree.”  Toch kwamen er ook wel eens patiënten met complexe problemen langs, waarbij de diagnose niet zomaar was te stellen. “Zo kan ik mij een hormonaal probleem herinneren bij een patiënt, waarvan symptomen zichtbaar waren aan de buitenkant. Samen met de dierenarts heb ik gepuzzeld over wat het kon zijn en gelukkig bevestigde het bloedonderzoek onze vermoedens. Dat was echt gaaf!”

Het is goed dat studenten zien dat ik - als jonge dierenarts - ook niet alles weet. Dat je dingen mag navragen of opzoeken

Van student naar dierenarts

Ruby den Besten werkt nu drie jaar als dierenarts bij Dierenkliniek Culemborg, samen met twee andere collega’s. Het is vrij kort geleden dat ze in Barts schoenen stond. “Het is goed dat studenten zien dat ik - als jonge dierenarts - ook niet alles weet. Dat je dingen mag navragen of opzoeken”, legt Den Besten uit. Ze kan zich haar eigen master nog goed herinneren. “Ik wilde graag afstuderen, maar vond het ook spannend. Of je student bent of dierenarts is daadwerkelijk iets anders.” Als ze terugkijkt op haar studie, dan had ze graag eerder coschappen willen lopen bij een eerstelijnspraktijk. “Je hoofd zit vol theorie, maar snel handelen bij simpele consulten en contact maken met de klant, heb ik in de eerste maanden in de praktijk geleerd.”

Even omschakelen

Er waren ook dingen die Veenstra verrassend vond in de overgang van studeren naar depraktijk. “Bij het Universitair Dierenziekenhuis ben je minder bezig met tijd, omdat veel verschillende taken worden verdeeld over een groot team van dierenartsen, docenten en studenten. Tijdens de coschappen in Culemborg was dat wel anders, omdat we zo efficiënt mogelijk probeerden te werken in een klein team”, vertelt hij. “Alles moet snel gebeuren, dus ook een euthanasie. Dan dienden Ruby en ik eerst een slaapmiddel toe en gingen we in de tussentijd - terwijl het slaapmiddel inwerkte - naar een andere patiënt”, legt hij uit. “Het ene moment sta je tussen huilende volwassenen en het andere moment tussen springende puppy’s; dat is even omschakelen.” Het sociale aspect vond hij daarnaast verrassend leuk: “Ik had niet gedacht dat ik het kletspraatje met diereigenaren zo plezierig zou vinden.”

Het is belangrijk dat net afgestudeerde dierenartsen een realistisch beeld van de praktijk krijgen

Veel vrijheid bij instroom

Elke vijf weken start bij dierenkliniek Culemborg een nieuwe masterstudent met de junior-coschappen. “We hebben veel vrijheid als het gaat om het laten meelopen van studenten: zo ontvangen we binnenkort een student uit het buitenland en is het mogelijk om de instroom van studenten vanuit de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht te pauzeren. Fijn dat we hierin flexibel zijn.”

Dierenartsen die studenten willen begeleiden, volgen een training bij de universiteit. In twee dagdelen kreeg Den Besten uitleg over de onderwijsfilosofie, het geven van feedback en  toetsen van de studenten. 

Er is genoeg reden om studenten mee te laten draaien. “Het is belangrijk dat net afgestudeerde dierenartsen een realistisch beeld van de praktijk krijgen, om zo vroegtijdige uitstroom te voorkomen; dat alumni met een goed gevoel het werkveld in stappen. Daaraan draag ik graag mijn steentje bij”, vertelt zij. “Bovendien is een extra paar handen mooi meegenomen.” 

Tekst: Juliet Joosten and Jelle Boontje

Vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met coördinator extramuraal onderwijs Annemarie Revet, via a.j.revet@uu.nl.