Onderzoek naar de queer geschiedenis van Nederland, die constant evolueert

De regenbooggemeenschap van Nederland heeft vanaf circa 1900 haar eigen geschiedenis geschreven. Nieuwe inzichten en krachtsverhoudingen zorgen er echter voor dat jongere LHBTIQ+-generaties hun geschiedenis bevragen en herevalueren. Universitair docent Public History, Education and Civic Engagement Marijke Huisman gaat deze dynamiek onderzoeken.
Een nieuwe generatie activisten
Al meer dan een eeuw streven activisten ernaar de Nederlandse geschiedenis van LHBTIQ+-personen, organisaties en ontwikkelingen zichtbaar te maken en te verankeren in het collectieve geheugen. “Er wordt al generatieslang gespeurd naar historische rolmodellen en ‘roots’”, vertelt Huisman. “Met een stroom aan historische producten als gevolg, van gespecialiseerde archieven tot publieksboeken en tijdschriften, proefschriften en monumenten.”

De aandacht van deze activisten lag voornamelijk bij de ‘roze geschiedenis’ van witte homoseksuele mannen. “Ondertussen is er een nieuwere generatie opgestaan die die eerdere geschiedschrijving bekritiseert. Ze vinden bijvoorbeeld dat er niet genoeg aandacht is voor queers van kleur en transgender personen.”
Een meer inclusieve geschiedenis
Net als alle andere geschiedenissen is die van de regenbooggemeenschap constant in beweging. “Dit komt door verschillende factoren”, legt Huisman uit. “Welke personen en groepen waren wanneer in het emancipatieproces dominant? Welke geschiedenissen werden daardoor wel of niet belicht? Welke personen of groepen stelden het geschiedverhaal wanneer en waarom ter discussie? En hoe gaven zij die weer een andere invulling?”
Dit zijn ook vragen die Huisman in haar onderzoek wil beantwoorden. Aan de hand van kenmerkende en qua kleur, gender en seksualiteit diverse cases uit de Nederlandse LHBTIQ+-geschiedenisproductie wil ze duidelijk maken dat ‘de’ LHBTIQ-geschiedenis niet bestaat.
“De geschiedschrijving is telkens opnieuw de inzet van de strijd. Daarmee historiseert of ‘queert’ het onderzoek als het ware de eenzijdig witte en tamelijk verkokerde homo-, lesbo- en transgeschiedschrijving tot nu toe. Het doel: een meer inclusieve geschiedenis.”
Publieksboek ‘Queer geschiedenis van Nederland’
Voor haar onderzoek heeft Huisman een beurs van 37.500 euro toegekend gekregen van Stichting Lira Fonds. Het onderzoek zal resulteren in het publieksboek ‘Queer geschiedenis van Nederland’. Daarnaast gaat Huisman haar onderzoek, samen met vakdidacticus Hanneke Tuithof, verwerken in een nascholingsprogramma voor leerkrachten van mens- en maatschappijvakken in het voortgezet onderwijs.
‘Queer geschiedenis van Nederland’ moet in het voorjaar van 2026 verschijnen bij uitgeverij Atlas Contact.