Provincie en waterschap: onbekend en onbemind
Voor veel kiezers zijn de provincie en waterschappen vrij onbekend. Zij waarderen deze bestuurlijke organen ook minder dan hun gemeenten. Bovendien verschillen kiezers en hun vertegenwoordigers nogal eens van mening. Onbekend maakt onbemind – dat spreekt vooral uit het eerste uitgebreide kiezersonderzoek in provincie en waterschap ooit, uitgevoerd door de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht. Er is dus werk aan de winkel voor politici en bestuurders in provincie en waterschap.
‘Politici maken zich vooral zorgen over de mensen die zijn afgehaakt van politiek,’ zegt de Utrechtse onderzoeker Hans Vollaard. ‘Ze zijn zelf redelijk tevreden over hoe ze functioneren, maar de kiezers minder. Er is dus meer ondersteuning nodig voor de zichtbaarheid en de democratische kwaliteit van de besluitvorming.’
Eerste kiezersonderzoek ooit in provincie en waterschap
Veel mensen hebben geen idee wat er zich afspeelt in het bestuur van hun provincie en waterschap. En dat geldt niet alleen voor kiezers, maar ook voor media, wetenschap en bestuur. En dat is toch opvallend voor twee democratische organen met zo’n lange voorgeschiedenis. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteunt daarom onderzoek onder inwoners en politieke ambtsdragers in waterschappen en provincies.
Het kiezersonderzoek is uitgevoerd onder regie van stichting Nationaal Kiezersonderzoek (SKON), dat ook verantwoordelijk is voor het nationale en lokale kiezersonderzoek, in samenwerking tussen de Universiteit Twente en de Universiteit Utrecht. Ruim 2600 mensen deden mee aan het onderzoek, waarvoor het non-profit onderzoeksinstituut CenterData de gegevens heeft verzameld. De resultaten zijn gevat in het rapport Meer zicht op het democratisch middenbestuur.
Daarnaast hebben de universiteiten van Twente en Tilburg de politici en bestuurders in provincie en waterschap in beeld gebracht in de Basismonitor politieke ambtsdragers 2020.
Opvallende bevindingen uit het kiezersonderzoek
Enkele opvallende bevindingen uit het kiezersonderzoek in waterschap en provincie:
- Provincies en vooral waterschappen zijn voor veel inwoners onbekend.
Slechts zo’n 1 op de 5 inwoners kent de naam van de Commissaris van de Koning of de naam van het waterschap. Van de inwoners is 80% niet geïnteresseerd in waterschapspolitiek; 68% heeft geen interesse in provinciale politiek. Ook de verbondenheid met provincie en zeker waterschap is relatief laag. Kiezers zijn daarnaast minder tevreden over de manier waarop volksvertegenwoordigers hun rol vervullen in provincies en waterschappen dan in gemeenten. Ook het vertrouwen in provinciale en waterschapsinstellingen is geringer. Echter: meer kennis en grotere verbondenheid dragen enigszins bij aan een positievere waardering. Bekender maakt dus wat meer bemind.
- Gevoelens van politieke achterstelling in de provincies Zeeland, Drenthe en Groningen
Een forse minderheid van de Zeeuwen, Drenten en Groningers vindt dat politici in hun provincie niet geïnteresseerd zijn in hun dorp of stad. In Utrecht, Friesland en de Noord- en Zuid-Holland liggen die aantallen lager. Dat is opvallend, omdat juist in Zeeland, Groningen en Drenthe het gevoel van verbondenheid met de provincie tamelijk hoog ligt, terwijl dat in de Randstedelijke provincies juist laag is.
- Slechts 29% weet dat Provinciale Staten de Eerste Kamer verkiezen
Kiezers geven aan dat provincie- en waterschapsspecifieke motieven belangrijker zijn voor hun opkomst en partijkeuze dan hun mening over het kabinet. Feitelijk kiesgedrag verraadt echter een stevig stempel van nationale politiek op hun partijkeuze. Daarnaast weet van de kiesgerechtigde inwoners slechts 29% dat de Provinciale Staten de Eerste Kamer verkiezen. Deze kiezers gaan veel vaker stemmen dan degenen die dat niet weten.
- Verschil van mening tussen ambtsdragers en kiezers
Politieke ambtsdragers vinden meer milieumaatregelen nodig dan kiezers. Ook beschouwen zij zich als linkser dan kiezers. Ze zijn daarnaast tevredener over de kwaliteit van hun vertegenwoordiging (cijfer van circa 7 op schaal van 0 - 10) dan de kiezers (cijfer van circa 5).
- Kiezers willen meer burgerinvloed; en belangenvertegenwoordiging in waterschappen.
De kiezers willen graag meer invloed op de besluitvorming, bijvoorbeeld via referenda. Ook wil een ruime meerderheid van de kiesgerechtigden dat ook vertegenwoordigers van organisaties van boeren, ondernemers en natuurbeheerders deel uitmaken van het waterschapsbestuur.
- De participatieparadox bestaat ook in provinciaal en waterschapsbestuur.
Van de inwoners heeft 15% gebruik gemaakt van andere vormen van participatie dan verkiezingen (zoals een petitie tekenen of contact opnemen met een ambtenaar). Dat is 7% in waterschappen. Inwoners die stemmen bij verkiezingen, maken ook meer gebruik van deze participatiekanalen. Zo bestaat ook in deze besturen de participatieparadox: waar meer participatiemogelijkheden democratisch gezien een verrijking lijken, blijken inwoners die al betrokken waren, daar ook gebruik van te maken. Dat staat op gespannen voet met het democratische ideaal van gelijkheid.
Meer informatie
Wilt u meer weten over het kiezersonderzoek, neem dan contact op met een van de auteurs: dr. Hans Vollaard (j.p.vollaard@uu.nl), dr. Harmen Binnema (h.a.binnema@uu.nl) van de Universiteit Utrecht of Giedo Jansen van de Universiteit Twente: (giedo.jansen@utwente.nl).