Ondergrondse innovatie: een niet te missen kans
Uit onderzoek onder Research & Development werknemers van Ford Motor Company blijkt dat maar liefst 45% van hen aan eigen onderzoeks- en innovatieprojecten werkt, naast hun formele opdrachten. Die innovaties kunnen het bedrijf wel degelijk ten goede kunnen komen maar blijven vaak verborgen voor het management. Wat motiveert werknemers om dit te doen en waarom komen hun ‘ondergrondse innovaties’ nauwelijks in beeld? Jeroen de Jong en Max Mulhuijzen van de Utrecht University School of Economics (U.S.E.) zien ondergrondse innovatie als een niet te missen kans. Zij onderscheiden verschillende typen innovatoren en doen concrete aanbevelingen hoe management met ieder van die typen aan de slag kan gaan. Er gebeurt veel meer in je bedrijf dan je denkt en je kunt er significante voordelen uithalen,
zegt Mulhuijzen. Maar met een ‘ideeënbus’ ben je er niet. Je moet proactief aan de slag om mensen te prikkelen en te waarderen.
Het startpunt van ons onderzoek was een anekdote van K. Venkatesh Prasad (manager bij Ford Motor Company) over een testprocedure,
zegt Max Mulhuijzen. Een trainee had door het ontwikkelen van een app en het maken van een bluetooth verbinding een testprocedure draadloos gemaakt en van vijf uur teruggebracht tot vijf minuten. Een supervisor zag hem bezig met zijn telefoon en verbaasde zich daarover. Toen bleek dat de student het voor zichzelf had gehouden en slechts had gedacht: ‘ik heb mijn eigen probleem opgelost.’ De manager vond het bizar dat dit soort kennis ontwikkeld werd op een niveau dat nooit de hogere managementniveaus bereikte.
Het algemene beeld is dat ondernemingen innovaties ontwikkelen om hun marktaandeel te vergroten. Werknemers worden geacht gewoon hun opdrachten uit te voeren. Maar uit deze anekdote blijkt maar weer dat werknemers veel pro-actiever zijn. Naar dit fenomeen bleek nog weinig onderzoek gedaan, en zeker niet over de motivatie van werknemers om dit doen.
Ford Motor Company
Ford Motor Company bood Jeroen de Jong en Max Mulhuijzen van de Utrecht University School of Economics (U.S.E.) de gelegenheid om samen met K. Venkatesh Prasad uitgebreide interviews te doen op twee locaties in Duitsland en een enquête uit te zetten op dezelfde locaties en in het Verenigd Koninkrijk. Zij interviewden 39 Research & Development (R&D) werknemers in Duitsland, en bereikten 929 R&D-werknemers via de enquête landen om vergelijking mogelijk te maken. Ze ontdekten dat tussen 2018-2021, maar liefst 45% van de R&D-medewerkers van Ford projecten onderhanden hand waar het management geen formele opdracht voor gegeven had.
Op basis van de interviews over motivatie, het gebruik van materiaal, samenwerking met anderen en het al dan niet bekendmaken en volgen van de impact van hun innovaties binnen de organisatie, kwamen de onderzoekers tot een onderscheid in drie types innovatoren. In workshops met het management, ondersteunend personeel en de ‘ondergrondse’ innovatoren verkenden ze samen de manier waarop deze vormen van innovatie zichtbaar en bruikbaar gemaakt zou kunnen worden in een bedrijf.
Drie types ondergrondse innovatoren
Wie zijn de innovatoren en wat beweegt hen om, in ieder geval een tijd lang, ‘ondergronds’ aan hun projecten te blijven werken? De onderzoekers onderscheiden missiegedreven innovatoren, op gebruik gerichte innovatoren en explorerende innovatoren.
Vrije uren, vrije tijd
De meeste werknemers die missiegedreven en gebruikersinnovaties ontwikkelen die relevant zijn voor het werkveld, doen dat in 'vrije uurtjes' binnen werktijd,
zegt Mulhuijzen. Het is wel een beetje een grijs gebied in hoeverre een supervisor zich daar dan bewust van is. Zij weten dat je een werknemer ook tevreden houdt als die een beetje aan eigen projecten kan werken maar het formele werk gewoon goed doet.
