Nieuwe samenwerking moet inzicht geven in kwaliteit buitenschoolse opvang

Leidster leest voor aan een groepje kinderen.

De Universiteit Utrecht en Partou kinderopvang starten begin 2023 een vierjarig onderzoek op de buitenschoolse opvang (bso). Een promovendus (de vacature staat open) gaat aan de slag op het snijvlak van wetenschap en praktijk. Pauline Slot, assistent-hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en Mirjam Gevers, directeur monitoring en wetenschap van Partou zijn de kartrekkers van dit project. “Echt een unicum,” aldus Mirjam Gevers,. “Wij vangen natuurlijk kinderen op zodat ouders kunnen werken. Dat is één. Maar we zorgen er óók voor dat kinderen zich in hun vrije tijd spelenderwijs blijven ontwikkelen. Dat is zeker voor kinderen met een achterstand minstens zo belangrijk.”

Gevers en Slot hebben samen een inhoudelijk plan uitgewerkt voor het promotietraject. Gevers: “Over de bso is in vergelijking met de kinderdagverblijven weinig bekend, terwijl veel kinderen daar een groot deel van hun vrije tijd doorbrengen. Daar ligt dus een kans om echt wat te kunnen betekenen. De vraag is: hoe maken we het verschil? Gedegen onderzoek moet ons – en andere kinderopvangorganisaties – inzicht geven in de huidige kwaliteit en interessante interventies. Want als we aantonen dat kwalitatief goede buitenschoolse opvang bijdraagt aan het plezier én de ontwikkeling van kinderen, blijven kinderen misschien langer op de bso. Vooral voor kinderen met een achterstand is dit enorm van toegevoegde waarde.” Dat is precies waarom ook Slot zo enthousiast is: “Kansengelijkheid is een belangrijk thema. Ik verwacht dat we daar met toegankelijke en kwalitatief goede buitenschoolse opvang echt meerwaarde creëren voor de maatschappij.”

Brede talentontwikkeling voor álle kinderen

Kindje speelt met houten getallen.

Uit eerder onderzoek blijkt volgens Slot dat ‘individuele kinderen in groepen met hoge interactiekwaliteit en een uitgekiend activiteitenaanbod, hoger scoren op welbevinden, meer betrokkenheid laten zien in spel en zich positiever gedragen’. Het nieuwe onderzoek gaat daarop door. Slot: “We willen weten hoe je activiteiten kunt aanbieden die inspelen op verschillende interesses, competenties en voorkeuren van kinderen én die kunnen bijdragen aan brede talentontwikkeling. Uit ander onderzoek weten we dat bso-kinderen van nature leergierig zijn en zich ook graag willen ontwikkelen.” Gevers vult aan: “Er gebeurt al ongelooflijk veel moois op de bso, laten we dat niet vergeten, maar we willen het graag nóg beter. Voor álle kinderen.”

Kansen voor pedagogisch medewerkers

De onderzoekers kijken niet alleen naar het activiteitenprogramma, maar ook naar de medewerkers. Gevers: “Onze pedagogisch medewerkers zijn minstens zo belangrijk. Er werken mensen op de bso met heel diverse opleidingen, ook met een sport- of culturele opleiding bijvoorbeeld. Al die verschillende  talenten en expertises willen we beter gaan benutten. Dat maakt dit onderzoek compleet. En daarmee maken we het werken op de bso éxtra aantrekkelijk. Ook dat is belangrijk in deze tijd.”