Onderzoek naar heteroprofessionalisme op de werkvloer
Hoe beïnvloedt seksuele oriëntatie de scheiding tussen werk en privé? Laura van Stein, bachelorstudent Psychologie, werkte mee aan het project Privacy and Inclusion van de Utrecht Young Academy. In deze blog deelt zij haar ervaringen binnen dit project over privacy en inclusie op de werkvloer.
“When a straight woman says, ‘My husband is out of town, I’m stretched this week,’ it’s just a professional talking about her life,” Ms. Fidas said. “When a lesbian says, ‘My partner’s out of town,’ it’s deemed unprofessional.” (Miller, 2014).

“Het bovenstaande citaat representeert de onderliggende gedachte van het onderzoek van prof. dr. Jojanneke van der Toorn waar ik aan mee heb mogen werken. Het onderzoek is gericht op heteroprofessionalisme op de werkvloer. De term heteroprofessionalisme is in 2013 geïntroduceerd door Robert C. Mizzi en wordt gedefinieerd als a professional value that screens out homosexuality.
In lijn met het bovengenoemde, heeft het onderzoek waaraan ik heb meegewerkt betrekking op de scheiding die mensen aanbrengen tussen werk en privé wat betreft de identiteiten van medewerkers. Wij denken dat deze scheiding sterker is wanneer het gaat om gestigmatiseerde identiteiten, en dat heteroprofessionalisme op de werkvloer het gevolg is van een sterkere scheiding tussen werk en privé voor seksuele minderheden. In de praktijk zou dit betekenen dat wanneer een homoseksuele man tijdens de koffiepauze aan zijn collega vertelt dat hij komend weekend de ouders van zijn partner gaat ontmoeten, dit eerder als privézaak wordt gezien dan wanneer een heteroseksuele man dit zegt.
Concreet voorspelden wij dat de perceptie van seksuele oriëntatie als privézaak negatief gerelateerd is aan hoe het professionalisme van de homoseksuele medewerker gezien wordt en aan de waargenomen gepastheid van het gesprek; onze voorspelling was dat dit niet zou gelden voor de heteroseksuele medewerker. Deze voorspelling kwam uit voor het waargenomen professionalisme maar niet voor de waargenomen gepastheid van het gesprek.
Door deze contributie aan dit onderzoek hoop ik bij te kunnen dragen aan een werkvloer waar iedereen het gevoel heeft erbij te horen en zichzelf te kunnen zijn.
Ik ben ontzettend dankbaar dat ik mee heb mogen werken aan dit bijzondere onderzoek. Het was een zeer leerzame ervaring en ik heb me enorm kunnen ontwikkelen op het gebied van onderzoek doen, mede door de begeleiding van Jojanneke van der Toorn en haar onderzoeksassistent Manon Hölscher. Bovendien ligt het onderwerp me nauw aan het hart en hoop ik nog veel te kunnen werken binnen dit vakgebied.
Naar mijn mening is het essentieel om aandacht te besteden aan diversiteit en inclusie. Er is immers groot maatschappelijk belang bij het bestrijden van sociale ongelijkheid en het verminderen van vooroordelen en stigma’s over LHBTI’ers. Zo ervaren LHBTI-medewerkers in vergelijking met hun heteroseksuele collega’s meer ongewenste seksuele aandacht, geweld en pestgedrag op het werk (Van Beusekom & Kuyper, 2018). Door deze contributie aan dit onderzoek hoop ik bij te kunnen dragen aan een werkvloer waar iedereen het gevoel heeft erbij te horen en zichzelf te kunnen zijn.”
Referenties
Miller, C. C. (2014, 30 oktober). Where are the gay chief executives? The New York Times. https://www.nytimes.com/2014/05/18/upshot/there-are-still-no-openly-gay-major-ceos.html?_r=0
Mizzi, R. C. (2013). “There aren’t any gays here”: Encountering heteroprofessionalism in an international development workplace. Journal of Homosexuality, 60(11), 1602–1624. https://doi.org/10.1080/00918369.2013.824341
Van Beusekom, G., & Kuyper, L. (2018). LHBT-monitor 2018. De leefsituatie van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender personen in Nederland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
