“Orde van Verdienste eert indirect ook een bedreigde soort: ik ben de overlevende dodo”

Hoogleraar Duits Ewout van der Knaap ontvangt hoge Duitse onderscheiding

Prof. dr. Ewout van der Knaap ontvangt Bundesverdienstkreuz van ambassadeur dr. Nikolaus Meyer-Landrut. Foto: Elbert Besaris
Prof. dr. Ewout van der Knaap ontvangt Bundesverdienstkreuz van ambassadeur dr. Nikolaus Meyer-Landrut. Foto: Elbert Besaris

Ewout van der Knaap, hoogleraar Duitstalige literatuur en cultuur aan de Universiteit Utrecht, heeft op 24 september het Bundesverdienstkreuz gekregen uit handen van de Duitse ambassadeur in Nederland, Nikolaus Meyer-Landrut. Dit ‘Kruis van Verdienste aan lint in de Orde van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland’ is een hoge Duitse onderscheiding. Van der Knaap is “tot ver buiten de germanistiek een belangrijke bruggenbouwer geworden tussen Duitsland en Nederland”, aldus de ambassadeur.

Economische en culturele banden met Duitsland

Van der Knaap zet zich in brede kringen in voor zijn vakgebied. Met talrijke publicaties, lezingen en projecten heeft hij Duitse onderwerpen toegankelijk gemaakt voor vakgenoten én voor een breed Nederlands publiek. “Duitsland is om economische en politieke redenen voor Nederland belangrijk,” vertelt Van der Knaap, “tevens zijn er sterke culturele banden met de Duitstalige gebieden. Het is belangrijk dat jongeren daarmee in aanraking komen en daardoor meer van Europa leren begrijpen.”

De samenleving is er nog steeds niet van doordrongen hoezeer talenstudies kansen op de arbeidsmarkt vergroten en dat men niet alleen als docent aan de slag kan.

Talenstudies onder druk

Het Bundesverdienstkreuz is een hoge Duitse onderscheiding die wordt uitgereikt aan mensen die bijzondere prestaties op politiek, maatschappelijk of cultureel gebied hebben geleverd. Van der Knaap ziet het belang van de onderscheiding ook voor zijn vakgebied: “De Orde van Verdienste eert indirect ook een bedreigde soort. Ik ben de overlevende dodo. De survival of the fittest-analogie is dat het aantal studierichtingen alleen maar is toegenomen, waardoor mijn vakgebied als het ware wordt opgevreten en er paradoxaal genoeg diversiteit verloren dreigt te gaan.”

Dat is een zorgelijke ontwikkeling, vindt Van der Knaap. In zijn oratie in 2021 stelde hij dat de “Duitstalige landen en culturen te belangrijk zijn om aan de historici over te laten”. Want, zo zegt hij: “Germanisten hebben de kennis en het kritische bewustzijn om Duitstalige culturen en taalverschijnselen te duiden en analyseren. Germanistiek maakt samenwerking mogelijk tussen wetenschappelijke vakgebieden en over landsgrenzen heen.”

Prof. dr. Ewout van der Knaap spreekt na ontvangst Bundesverdienstkreuz. Foto: Elbert Besaris
Foto: Elbert Besaris

Pleidooi voor het werven van Duitstalige studenten

Van der Knaap bepleit een stap in de internationalisering van het onderwijs die haaks op het huidige regeringsbeleid staat: “Talenstudies moet worden toegestaan om internationaal te werven. Wanneer bijvoorbeeld Duitstalige studenten een universitaire studie Duits in Nederland zouden kunnen volgen, zou dat veel mogelijkheden bieden. Duitstalige studenten leren bovendien heel makkelijk Nederlands en zullen een interculturele en maatschappelijke meerwaarde van hun keuze ervaren. En op termijn is dat voor de arbeidsmarkt gunstig.”

Campagne voor taal- en cultuurstudies

Talenstudies zijn ook een voedingsbodem voor andere vakgebieden, benadrukt Van der Knaap. “Zonder sterke bachelorprogramma’s is die voeding niet mogelijk.” Er liggen volgens hem bovendien kansen voor instroomverhoging, ook al is dat een geduldkwestie.

“De samenleving is er nog steeds niet van doordrongen hoezeer talenstudies kansen op de arbeidsmarkt vergroten en dat men niet alleen als docent aan de slag kan. De overheid dwingt schoolverlaters niet, zoals dat in de DDR was, een studierichting te volgen waar beroepsmatig momenteel tekorten zijn”, vertelt Van der Knaap. “Als dat zo zou zijn zouden meer jongeren wiskunde, Nederlands, Duits en Frans moeten studeren. Als we dat niet willen, dan zijn andere prikkels nodig.”

Duitstalige landen en culturen zijn te belangrijk om aan de historici over te laten.

Behalve voor het ministerie van Onderwijs zou de positie van het Duits ook een halszaak voor de ministeries van Buitenlandse Zaken en Economie moeten zijn, vindt Van der Knaap. “Een langdurige overheidscampagne ‘kies taal en cultuur’ zal uiteindelijk de taal- en cultuuropleidingen steunen, en schooldecanen en ouders kunnen de studiekiezers nu al gerichter helpen.”

Middelbare schoolleraren als ambassadeurs

“Belangrijk is ook dat docenten Duits behalve met kennis, enthousiasme en ook met zelfbewustzijn hun vak geven en leerlingen adviseren”, zegt Van der Knaap. “Nog geen derde van de leerlingen wordt door hun docenten Duits warm gemaakt om een talenstudie te kiezen, zo bleek uit een peiling.”

“En met bijna 19000 vwo-diploma’s met Duits, zou je verwachten dat het potentieel voor een studie Duits heel groot is. Met slechts 1 procent daarvan jaarlijks zouden wij al blij zijn. Uiteindelijk bestrijden we dan ook het immense lerarentekort.”