Nieuwsflash faculteit Bètawetenschappen: de betekenis van AI voor werk en onderzoek, kwetsbare graslanden, en meer…
Kort nieuws
Bij de faculteit Bètawetenschappen van de Universiteit Utrecht houden we je graag op de hoogte van de allernieuwste ontwikkelingen, spraakmakende doorbraken en bijzondere prestaties binnen ons onderzoek en onderwijs. In deze nieuwsflash vind je korte updates over verschillende onderwerpen, als aanvulling op de meer uitgebreide artikelen in onze nieuwsfeed.

Roderik van de Wal benoemd bij KNMI voor onderzoek naar zeespiegelstijging
Roderik van de Wal is per 1 maart 2025 benoemd als wetenschappelijk boegbeeld bij het KNMI, waar hij zich richt op de rol van smeltende ijskappen in de zeespiegelstijging. Met deze aanstelling verstevigt hij de samenwerking tussen de Universiteit Utrecht en het KNMI, met name op het gebied van de koppeling tussen ijskapdynamica en klimaatmodellen.
"Ik hoop dat we met deze samenwerking een beter begrip krijgen van de rol die Antarctica speelt in toekomstige zeespiegelstijging”, vertelt Van de Wal. Hij zal één dag per week bij het KNMI werken en daar bijdragen aan de verdere verdieping van het onderzoek naar zeespiegelveranderingen.

Euraziatische graslanden zijn kwetsbaarder voor extreme droogte dan die in Noord-Amerika
Een recent onderzoek gepubliceerd in Nature toont aan dat graslanden in Eurazië gevoeliger zijn voor extreme droogte dan die in Noord-Amerika. De bevindingen zijn het resultaat van het Extreme Drought in Grasslands Experiment, een vierjarig onderzoek dat werd uitgevoerd door een internationaal team van onderzoekers, waaronder de Utrechtse universitair hoofddocent Yann Hautier en postdoc Chong Xu. De resultaten benadrukken hoe regionale biodiversiteit de veerkracht van ecosystemen tegen extreme droogte beïnvloedt.
De onderzoekers bootsten droogte na tijdens het groeiseizoen en onderzochten de impact daarvan op graslanden in de twee regio’s. Ze ontdekten dat de productiviteit, of de hoeveelheid groei, in Euraziatische graslanden sterker afnam (44%) dan in Noord-Amerikaanse graslanden (25%). Daarnaast steeg in Eurazië het aantal plantensoorten aanvankelijk, maar na vier jaar droogte was het aantal soorten juist lager. In Noord-Amerika was de reactie omgekeerd: het aantal soorten daalde eerst, maar nam later toe. Opvallend was ook dat zeldzamere plantensoorten in Euraziatische graslanden verder achteruitgingen, terwijl ze in Noord-Amerikaanse graslanden juist toenamen.
Yann Hautier: “Onze resultaten benadrukken de grotere kwetsbaarheid van Euraziatische graslanden voor extreme droogte vergeleken met Noord-Amerikaanse graslanden. Ze onderstrepen bovendien de belangrijke rol van minder algemene plantensoorten in de veerkracht van ecosystemen. Inzicht krijgen in deze regionale verschillen is cruciaal om de impact van klimaatverandering te kunnen voorspellen en strategieën te ontwikkelen voor het behoud van graslanden.” Chong Xu: “We onderzoeken nu de onderliggende mechanismen achter de uiteenlopende reacties van Euraziatische en Noord-Amerikaanse graslanden op extreme droogte. Ons doel is om een verklaring te vinden voor deze opvallende verschillen in gevoeligheid tussen de twee grote graslandbiomen op het noordelijk halfrond.”
Utrechtse onderzoekers over de betekenis van AI voor werk en onderzoek
Wat betekent de groeiende kracht van AI voor je werk of jouw onderzoek? Dit was de Jaarlijkse Vraag van 2024 die Beste ID, een online podium voor denkers, stelde. Acht Utrechtse onderzoekers van verschillende faculteiten gaven antwoord op die vraag.
Vanuit de Bètafaculteit schreef computerwetenschapper en hoogleraar Mehdi Dastani een opinieartikel van het platform. Hij benadrukt de noodzaak van multidisciplinaire samenwerking om verantwoorde AI-systemen te ontwerpen die niet enkel intelligent zijn maar ook waarden als veiligheid en betrouwbaarheid intact houden.
Frank Gerits, Antal van den Bosch en Jan Broersen (Geesteswetenschappen) wijzen op de risico’s en onmogelijkheden van het gebruik van kunstmatige intelligentie. Zo stelt Broersen de vraag of AI ongelijkheid wel kan verkleinen, of eerder zal vergroten. Antal van den Bosch wijst op de gevaren van AI, zoals inherente bias, illegaal trainingsmateriaal en gebrek aan transparantie. Frank Gerits stelt dat AI geen oplossing biedt voor existentiële problemen zoals klimaatverandering en ongelijkheid, omdat deze niet voortkomen uit een gebrek aan kennis, maar uit ideologische en maatschappelijke conflicten die AI niet kan oplossen.
Mathias Boënne van de School of Economics waarschuwt voor het verliezen van onze kracht tot verwondering en ontdekking bij het leunen op AI-geleide suggesties. Ook psychiater Floortje Scheepers (UMCU) is kritisch. Hoewel AI veel kan verbeteren, waarschuwt ze dat echte menselijke verbinding onmisbaar is voor een veerkrachtige samenleving.
Appy Sluijs en Detlef van Vuuren van Geowetenschappen gaven antwoord op de vraag wat de groeiende kracht van AI voor hun werk betekent. Klimaatwetenschapper Detlef van Vuuren acht het niet onwaarschijnlijk dat het op termijn mogelijk zal zijn om AI in te zetten bij het ontwerpen van klimaatmodellen, al zijn er twijfels over de mate waarin.
Lees alle bijdragen op Platform Beste ID: Wat betekent de groeiende kracht van AI voor uw onderzoek of werk? - Beste-ID