Project Aanwaaiers: verzamel gegevens met je klas en maak kennis met biodiversiteit
Draag bij aan echt onderzoek
Groepen 6, 7 en 8 van basisscholen in de provincie Utrecht kunnen zich nu aanmelden voor het Project Aanwaaiers. De opzet van het project is simpel: leerlingen zetten potjes met aarde buiten, geven ze zes weken lang water en maken dan foto’s van de plantjes die spontaan zijn gaan groeien in de potjes. Zo verzamelen ze gegevens over de plantenbiodiversiteit in hun omgeving. Deze gegevens worden door onze wetenschappers gebruikt om te onderzoeken hoe we de natuur in stedelijke gebieden het beste kunnen inrichten. Daarnaast ontdekken de leerlingen wat biodiversiteit is en waarom het belangrijk is deze te beschermen.
Onderzoeker Monique de Jager: “Ik ben met Project Aanwaaiers begonnen omdat ik antwoorden wil vinden op vragen als: hoe worden planten en dieren beïnvloed door hun omgeving? Wat gebeurt er met ze als er steeds minder plekken zijn om te leven? En kunnen planten hun zaden dan nog wel naar andere plekjes verspreiden?”
Het programma
Het project start op 12 mei. Dan zetten leerlingen potjes met aarde buiten en volgen ze een basisprogramma, dat ongeveer een middag duurt. In dit basisprogramma leren ze over biodiversiteit en waarom het belangrijk is deze te beschermen. Ook krijgen ze alle informatie over het hoe en waarom van de experimenten.
Gedurende zes weken geven de leerlingen de potjes water. Op 23 juni maken ze foto’s van de potjes en sturen die op naar onze onderzoekers. Vervolgens gebruiken onze onderzoekers die foto’s om te tellen hoeveel plantjes er groeien in de potjes.
Naast het basisprogramma zijn er nog verschillende facultatieve modules die gedurende de zes weken in de klas behandeld kunnen worden. Deze modules zijn opgezet volgens het hoofd-hart-handmodel. Elke module heeft een ander thema, maar ze zijn allemaal gemaakt met het idee om de leerlingen letterlijk en figuurlijk dichterbij de natuur te brengen.
Inzichten
De gegevens geven de onderzoekers belangrijke inzichten. De Jager: “Hoeveel zaden komen er nou precies aanwaaien op zo'n schoolplein? En hoe relateert dat dan aan de omgeving? Welke factoren in de omgeving kunnen de verschillen verklaren?”
Ook als er na zes weken helemaal geen plantjes in de potjes verschijnen, is het belangrijk als de deelnemers dat doorgeven. “Die informatie is juist heel belangrijk. Dat zijn de plekken waar we het meeste van leren.”
Als we weten welke factoren ervoor zorgen dat er veel zaden in de lucht zweven, kan dat helpen bij het zo goed mogelijk vergroenen van de stedelijke omgeving.
De natuur beschermen
Alle resultaten zullen na afloop gedeeld worden op de website van het project. Met de inzichten die het project oplevert, hopen De Jager en haar collega’s bij te kunnen dragen aan het beter beschermen van de natuur. De Jager: “We zouden erg blij zijn als er heel veel scholen meedoen. Want als we weten welke factoren ervoor zorgen dat er veel zaden in de lucht zweven, kan dat helpen bij het zo goed mogelijk vergroenen van de stedelijke omgeving.”
Verbinding met de natuur
De Jager hoopt met het project ook te bereiken dat leerlingen meer in aanraking komen met biodiversiteit. De Jager: “Leerlingen ervaren met het project hoe wetenschap werkt, én ze worden gestimuleerd om over de wereld na te denken op een manier die niet alleen maar om mensen draait. Maar het is natuurlijk ook gewoon hartstikke leuk om mee te doen!”