Nieuw model voor schatten kosten klimaatbeleid

Publicatie in Nature Climate Change

In het wetenschappelijke tijdschrift Nature Climate Change presenteren onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het Planbureau voor de Leefomgeving een nieuw metamodel voor het schatten van de kosten voor het halen van de klimaatdoelen van het Parijsakkoord, inclusief de belangrijkste bronnen van onzekerheid. De mondiale kosten liggen waarschijnlijk in de orde van 2-4% van het gezamenlijk inkomen wereldwijd in de periode 2015-2100. Hoeveel de kosten uiteindelijk worden, hangt sterk af van sociaaleconomische ontwikkelingen en de uiteindelijke kosten van technologieën om broeikasgasemissies terug te dringen. Het nieuwe model is bijzonder omdat het eerdere kostenschattingen in de literatuur samenvat in één transparant model.

Een eenvoudig model van de kosten om kli­maatdoelstellingen te behalen

In het Parijsakkoord is afgesproken de mondiale temperatuurstijging te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius, zo mogelijk tot 1,5 graden. Om de kosten in te schatten van het behalen van dat doel is kennis nodig over sociaaleconomische ontwikkelingen, de kosten van het reduceren van broeikasgasemissies en het effect hiervan op klimaatverandering. In verschillende IPCC-rapporten en de wetenschappelijke literatuur worden deze relaties beschreven. Op basis hiervan is het mogelijk een eenvoudig en transparant klimaatmodel te maken dat al deze relaties meeneemt. Met dit klimaatmodel kan een schatting gemaakt worden van zowel de kosten als de onderliggende onzekerheid en de oorzaken hiervan.

Bij het halen van de Parijsdoelen vormen vooral sociaaleconomische factoren de onzekerheidsmarge in de kostenschatting.

Sociaaleconomische onzekerheid dominant in kostenschatting

De kosten om met een waarschijnlijke kans de klimaatverandering tot onder 2 en zo mogelijk tot 1,5 graden te beperken, worden op basis van het model ingeschat op zo’n 2-4% van het bruto mondiaal product. De onzekerheid van deze kostenschatting is echter groot: voor 1,5 graden kunnen de uiteindelijke kosten 3 keer zo groot of klein uitvallen. In de studie worden de economische baten van vermeden schade door klimaatbeleid niet meegenomen. Zowel de fysische onzekerheid (onbekendheid van het klimaatsysteem) als de sociaaleconomische onzekerheid (onbekende ontwikkeling van technologie en menselijke ontwikkeling) draagt bij aan de grote onzekerheidsmarge in de kostenschatting.

Voor minder ambitieuze klimaatdoelen (die uitgaan van een temperatuurstijging van meer dan 3 graden) bepalen fysische factoren, met name de relatie tussen broeikasgasemissies en temperatuurstijging, een belangrijk deel van deze onzekerheid. Bij de ambitieuzere Parijsdoelen wordt de onzekerheid echter vooral door sociaaleconomische factoren verklaard. Het gaat hierbij om onzekerheid in de kosten van technologieën om broeikasgasemissies terug te dringen, zoals de afname in kosten van zonnecellen. Het gaat daarnaast ook om onzekerheden in sociaaleconomische ontwikkelingen zoals de groei van de wereldbevolking, economische groei en de ontwikkeling van levensstijl. Dit betekent dat het van groot belang is om bij politieke keuzes steeds rekening te houden met de gevolgen voor het klimaat, onder meer bij de inrichting van steden.

Detlef van Vuuren
Prof. dr. Detlef van Vuuren

Verdere toepassing

Het nieuwe klimaatmodel kan worden gebruikt voor het inschatten van de kosten bij het identificeren van klimaatmaatregelen en het prioriteren van onderzoek. Het model kan vrij gemakkelijk verder worden uitgebreid om ook de baten van klimaatbeleid, technologische ontwikkeling of zelfs regionale kosten mee te nemen.

Artikel

The costs of achieving climate targets and the sources of uncertainty

D. P. van Vuuren*, Kaj-Ivar van der Wijst*, Stijn Marsman, Maarten van den Berg. Andries F. Hof* en Chris Jones. Nature Climate Change

* = werkzaam bij de Universiteit Utrecht