Slechte Chemie
Publicatie in Quest over de haalbaarheid van effectieve ‘chemtrails’
Vliegtuigen die chemicaliën verspreiden om ons ziek of onvruchtbaar te maken. Het is een onzinnige complottheorie, maar zou het in theorie wel kunnen? Quest bekijkt de haalbaarheid van effectieve ‘chemtrails’.
De overheid houdt ons voor de gek. Die maakt ons ziek, verandert het klimaat en damt onze vruchtbaarheid in. Geloof je het niet? Kijk dan maar omhoog op een heldere dag: je ziet de chemtrails zelf hangen. De witte strepen die in de lucht blijven zweven, nog uren nadat een vliegtuig gepasseerd is, bestaan uit gevaarlijke chemicaliën. Want condens zou nooit zo lang blijven hangen.
Maak je geen zorgen, de witte strepen achter vliegtuigen bestaan toch echt uit onschuldig condens. Complotdenkers zeggen dat ze allerlei ‘bewijzen’ hebben voor de samenzwering, maar die zijn gemakkelijk door te prikken. Maar stel dat je een machtige partij met kwade bedoelingen bent, is het dan met slimme scheikunde mogelijk om chemtrails te maken die werken? En wat zou je daarmee kunnen bereiken?
Voer voor complotten
De chemtrail-complottheorie ontstond na de verschijning van het rapport met de tamelijk onhandige naam Weather as a Force Multiplier: Owning the Weather in 2025 (‘Het weer als een krachtenvermenigvuldiger: Het weer domineren in 2025’) in 1996. Daarin onderzocht de Amerikaanse Luchtmacht of het weer te beïnvloeden zou zijn.
Het rapport constateerde dat dit in oorlogstijd grote strategische mogelijkheden kon bieden, maar dat zoiets technisch nog niet haalbaar was. De opstellers rekenden wel op enig verzet tegen de plannen, ‘maar het is riskant om de enorme militaire mogelijkheden die dit biedt te negeren’.
Vooralsnog levert het rapport vooral ellende op: het bleek voer voor complotdenkers. Want als de overheid de atmosfeer wil manipuleren, waarom dan niet het klimaat en zelfs burgers? Complotdenkers schrijven dan ook van alles toe aan de chemtrails: van de wereldbevolking inperken en onze intelligentie verminderen tot het kalmeren van burgers en het tegengaan van klimaatverandering. Een kwade internationale samenzwering zou daarachter zitten, want ‘de elite’ is natuurlijk niet te vertrouwen.
Klassiekers werken niet
Over de samenstelling van chemtrails zijn veel complotdenkers het eens. Vliegtuigen zouden vooral metalen zoals aluminium, barium en strontium verspreiden. De zelfstandige Amerikaanse scheikundige J. Marvin Herndon zei in 2015 bijvoorbeeld dat vliegtuigen deze chemicaliën als coal fly ash, vliegas, verspreiden. Dat is een restproduct van steenkoolverbranding dat nog veel meer gevaarlijke stoffen bevat. Vliegas zou klimaatverandering tegen moeten gaan, maar gevaar voor mensen opleveren.
Metingen van verhoogde concentraties vliegas in oppervlaktewater vormen het belangrijkste bewijs voor dit complot. Erg realistisch is dat niet. De meetwaarden in Herndons (inmiddels teruggetrokken) onderzoek bleken totaal niet te kloppen. In 2016 legden aardwetenschappers van de University of California in Irvine (VS) de echte concentraties aluminium en barium voor aan deskundigen. Slechts één van de ruim twintig experts geloofde dat deze mogelijk op chemtrails duidden. De gemeten hoeveelheden waren te laag om verdacht te zijn.
Maar zelfs een hogere dosering zou niet veel uitrichten, vertelt Bert Brunekreef, hoogleraar omgevingsepidemiologie van de Universiteit Utrecht. ‘Die stoffen staan niet bekend als erg gevaarlijk. Je krijgt ze normaal gesproken al binnen via water en voeding, en veel meer dan je zult inademen.’ De huidige concentraties zijn zelfs voor kinderen minstens een factor tienduizend lager dan wat potentieel gevaarlijk is, rekent Brunekreef voor. Exit aluminium en barium.
Biologisch werkt beter
Nee, willen we echt wat uitrichten, dan zijn er veel betere opties, vertelt Brunekreef. ‘Er zijn stoffen die notoir gevaarlijk zijn in relatie tot hun massa.’ Dat klinkt goed, want zo wordt de kleine laadcapaciteit van vliegtuigen optimaal benut. Stoffen als benzeen en dioxines leveren ook in kleine doses gezondheidsrisico’s. Maar benzeen is een gas dat bij verspreiding vanuit de lucht vervliegt. En dioxines zijn lastig te produceren, omdat ze ontstaan als bijproduct van onvolledige verbranding, zegt Brunekreef. ‘Dioxines kun je niet in een potje in de winkel kopen.’
Biologische middelen bieden meer perspectief. De Amerikaanse overheid onderzocht in de jaren vijftig het gevaar van biologische beïnvloeding via de atmosfeer. De Koude Oorlog was toen op een hoogtepunt, en het ministerie van Defensie wilde het risico van Russische aanvallen onderzoeken. Vanuit de stad Saint Louis verspreidden onderzoekers de stof zinkcadmiumsulfide (zonder dat de burgers het wisten, dat werd pas in 1994 toegegeven). Die stof is niet giftig, maar lijkt qua structuur wel wat op de sporen van antrax (miltvuur), een bacterie die al in kleine hoeveelheden dodelijk kan zijn. Tot ver in het land werden restanten aangetroffen, al werd het spul vanaf de grond in de lucht geblazen. Miltvuur lijkt effectief genoeg om wijdverspreid wat uit te richten. In een nogal wreed onderzoek bekeek het Amerikaanse onderzoeksinstituut Batelle in 2003 met hoeveel antraxsporen makaakjes zijn om te leggen. De dodelijke dosis had bijna 62.000 sporen. Dat klinkt veel, maar één gram pure antrax zou in theorie meer dan zestien miljoen van die aapjes kunnen doden. Best effectief.
Het volledige artikel is verschenen in Quest, 1 april 2017