Online onderwijs in tijden van corona: Ralph Meulenbroeks

Alle docenten van scholen en HO-instellingen zijn momenteel hard aan het werk om onderwijs op afstand te organiseren. Ralph Meulenbroeks, universitair docent aan de UU, vertelt over zijn ervaringen met online onderwijs.

“In het onderwijs kent de digitale revolutie zijn zegeningen. Dat bleek toen we (gedeeltelijk) in lock down gingen en al het onderwijs in Nederland in één keer op afstand gegeven moest worden. Tien jaar geleden was dat niet mogelijk geweest, nu wel. Het leerde mij in een week tijd meer over de voor- en nadelen van online werken dan het jaar ervoor.

TLL_online_onderwijs_ralph

Ik ben een groot voorstander van blended werken en het is de basis van elke cursus die ik geef of coördineer. Het puur overbrengen van kennis kan uitstekend met YouTube filmpjes (inmiddels bijna 2 miljoen views op mijn natuurkundekanaal). Iedereen maakt er gebruik van en het werkt. In een nauwe zin, want het is alleen zenden. Zeker, je kunt kijkvragen toevoegen, je kunt monitoren of mensen kijken of niet, maar het blijft zenden. In bijeenkomsten heb je de mogelijkheid tot razendsnelle interactie, over en weer vragen stellen, groepen vormen, samenwerken, verwerken, uitwisselen, non-verbale communicatie, etc. Kortom: in de bijeenkomsten ga je vérder met de didactiek. Dat is voor mij blended leren en er zijn vele varianten van te bedenken.

Een voorman van de onderwijsinspectie vertelde me één dezer dagen in een online vergadering dat het de komende tijd vooral zou gaan over het motiveren van de leerlingen en studenten. Uit onderzoek wat ik samen met masterstudent Lieke Marijnen deed blijkt, dat het hoog houden van de (intrinsieke) motivatie bij een blended cursus heel duidelijk stoelt op de fysieke bijeenkomsten, precies om de aspecten die ik hierboven noemde. Wanneer je dus zorgvuldig een blended cursus hebt opgezet, met ongeveer al het "zendwerk" online en de bijeenkomsten zodanig opgezet dat iedereen ook echt aanwezig moet zijn, is het volledig online gaan een grote uitdaging.

Inmiddels zijn er veel manieren om met je leerlingen of studenten video-conferencing op te zetten. Teams, Zoom, Hangout, Skype, Whatsapp, etc. Het kan allemaal werken en bijna iedereen doet het inmiddels. Maar waar liep ik tegenaan?

  1. De inherente traagheid van online werken met groepen: microfoon aan en uit, camera aan en uit zetten (om bandbreedte te sparen voor een soepele werking van de tool), bepalen wie er aan het woord is. Het kost allemaal zoveel tijd als het een onlosmakelijk onderdeel is geworden.
  2. Het aanmaken van steeds wisselende groepen bij werkvormen als DDU (Denken-Delen-Uitwisselen) is tijdrovend. Bij de cursus ‘Talentontwikkeling’ ben ik met mijn collega dan ook gaan werken met vaste groepjes, die snel via Teams of Whatsapp konden gaan overleggen. Steeds in dezelfde groep werken heeft nadelen, maar dit werkte in elk geval snel.
  3. Een stukje college geven aan de hand van een ppt gaat prima. Maar zoals veel van mijn collega's en docenten-in-opleiding zeiden: Hoe weet je nu dat er aan de andere kant ook iets gebeurt? Dat is echt gokken. Je kunt tools als Mentimeter of Socrative inzetten, je kunt de chat in Teams bijhouden, maar het is geen vervanging voor de interactie in een lokaal. Het is te traag en teveel gefilterd. Het blijft vreemd voelen om tegen een computerscherm te praten zonder te zien of er iemand kijkt en luistert.
  4. Eén-op-één interactie, bij het begeleiden van individuele studenten bijvoorbeeld, werkt daarentegen uitstekend in Teams. De één deelt het bureaublad en de ander kijkt mee of je werkt samen in een document. Effectief en een prima alternatief voor een meeting. Maar ook hier mis ik af en toe enorm de mogelijkheid om even samen voor een whiteboard de grote lijnen uit te zetten. Ik voel me soms letterlijk onthand. Improviseren, die ongelooflijk belangrijke vaardigheid voor elke docent, is online zóveel moeilijker.
  5. Tenslotte een groot punt bij het volledig online "leven": van alle studenten, leerlingen en collega's hoor ik hoe moeilijk het is om je dag goed en effectief in te delen als het gaat om thuiswerken. Er zijn zoveel afleidingen en juist het online werken maakt die afleidingen ook toegankelijk: niemand merkt het wanneer ik in een Teams meeting wegloop om een kop thee te zetten. Of zoals mijn neefje het zei: "In de linkerbovenhoek staat mijn docent, de rest van het scherm is voor de game. "

Het zal duidelijk zijn dat ik volledig online onderwijs als een noodgreep zie. Ik geloof stellig in het bijeenbrengen van mensen voor leer- en verwerkmomenten. Ik ben een groot voorstander van het online zetten van zend- en leeswerk om daar in een bijeenkomt handen en voeten aan te geven op manieren die fysieke aanwezigheid vereisen. Om interactieve werkvormen te gebruiken. Maar als het toch anders moet, zou ik de volgende tips willen geven:

  1. Welke tool je ook gebruikt: houd de bandbreedte in de gaten. Iedereen werkt online en de programma's zijn traag. Dus microfoon en camera uit tenzij iemand iets wil inbrengen. Als docent neem je de leiding en je geeft aan wie er op een bepaald moment inbreng geeft.
  2. Werk met vaste groepjes of wissel die hoogstens tussen de colleges of lessen door. Dat scheelt veel tijd.
  3. Werk met kortere "plenaire" contactmomenten en gebruik de vrijgekomen tijd voor één-op-één interactie, zeker wanneer de doelgroep jonger is.
  4. Probeer in teams te werken: wanneer je samen met een collega een klas neemt, kan de één de hoofdinteractie verzorgen terwijl de ander via de chat met de studenten of leerlingen communiceert en algemene issues aan zijn collega doorgeeft. Wanneer je plenaire momenten korter zijn is dergelijk teamwerk misschien mogelijk.
  5. Bereid alles goed voor. Probeer met een collega uit of je plan werkt. Online improviseren is veel, veel moeilijker dan wanneer je fysiek bij elkaar bent.

Dit opgelegde online leven kent vele uitdagingen. Het mooiste perspectief voor mijzelf is, dat het ons wellicht kan leren wat nu de essentie van samen-werken is. Welke aspecten van onderwijs kunnen online, welke kunnen het eigenlijk niet? Dat is een vraag die we misschien na de coronacrisis kunnen beantwoorden.”  

Lees ook Online onderwijs in tijden van corona: Anne van Veen.