NWO Vici-beurzen voor Ingrid Robeyns en Thijs Weststeijn

Onderzoek naar toekomstvisies en naar 17e-eeuwse kunst in mondiaal perspectief

Thijs Weststeijn en Ingrid Robeyn
Thijs Weststeijn en Ingrid Robeyns

Ingrid Robeyns (hoogleraar Ethiek van instituties) en Thijs Weststeijn (hoogleraar Kunstgeschiedenis voor 1800) hebben beiden een Vici-subsidie toegekend gekregen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Met deze financiering van maximaal 1,5 miljoen euro, een van de grootste persoonsgebonden wetenschappelijke premies van Nederland, kunnen de laureaten gedurende vijf jaar een vernieuwende onderzoekslijn ontwikkelen en hun eigen onderzoeksgroep verder uitbouwen. Robeyns gaat onderzoek doen naar toekomstvisies voor een betere samenleving. Weststeijn gaat de wisselwerking onderzoeken tussen de Nederlandse zeventiende-eeuwse kunst en de wereld buiten Europa.

In totaal zijn er 22 vooraanstaande wetenschappers uit de wetenschapsdomeinen Exacte en Natuurwetenschappen (ENW) en Sociale en Geesteswetenschappen (SGW) die in deze ronde een Vici-financiering ontvangen, waarvan zeven wetenschappers van de Universiteit Utrecht. De Vici-financiering maakt samen met de Veni- en Vidi-beurzen deel uit van het NWO-Talentprogramma. Vici is gericht op senior-onderzoekers die hebben aangetoond met succes een eigen vernieuwende onderzoekslijn tot ontwikkeling te kunnen brengen. Ze hebben daarbij jonge onderzoekers begeleid.

Hoe kunnen we toekomstvisies met elkaar vergelijken en ze evalueren?

Ingrid Robeyns: Visies voor de toekomst

Het huidige socio-economisch systeem leidt tot een aantal belangrijke problemen: het is namelijk niet ecologisch duurzaam, focust op economische groei in plaats van welzijn, en houdt een aantal onrechtvaardige structuren zoals ongelijkheid in stand. Al jarenlang uiten burgers en wetenschappers hier kritiek op, zowel lokaal als mondiaal. Allerlei denkers hebben alternatieve visies op de toekomst voorgesteld, zoals de donuteconomie, de gemene-goed-economie, de welzijnseconomie, en de basisinkomensamenleving. Maar hoe kunnen we die toekomstvisies met elkaar vergelijken en ze evalueren?

“Wij gaan een kader ontwikkelen om die visies gestructureerd en integraal met elkaar te kunnen vergelijken,” vertelt Ingrid Robeyns. “Zo kunnen we de sterke en zwakke punten van die visies in kaart brengen. Dat zal burgers en politici beter in staat stellen om zich geïnformeerd een oordeel te vormen over welke toekomstvisie ze willen omarmen.” Bovendien zal Robeyns met haar onderzoeksteam op zoek gaan naar hybride of nieuwe visies.

Hoe droegen de kunsten bij aan het ontstaan van een mondiaal wereldbeeld?

Thijs Weststeijn: De wereldse eeuw

De zogenaamde ‘gouden’ eeuw van de Nederlandse kunst, de zeventiende eeuw, heeft opvallend veel niet-Westerse kenmerken. Zo draagt Vermeers Meisje met de Parel een islamitisch hoofddoekje en liet Rembrandt zich door Indiase schilders inspireren. Bovendien werden Nederlandse kunstwerken wereldwijd verhandeld. Hoe droegen de kunsten bij aan het ontstaan van een mondiaal wereldbeeld? In welke mate bewonderden de Nederlandse meesters bloeiperiodes elders ter wereld, en hoe werd hun eigen werk buiten Europa ontvangen?

Weststeijn: “De Nederlandse Oude Meesters zijn populairder dan ooit te voren, als we kijken op mondiale schaal. Ze worden immers tentoongesteld in Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten. Tegelijkertijd is Nederland zelf verwikkeld in een broodnodige revisie van het koloniale verleden. Hoe moet wat we vroeger de ‘gouden' eeuw noemden, in musea worden getoond? In het project ontwikkelen we een nieuw interpretatiekader voor de Nederlandse kunst in termen van uitwisseling met de rest van de wereld.”

Prof. dr. Ingrid Robeyns
Prof. dr. Ingrid Robeyns. Foto: Roland Pierik

Prof. dr. Ingrid Robeyns doet als hoogleraar Ethiek van instituties aan het Ethiek Instituut onderzoek naar vraagstukken in de hedendaagse politieke filosofie en toegepaste ethiek. Tot eind 2022 werkt zij aan een boek over ‘limitarianism’, de synthese van het ‘Fair Limits project dat onderzoekt of er morele redenen zijn voor bovengrenzen in de verdeling van economische en ecologische hulpbronnen, oftewel: of je ook té rijk kunt zijn. Voor dit project ontving ze een ERC Consolidator Grant van de European Research Council. Daarnaast is ze betrokken bij het Zwaartekrachtproject 'The Ethics of Socially Disruptive Technologies' (ESDiT), waarin onderzoekers van zes Nederlandse universiteiten samenwerken.

Ze publiceerde onder andere Wellbeing, Freedom and Social Justice: The Capability Approach Re-examined (2017) en het Nederlandstalige publieksboek Rijkdom (2019). Ze is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en associate editor van het tijdschrift Journal of Human Development and Capabilities. In 2021 won ze de Emma Goldman Award, een prijs die wordt toegekend aan getalenteerde en geëngageerde wetenschappers op het gebied van feministische en ongelijkheidskwesties in Europa. De onderwijsvakbond AOb onderscheidde haar op Valentijnsdag 2021 met de AcademieKus voor haar inzet voor WOinActie, de protestbeweging die de ontoereikende financiering van de universiteiten aan de kaak stelt.

Prof. dr. Thijs Weststeijn. Foto: Ed van Rijswijk
Prof. dr. Thijs Weststeijn. Foto: Ed van Rijswijk

Prof. dr. Thijs Weststeijn is hoogleraar Kunstgeschiedenis voor 1800. Na studies kunstgeschiedenis en filosofie promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift over kunsttheorie in Rembrandts kring. Sindsdien probeert hij bredere kaders te schetsen voor de Nederlandse kunst van de zeventiende eeuw: binnen het cultuurgebied rond de Noordzee; in wisselwerking met Oost-Azië; en uiteindelijk in relatie tot de wereldwijde Nederlandse expansie.

In dit onderzoek werd hij ondersteund door onder meer het Getty Research Institute in Los Angeles en het Max Planck Institut für Wissenschaftsgeschichte in Berlijn. Hij was vice-directeur van het Amsterdam Centre for Cultural Heritage and Identity en gaf leiding aan de onderzoeksprojecten ‘The Chinese Impact’ en ‘Histories of Global Netherlandish Art.’

Hij publiceerde onder meer The Visible World (2008), The Universal Art of Samuel van Hoogstraten (2013), Art and Antiquity in the Netherlands and Britain (2015), Foreign Devils and Philosophers (2020) en de trilogie The Making of the Humanities (red. met Rens Bod en Jaap Maat, 2010-2014). Hij is redacteur van de toonaangevende tijdschriften Netherlands Yearbook for History of Art en History of Humanities. Daarnaast werkte hij voor verschillende musea en was hij conservator van de tentoonstelling Barbaren en Wijsgeren in het Frans Hals Museum (2017).