Op zoek naar effectieve hulp voor depressieve jongeren
Meet... Yvonne Stikkelbroek
Yvonne Stikkelbroek, een betrokken duizendpoot die met één voet in het onderzoek staat en met haar andere in de praktijk. Als assistent professor bij de Universiteit Utrecht en als klinisch psycholoog aan de TOP GGZ afdeling Expertisecentrum Depressie Jeugd in Oost-Brabant. Alle kennis die zij vergaart, draagt ze uit op congressen, lezingen én in het theater. “Ik beloofde mezelf één ding toen ik op mijn 51e nog ging promoveren: als ik al die moeite doe om het onderzoek in te gaan, dan wil ik het ook uitdragen. Naar zowel de jonge cliënten toe, als naar hun ouders.”
Waar doe je voornamelijk onderzoek naar?
In brede zin onderzoek ik hoe effectief bepaalde behandelingen zijn voor depressieve adolescenten. Ik ben bijvoorbeeld aangehaakt bij een onderzoek van Jaël van Bentum, waarbij we kijken hoe EMDR ingezet kan worden bij jongeren die suïcidaal zijn of zijn geweest. Suïcidale gedachten kunnen soms traumatiserend zijn voor jongeren, ze kunnen bang zijn dat ze ernaar gaan handelen. Deze behandeling is voor volwassenen effectief bewezen, wij kijken nu of dit ook voor adolescenten ook zo is.
Hoe betrek je deskundigen uit de praktijk bij je onderzoek?
In de regio waar ik werk, Oost-Brabant zijn we ook bezig met preventie onderzoek. We gaan de scholen in en trainen andere professionals om jongeren te screenen op depressie en suïcidaliteit. Dat is heel systematisch opgezet met geld van gemeenten uit deze regio. We doen dit nu al een aantal jaren. Eerst kwamen we alleen langs bij de tweede klas, maar nu ook in de vierde klas van de middelbare school en op het MBO. Deze methode, de storm-methode werpt zijn vruchten af en de aanpak vindt navolging in andere regio’s.
Hoe sneller je depressie bij jongeren herkent, hoe makkelijker het is om de klachten te verminderen. Als iemand eenmaal een depressie heeft gehad, zit daar een enorme nasleep aan vast. Als een jongere een depressie heeft van 5 maanden, kan er zo een schooljaar verloren gaan. Misschien komt hij of zij in een andere klas terecht, weg van vrienden, waardoor de jongere zich eenzaam gaat voelen. Dat kan weer gevoelens van somberheid veroorzaken. Een depressie kan dus een cascade van problemen in gang zetten.
Een depressie kan een cascade van problemen in gang zetten
Wat kunnen behandelaars nog meer doen?
Behandelaars moeten in de praktijk in de vorm van randomized controlled trials beter bijhouden hoe goed behandelingen aanslaan bij hun cliënten. Er zijn de afgelopen tien jaar maar vier van dit soort trials geweest voor depressie interventies bij jongeren. Voor volwassenen waren dit er meer dan 300. Daar is nog winst te behalen. Ik ben nu zelf bezig met het opzetten van een single case experimental design. Jongeren kunnen in de tijd dat ze behandeld worden via een app bijhouden hoe het met ze gaat. Wij kunnen deze data gebruiken om te zien hoe de behandeling aanslaat ook over een langere periode. Zo kunnen we deze groep adolescenten langer volgen en de uitkomsten gebruiken om behandelingen te verbeteren.
Volgens het Health Behaviour in school-aged Children - onderzoek gaat het steeds slechter met de mentale gezondheid van jongeren. Zie je dit ook terug in de praktijk?
Ja dat herken ik. De jongeren hebben meer en langdurigere klachten en het heeft een groter effect op hun dagelijks functioneren. Ik merk ook dat toenemende druk door school een grote rol speelt.
Wat moeten we als maatschappij doen om het makkelijker te maken voor jongeren?
Het verminderen van stress kan een belangrijke bijdrage leveren. Voor de hand liggend is het verminderen van prestatiedruk. Door bijvoorbeeld meer kansen te creëren voor jongeren die in het voortgezet onderwijs een periode minder goed in hun vel zitten. Laat ze niet direct afvloeien naar een lager niveau met alle gevolgen van dien.
Wat zou je ouders en jeugdprofessionals aanbevelen die te maken hebben met jongeren met mentale problemen?
Als eerste is voorkomen beter dan genezen. Creëer een gezonde omgeving waarin jongeren kunnen experimenteren en ervaren wat hun talenten zijn en eigenwaarde kunnen ontwikkelen. Probeer bronnen van stress te verminderen en zorg voor sociale steun. Creëer perspectief door na te gaan wat er op korte termijn haalbaar is. Hak doelen in kleine mootjes. Zorg ervoor dat jongeren verhalen horen over jongeren die mentale problemen overwonnen hebben. En hoe ze dat gedaan hebben. Denk vooral niet in termen van grote veranderingen. Soms kunnen kleine veranderingen al leiden tot grote positieve gevolgen.
Denk vooral niet in termen van grote veranderingen. Soms kunnen kleine veranderingen al leiden tot grote positieve gevolgen.
In dit artikel kwam suïcide voor. Zie jij het leven niet meer zitten? Praten kan opluchten. Je kan 24/7 anoniem chatten via www.113.nl of bellen met 113 of 0800-0113 (gratis).
Je vindt het belangrijk om je kennis ook door te geven aan een groter publiek. Zo heb je bijgedragen aan de theatershow what de f*ck is geluk. Wat was je eerste indruk van de voorstelling?
Ik was verpletterd toen ik de eerste try out zag. Had het niet voor mogelijk gehouden dat de essentie zo goed verbeeld kon worden. In mijn werk als psycholoog doe ik altijd veel moeite om in taal uit te drukken wat een depressie is en hoe het voelt naar jongeren toe, maar ook naar hun ouders. Maar dat kan met muziek en theater veel beter.
Welk aspect was volgens jou belangrijk om mee te nemen in de voorstelling?
Om de beleving van binnenuit zichtbaar te maken zodat de omgeving en de ouders in het bijzonder beter begrijpen dat het geen onwil of luiheid is. Dat is essentieel om het verergeren van depressieve gevoelens te voorkomen en iemand bij te staan in zijn depressie. Het is ook belangrijk om over te dragen dat kleine gebeurtenissen, gedachten en gevoelens op elkaar ingrijpen.
Welke onderdelen van de voorstelling hebben verband met het onderzoek dat je doet?
In het Depressie Expertise Centrum Jeugd doen we onderzoek in de GGZ naar mogelijkheden om de effectiviteit van behandelingen te verbeteren. Ongeveer 56% van de jongeren ervaren een significante verbetering na een behandeling maar 44% dus niet waarvan 6% zelfs verslechteren tijdens een therapie. In deze voorstelling komt aan de orde dat de hoofdpersoon maar ook de ouders de therapie als belastend en onvoldoende helpend ervaren. Dat het zoeken is naar de juiste aanpak.