Ruimtelijke ongelijkheid neemt toe door kenniseconomie

Waarom Amsterdam blijft groeien en Delfzijl niet

Grote steden als New York, Parijs en Amsterdam begonnen rond 1980 ineens weer te groeien na decennia bevolkingsverlies, terwijl nationale tegenhangers zoals Detroit, Amiens en Delfzijl niet het pad naar groei vonden. Huizenprijzen stijgen in deze geconcentreerde regio’s, wonen in de grote stad wordt voor sommige groepen onbereikbaar. Wat maakt het dat bepaalde regio’s groeien en andere regio’s niet, of soms zelfs krimpen? Onderzoeker Mathieu Steijn onderzocht het, en promoveert op 3 juni op dit onderwerp aan de Universiteit Utrecht.

Portrait of Mathieu Steijn
Mathieu Steijn

Mensen met dezelfde soort kennis hebben er baat bij om ingewikkelde ideeën uit te wisselen met elkaar. Hoe complexer de kennis, des te groter het netwerk. Ideeën uitwisselen gaat fysiek en lokaal het beste om persoonlijke banden te ontwikkelen, zowel voor individuen als grote bedrijven. Steijn: “Er is nooit meer een homo universalis à la Leonardo da Vinci is opgestaan, iemand die expert is op het gebied van veel vakgebieden omdat elk vakgebied tegenwoordig zo ver ontwikkeld is. Een voorbeeld: tegenwoordig is er zoveel expertise op elk aspect van een helikopter dat geen enkel mens al deze kennis kan hebben. Hierdoor worden mensen aangespoord om zich te specialiseren in het (sub)vakgebied omtrent één aspect om vervolgens in een groot netwerk van mensen de kennisonderdelen bijeen te brengen om te innoveren en produceren.”

Patenten laten de verschillen zien

Steijn verzamelde historische data en kon daarmee laten zien dat er een verschuiving was in de locatie van economische activiteit. “Data over banen, industrieën, patenten en academische publicaties laten zien dat complexere activiteiten sterker in grote steden geconcentreerd zijn. Zo zijn bijvoorbeeld wiskundigen, adviesbureaus, patenten over halfgeleidertechnologie, en artikelen in neurobiologie vooral in enkele grote steden als New York te vinden terwijl tegenhangers als productiemedewerkers, nijverheid, en patenten over verwarmingstechnologie over het land zijn verspreid. Amerikaanse historische patentdata toont bovendien aan dat sinds 1830 de concentratie van complexe activiteiten in grote steden steeds meer is toegenomen, met name tijdens de technologische revoluties van de jaren 1870 en 1980.” Aan de hand van de data heeft Steijn een interactieve kaart gemaakt van de Verenigde Staten.

illustratie van economische activiteit op de kaart van de verenigde staten
De ruimtelijke concentratie van complexe activiteiten in grote steden neemt toe.

Beleid speelt een rol

Grotere, innovatievere steden zullen meer blijven groeien omdat ze de kritieke massa aan mensen voor complexe activiteiten huisvesten. De voordelen van de stad blijven bedrijven naar de grote stad drijven. Daardoor zal de ruimtelijke ongelijkheid toenemen, ook in Nederland. Met als gevolg dat de grote steden onbetaalbaar worden voor grote groepen mensen terwijl aan de rand van het land werkgelegenheid en voorzieningen verdwijnen. Toekijken en niets doen is volgens Steijn niet nodig: "Hoewel de overgang naar de kenniseconomie een belangrijke drijver is van ruimtelijke ongelijkheid speelt beleid ook een rol. Sinds de jaren tachtig worden vooral veelbelovende economische sectoren gestimuleerd. Terwijl dit ook ruimtelijke ongelijkheid vergroot. We zouden dit beleid kunnen heroverwegen als we dit willen aanpakken. Minder investeren in tech-bedrijven en kenniswerkers is ook minder bijdragen aan ruimtelijke ongelijkheid.”