Sectorplan Maatschappij- en Gedragswetenschappen: de trein rijdt
22 Utrechtse universitair docenten doen interdisciplinair onderzoek voor het sectorplan Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Van psychologen tot datawetenschappers en van bestuurskundigen tot planologen: samen leveren ze een bijdrage aan een of meer onderzoeksthema’s.
Ze bleven op het nippertje gespaard bij bezuinigingen: de Sectorplangelden. Gelukkig maar, want alleen al binnen de Universiteit Utrecht worden tientallen universitair docenten uit deze gelden betaald om onderzoek te doen naar een of meer van de thema’s uit een sectorplan. “De faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht heeft de leiding over de activiteiten van de sector-UD’s die de UU heeft aangesteld bij de faculteiten Sociale Wetenschappen, Geowetenschappen, en Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, voor het sectorplan Maatschappij- en Gedragswetenschappen”, vertelt Herbert Hoijtink. Hij coördineert sinds vorig jaar de uitvoering van dat plan.

Onderzoeksthema’s
Interdisciplinair onderzoek doen naar maatschappelijke vraagstukken waar menselijk gedrag een grote rol in heeft, dat is waar het plan om draait. “We werken in Utrecht aan vier onderzoeksthema’s”, vertelt Herbert. “Veerkracht bij jeugd, De menselijke factor in nieuwe technologieën, Maatschappelijke ongelijkheid en diversiteit en De onderwijswetenschappen van de toekomst.” De thema’s hebben alle vier een hoogleraar als ‘thematrekker’. Dat zijn respectievelijk Catrin Finkenauer, Stefan van der Stigchel, Ineke Maas en Jan van Tartwijk.
Wat is een sectorplan?
De Nederlandse universiteiten herbergen samen 52 faculteiten sociale wetenschappen, geesteswetenschappen, rechtsgeleerdheid en economische Wetenschappen. Om hun slagkracht te vergroten en over de grenzen van universiteiten en disciplines heen onderzoek te kunnen doen, werken die faculteiten samen in de Social Sciences and Humanities Raad (SSH Raad). Samen voeren ze het Social Sciences & Humanities-plan uit. Dat plan bestaat uit verschillende sectorplannen; die vormen de basis voor de overheidsfinanciering.
Sociale en gedragswetenschappen
De verschillende faculteiten voor sociale en gedragswetenschappen werken aan het sectorplan Maatschappij en Gedragswetenschappen. Daarnaast zijn er samenwerkingen met andere sectorplannen. Zo werken de UD’s van dit sectorplan samen met die van het sectorplan Welvaart, Participatie en Burgerschap in een Digitale Wereld.
Inventarisatie
Het afgelopen jaar ging Herbert Hoijtink met alle afzonderlijke sectorplan-UD’s in gesprek, vertelt hij. “De meeste zijn recent aangesteld. Ik wilde weten wat voor onderzoek ze deden, hoe ze aankijken tegen het sectorplan en samenwerking met de andere UD’s. Interdisciplinair samenwerken is immers een van de pijlers van het sectorplan.” Overigens komen niet alle taken bij de sector-UD’s terecht, legt hij uit. “Vaak werken ze samen met een senior-onderzoeker en andere UD’s binnen en buiten hun afdeling.”
Bijeenkomsten
Naast alle individuele gesprekken vonden er per onderzoeksthema allerlei landelijke en UU-bijeenkomsten plaats. En afgelopen najaar was er een startbijeenkomst, waar alle sectorplan-UD’s elkaar konden ontmoeten en waar de thematrekkers presentaties gaven. Bij het hele proces ondersteunt Bawan Amin van het Research Support Office de onderlinge communicatie en organisatie.
De wetenschappelijke kennis moet doorsijpelen in beleid.
Impact maken
Naast het vergroten van inzicht in de bovengenoemde thema’s, is het belangrijk om daarmee impact te maken. De wetenschappelijke kennis moet doorsijpelen in beleid. Om die impact mogelijk te maken, is het versterken van open science óók een doel van het sectorplan, net als een betere aansluiting van de opleidingen op de arbeidsmarkt.

"Voor dat vormgeven aan impact hebben de sectorplan-UD’s veel interesse”, merkt Herbert Hoijtink. “Sommigen doen dat ook al. Ze werken samen met en voor maatschappelijke partners en bedrijven, en delen hun kennis via onderwijs voor professionals. De trein is aan het rijden”, concludeert hij. Ondertussen bereidt een team met Christa Boer (UvA, namens de decanen) en Catrin Finkenauer (representant landelijke thema’s), het proces van de midterm review van het landelijke sectorplan voor. “Dat is eind 2025; dan hebben we echt al iets goeds neergezet”, verwacht Herbert.
HTS: infrastructuur en ondersteuning
Dankzij de sectorplangelden kan Housing & Technology Services de functionaliteit van de labvoorzieningen verbeteren en investeren in de infrastructuur. GPU-ondersteund rekenen bijvoorbeeld – GPU staat voor Graphics Processing Unit. Een rekenomgeving met een videokaart dus. Ander voorbeeld: een infrastructuur om onderzoeksdata met behulp van artificial intelligence te analyseren. Ook stelde HTS een datamanager en datasteward aan, om onderzoekers te helpen de verbeterde infrastructuren te gebruiken. Helemaal in lijn met Open Science; denk: verantwoord datamanagement, herbruikbare en verifieerbare data.