In veel werkomgevingen zijn mensen met zaken bezig waarvan het management weinig afweet, en daar kunnen significante innovaties tussen zitten.
Sommige innovatoren creëren extra tijd, door bijvoorbeeld (wilde) ideeën voor een innovation challenge in te sturen, waardoor ze daar bijvoorbeeld een aantal uur per week aan konden gaan besteden, maar die tijd eigenlijk wilden benutten voor hun eigen project. En ik heb ook weleens iemand gesproken die deed alsof hij ontzettend druk was maar eigenlijk tijd over had waardoor hij die andere dingen kon doen,
aldus Mulhuijzen.
Maar in veel werkomgevingen zijn mensen met zaken bezig waarvan het management weinig afweet, en daar kunnen significante innovaties tussen zitten. Waarschijnlijk het vaakst in het gebruikersinnovatiespectrum. Het lijkt me goed als we dat erkennen en waarderen. Omdat we daardoor misschien ook betere systemen gaan ontwikkelen voor hoe werknemers dat veilig en vertrouwd kunnen rapporteren, bedrijven dat kunnen opschalen, en er meer mensen gebruik van kunnen maken.
Ook niet aan alles wat werknemers doen zit zo’n duidelijke economische waarde,
voegt hij eraan toe, maar als werknemers gelukkig zijn in hun werkomgeving is dat ook heel veel waard. Zij zullen bij het bedrijf blijven en gemotiveerd blijven. Ik denk dat we het allemaal herkennen dat als je lekker in je vel zit, je beter werkt en uiteindelijk dus ook productiever bent.
Moedig ondergrondse innovatie aan
De Jong, Mulhuijzen en Venkatesh Prasad doen op basis van hun onderzoek concrete aanbevelingen, die ondergrondse innovaties kunnen aanmoedigen, beter zichtbaar kunnen maken en werknemers motiveren.
Ondergrondse innovatieprojecten waardevol als ze zichtbaar worden gemaakt, gemiste kansen als dat niet het geval is
Veel bedrijven hebben zoiets als een Idea management system (database, forum, intranet of ideeënbus). Dat had Ford ook al,
vertelt Mulhuijzen. Maar: het werkt vaak niet. Het was een begraafplaats van ideeën. De helft van de werknemers wist niet van het bestaan ervan, de andere helft zag er niets in. Er werd slecht op gereageerd, er gebeurde niets mee. Daarom zijn we gaan kijken wat mogelijk wel zou kunnen werken. Per motivatie voor innovatie werken we dat uit. Hoe kun je zo’n systeem zodanig aanpassen, dat mensen meer geneigd zijn te delen wat ze hebben? Daar zit voor managers de meeste waarde in, denk ik. Het eerste en belangrijkste is: maak zo’n idea management system eenvoudiger en toegankelijker.
Ondergrondse innovatieprojecten van R&D-werknemers zijn zeer waardevol als ze zichtbaar worden gemaakt, concluderen de onderzoekers. Maar het zijn gemiste kansen als dat niet het geval is. Uit het onderzoek blijkt niet dat deze projecten ten koste gaan van de formele opdrachten van de werknemers, sterker nog; ze komen vaak ten goede aan het bedrijf. Alle reden dus om ondergrondse innovatie aan te moedigen.
Missiegedreven projecten die soms lang verborgen blijven, komen vaak nog aan het licht maar de waarde die wordt gecreëerd door gebruikersinnovaties of exploratieve projecten wordt gemakkelijk over het hoofd gezien. Om ook die te benutten zijn wellicht nieuwe processen en middelen nodig - investeringen in oplossingen die tastbare voordelen opleveren. Maar zeker zo belangrijk is investeren in het opnemen van nieuwe externe kennis, het waarderen en daarmee behouden van personeel en het stimuleren van een sterkere cultuur van experiment en persoonlijk initiatief.
Meer informatie
Wilt u meer weten over dit onderzoek? Lees dan de volgende artikelen.
Of neem contact op met Jeroen P. de Jong (j.p.j.dejong@uu.nl) of Max Mulhuijzen (m.mulhuijzen@uu.nl)