Spinozawinnaar Corné Pieterse: “Ik leg steeds weer nieuwe puzzels”

Duurzame landbouw door sterke band tussen planten en microben

Jaarlijks gaat ruim een kwart van alle oogsten wereldwijd verloren aan ziekten en plagen. De vraag hoe planten zichzelf daartegen beschermen, leidt Spinozawinnaar Corné Pieterse naar de fundamenten van het plantenleven. Als er nog maar een paar puzzelstukjes bekend zijn, dan zie ik vaak al voor me dat het een hele mooie puzzel kan worden.

Prof. dr. ir. Corné Pieterse

Terwijl de wereldbevolking verder groeit én het klimaat verandert, krijgt de voedselvoorziening flink wat uitdagingen voor de kiezen. Talloze oogsten mislukken door ziekten en plagen, die door de gevolgen van klimaatverandering alleen maar vaker gaan voorkomen. Planten weerbaarder maken tegen ziekten kan helpen om oogsten veilig te stellen. Bijkomend voordeel is dat sterkere planten minder bestrijdingsmiddelen vergen.

De sleutel tot sterkere planten ligt volgens bioloog Corné Pieterse bij goedaardige micro-organismen die planten helpen. De micro-organismen leven op de wortels van planten en versterken vanuit die plek de gehele plant. Voor zijn wetenschappelijke doorbraken die aantoonden hoe planten op deze manier gezond blijven, ontvangt Pieterse dit jaar een Spinozapremie, de grootste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland.

Enorm potentieel

De aanpak van Pieterse kan wereldwijd rekenen op veel lof. Ik ben iemand die een bepaald idee uit de plantenbiologie oppakt, en dat dan helemaal ontrafelt, zegt Pieterse, hoogleraar Plant-microbe interactions aan de Universiteit Utrecht. Dat doe ik net zo lang totdat duidelijk is hoe het in elkaar steekt.

Je geeft bacteriën aan planten, en dan worden de bladeren weerbaarder tegen verschillende ziekten

Die aanpak paste hij al vroeg in zijn loopbaan toe. Enkele jaren voordat Pieterse de Universiteit Utrecht kwam versterken, ontdekten zijn voorgangers in Utrecht dat micro-organismen het afweersysteem van planten opkrikken. Maar niemand wist nog hoe dat precies werkt, zegt Pieterse. Je geeft bacteriën aan planten, en dan worden de bladeren weerbaarder tegen verschillende ziekten. Wereldwijd was de interesse gewekt, want zo kun je op een biologische manier gewassen weerbaarder maken tegen ziekten. Men zag er een enorm potentieel in. Maar zolang de precieze werking onbekend is, weet je niet hoe je daar het beste uit kan halen.

Wij waren wij de eersten die konden laten zien hoe het nu echt werkt. Mijn team heeft daarmee een enorme naam opgebouwd

Pieterse en collega’s stortten zich op die vraag. Daar hebben we jarenlang gefocust aan gewerkt. Uiteindelijk waren wij de eersten die konden laten zien hoe het nu echt werkt, dat was werkelijk een primeur. Mijn groep heeft daar een enorme naam mee opgebouwd in de wetenschappelijke wereld.

Mooie puzzels

De focus en het doorzettingsvermogen tekenen Pieterses werk. Als er nog maar een paar puzzelstukjes bekend zijn, dan zie ik vaak al voor me dat het een hele mooi puzzel kan worden. En die puzzel ga ik dan ook helemaal afmaken. Al gaande zie je weer andere puzzelstukjes die ook weer een mooie puzzel kunnen worden.

Een voorbeeld van zo’n nieuwe puzzel is de ontdekking van Pieterses team dat een plantenhormoon genaamd jasmonzuur een grote rol speelt bij de afweer van planten. In die tijd zagen andere wetenschappers niet in dat dat hormoon zo belangrijk was. Toen zijn we daar opgesprongen, en hebben we weer een nieuwe puzzel gelegd – en dus ook afgemaakt.

