Nieuwe publicatie over een nieuwe aanpak van gender-gerelateerd geweld

Richtlijnen voor de implementatie van het het Verdrag van Istanbul

Een gebalde vuist met op de achtergrond een vrouw met de handen voor haar gezicht © iStockphoto.com/Prostock-Studio

Op 17 maart heeft de deskundigengroep van de Raad van Europa inzake geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld een nieuwe publicatie uitgebracht waarin wordt uitgelegd hoe de niet-discriminerende uitvoering van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) kan worden gegarandeerd. Deze publicatie, mede geschreven door UCERF-onderzoeker Lorena Sosa, biedt richtlijnen voor de implementatie van artikel 4, lid 3 van het verdrag.

Dit artikel vereist dat alle maatregelen, in het bijzonder die ter bescherming van de rechten van slachtoffers, worden gewaarborgd zonder discriminatie op welke grond dan ook. Deze bepaling is gebaseerd op het inzicht dat vrouwen die risico lopen op intersectionele discriminatie, zoals vrouwen met een handicap, oudere vrouwen, vrouwen die tot nationale of etnische minderheden behoren, of lesbiennes, biseksuele, transgender- en interseksuele vrouwen (LBTI), kunnen worden geconfronteerd met extra belemmeringen voor de toegang tot rechtsbescherming, ondersteuning en rechtspraak.

Op basis van veelbelovende nationale wetgeving, beleid en praktijken, biedt de publicatie ideeën aan beleidsmakers en professionals uit de justitie, wetshandhaving, psychosociale, medische en andere relevante sectoren over hoe kan worden gereageerd op gendergerelateerd geweld tegen vrouwen. Er wordt ingegaan op hoe kan worden aangesloten bij de specifieke behoeften van vrouwen om eventuele drempels bij het zoeken naar hulp, ondersteuning en gerechtigheid te verminderen. De paper stelt de deelname van vrouwen aan het ontwerp en de uitvoering van die maatregelen centraal, om hun ervaringen vast te leggen en bij te dragen aan hun empowerment. 

De samenstellers van het rapport zijn: 

  • Lorena Sosa, Assistant Professor at the Netherlands Institute of Human Rights (SIM) and Utrecht Center for European Research into Family Law (UCERF), Utrecht University (the Netherlands)
  • Ruth M. Mestre i Mestre, Assistant Professor at the Women’s Studies Institute and Faculty of Law, University of Valencia (Spain)
Lees het rapport hier: