Nieuwe Universiteitshoogleraar Ieke Moerdijk wil wiskunde zichtbaarder maken

Wiskundige en Spinozawinnaar prof. dr. Ieke Moerdijk is per 1 januari begonnen als universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht. “Enerzijds vertrouwd, anderzijds verfrissend”, ervaart hij zijn terugkeer op de Uithof. Hij verheugt zich op de samenwerking met de nieuwe jonge talenten die Wiskunde de afgelopen jaren heeft binnengehaald. Maar ook op zijn faculteitsoverstijgende rol, waarin hij de toepassing van wiskunde in álle wetenschappelijke disciplines wil samenbrengen.
In de eerste week van januari zit Moerdijk nog tussen de verhuisdozen met zijn boeken en papieren archief. Op de bovenste verdieping van het Freudenthalgebouw, twee verdiepingen hoger dan van waar hij vier jaar geleden naar de Radboud Universiteit vertrok. “Ik ben duidelijk in aanzien gestegen”, grapt hij. Hij heeft, wil hij wel benadrukken, heel plezierig gewerkt in Nijmegen. “Maar het is een enorme eer om universiteitshoogleraar te zijn. De vrijheid en breedte waarin ik mij nu kan bewegen, vind je alleen in zo’n soort positie.”
Breed en verbindend
Bij het doornemen van zijn curriculum, springt die interesse voor de breedte én voor verbinden in het oog. Moerdijk studeerde niet allen wiskunde, maar ook filosofie en algemene taalwetenschap. In zijn promotieonderzoek combineerde hij topologie, een onderdeel van de meetkunde, met mathematische logica, en groeide uit tot één van de grondleggers van de topologische logica. Daarnaast verbond hij algebra en verzamelingenleer en algebra en topologie. Ook ontving hij de Descartes-Huygensprijs voor zijn bijdrage aan de wetenschappelijke samenwerking tussen Frankrijk en Nederland. En nu hoopt hij de toepassing van wiskunde in alle faculteiten van de Universiteit Utrecht samen te brengen.
Wiskunde zichtbaarder maken
“Wiskunde wordt binnen heel veel disciplines toegepast, maar dat blijft vaak op de achtergrond. Wiskundigen zijn zich er niet altijd van bewust waar en hoe zij te hulp kunnen schieten. En misschien hebben onderzoekers in verschillende faculteiten wel dezelfde wiskundige hulpmiddelen en technieken nodig, zonder dat zij dat van elkaar weten. Het zou goed zijn als er binnen onze universiteit over deze zaken veel meer informatie-uitwisseling is, dwars door facultaire en disciplinaire grenzen heen. Ik hoop dat ik hier een kleine bijdrage aan kan leveren."
Ik heb als wetenschapper contact met jonge mensen nodig. Studenten om te inspireren en promovendi en postdocs om geïnspireerd door te worden.
Utrecht Geometry Centre
Daarnaast zal hij zijn Spinoza-onderzoek naar de toepassing van topologie op mathematische logica vervolgen. “Het Utrecht Geometry Centre doet veel aan meetkunde en topologie is ook door zijn omvang en reputatie voor mij een hele goede voedingsbodem. Ik heb als wetenschapper contact met jonge mensen nodig. Studenten om te inspireren en promovendi en postdocs om geïnspireerd door te worden. Tegelijkertijd wil ik als universiteitshoogleraar en ondersteund door de middelen die de Spinozaprijs met zich meebrengt bijdragen aan de internationale zichtbaarheid van het Geometry Centre, door bijvoorbeeld cursussen te geven voor internationale studenten.”
Boomachtige structuren
Topologie is een onderdeel van de meetkunde dat de wiskundige theorie beschrijft voor het vervormen van meetkundige figuren. “Hoe kun je wiskundig bepalen of de ene figuur een vervorming is van de andere? Zijn bij vervorming algemene algebraïsche regels, zoals a + b = b + a ook geldig?”, geeft Moerdijk als voorbeelden. Dat laatste blijkt vaak alleen bij benadering het geval. Afhankelijk van de vervorming moet dan een bepaalde correctie op de formule worden uitgevoerd. In samenwerking met verschillende collega’s liet Moerdijk de afgelopen jaren zien dat deze correcties prachtige boomachtige structuren vormen. “Dit levert een hele mooie meetkunde van die structuren op, die ik graag in een boek wil uitleggen. Ik hoop dat ik daarvoor komende jaren ook de tijd vind.”
Ieke Moerdijk
Ieke Moerdijk (1958) studeerde wiskunde, filosofie en algemene taalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1985 cum laude op het proefschriftTopics in intuitionism and topos theory. Daarna werkte hij als postdoc aan de Universiteiten van Chicago en Cambridge. Van 1988 tot 2011 was hij verbonden aan de Universiteit Utrecht, waar hij in 1996 werd benoemd tot bijzonder hoogleraar en in 2002 tot gewoon hoogleraar. Van 2011 tot 2015 was hij hoogleraar algebra en topologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Moerdijk heeft daarnaast meerdere gasthoogleraarschappen gehad, onder meer aan het St John's College in Cambridge, de McGill-universiteit in Montreal, de Universiteit van Sydney en de Universiteit van Aarhus. Hij werd in 2006 verkozen tot lid van de KNAW en is momenteel voorzitter van de adviescommissie Ammodo KNAW Awards voor de Natural Sciences. In 2015 was hij één van de leden van de commissie die op verzoek van minister Jet Bussemaker het Visiedocument van het Platform Wiskunde Nederland uitwerkte tot een Deltaplan voor de Nederlandse Wiskunde.
In 2012 ontving hij zowel de Descartes-Huygensprijs voor zijn bijdrage aan de Frans-Nederlandse wetenschapssamenwerking als de meest prestigieuze wetenschappelijke onderscheiding in Nederland, de Spinozapremie. In 2014 werd hij verkozen tot lid van de exclusieve Academia Europaea.
In 1992 schreef hij samen met de Amerikaanse wiskundige Saunders Mac Lane het handboek Sheaves in Geometry and Logic. A first introduction to topos theory, dat een standaardwerk werd.