Grensverleggende fundamenten

Met zijn aanpak wil Pieterse niets minder dan grensverleggende wetenschap opbouwen. Veel onderzoekers wereldwijd doen, zoals ik het altijd noem, me too-werk. Ze herhalen wat een ander al heeft uitgevonden. Dat vind ik zelf niet interessant. Ik wil graag dingen doen die een ander nog niet heeft gedaan.

Veel onderzoekers herhalen wat een ander al heeft uitgevonden. Ik wil juist graag dingen doen die een ander nog niet heeft gedaan.

Het resultaat daarvan is ook dat veel andere wetenschappers voortborduren op de fundamenten die Pieterse legt. Het werk van zijn team is nu al bijna 35.000 keer geciteerd in wetenschappelijke publicaties. Jaarlijks groeit dat aantal met 3500, wat in de plantenbiologie erg veel is.

Corné Pieterse in een onderzoeksruimte met drie collega's
Prof. dr. ir. Corné Pieterse: “We proberen altijd gezelligheid te hebben in de groep."

Ambitieus en gezellig

Naast een scherpe focus, vastbijten en veel doorzettingsvermogen is volgens Pieterse een andere factor van cruciaal belang: gezelligheid. Ik heb een erg leuke groep, zegt Pieterse. Natuurlijk vind ik het belangrijk dat we goede wetenschap doen, maar minstens zo belangrijk is dat we op een heel prettige manier samenwerken.

We proberen altijd gezelligheid te hebben in de groep. We praten ook over andere dingen dan alleen wetenschap, waardoor we elkaar goed leren kennen. Het zorgt ervoor dat we goed samenwerken, samen creëren en elkaar veel gunnen. Zoals mijn voorgangster Johanna Westerdijk al zei: Werken en feesten vormt schoone geesten.

Illustere voorgangers

Westerdijk is de eerste in een indrukwekkende rij wetenschappers die Pieterse voorgingen. Ze stichtte in 1917 de vakgroep Plantenziektekunde aan de universiteit in Utrecht, en was daarmee de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Ze zette de toon voor het plantenonderzoek in Utrecht, door onder meer de achtergrond van de iepziekte te ontrafelen. De plantenbiologie in Utrecht zit daarmee al sinds jaar en dag op een hoog niveau, aldus Pieterse.

Spinoza-gebouw

Met de kersverse Spinozapremie voor Pieterse telt de Universiteit Utrecht inmiddels twintig Spinozawinnaars. Opvallend genoeg werkte maar liefst een kwart daarvan in hetzelfde gebouw, het Hugo R. Kruyt-gebouw op het Utrecht Science Park. Naast Pieterse gaat om Ben Scheres, Piet Gros, Albert Heck, Anna Akhmanova. Pieterse: Ik ben er enorm trots op dat ik nu een extra Spinozapremie hieraan kan toevoegen, echt een euforisch gevoel.

Bruggen slaan tussen planten en mensen

Wat Pieterse betreft zijn er voor zijn team nog genoeg wetenschappelijke puzzels te leggen. Nieuwe stukjes liggen bijvoorbeeld te wachten op ontdekking pal naast het Kruyt-gebouw. Daar opent binnenkort een splinternieuwe onderzoeksgebouw de deuren, onder de naam Netherlands Plant Eco-phenotyping Centre (NPEC). Het gebouw huisvest straks de allerbeste apparatuur voor plantenonderzoek, en plantenbiologen van over de hele wereld mogen ermee werken.

Pieterse en zijn team zien veel overeenkomsten tussen het microbioom van planten en dat van mensen.

Bovendien is onderzoek naar het microbioom – ofwel alle micro-organismen die op en in een meercellig organisme leven – de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt door sterk verbeterde technieken. Pieterse en zijn team zien bij hun onderzoek daarnaar veel overeenkomsten tussen het microbioom van planten en dat van mensen.

Het leuke daarvan is dat we dus heel gemakkelijk bruggen kunnen slaan tussen planten en mensen, aldus de onderzoeker. Ook op dit vlak zijn we vernieuwende dingen aan het doen, bijvoorbeeld in een Zwaartekrachtprogramma van NWO. Dat levert ook weer een nieuwe puzzel op. De eerste stukjes hebben we gezien, en nu zijn we weer bezig om de hele puzzel te leggen.