Navigatiestrategie voor debat over digitale toekomst

Digitale toekomst

In opdracht van de Tijdelijke Commissie Digitale Toekomst van de Tweede Kamer heeft de Universiteit Utrecht onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van de Kamer om zicht te krijgen op de rol van de Tweede Kamer en haar kennispositie te versterken. Een onderzoeksteam onder leiding van Albert Meijer, verbonden aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO), heeft drie casusstudies gedaan: naar de Kluseconomie, de Automatische Kentekenplaat Herkenning (ANPR) en naar 5G.

De onderzoekers concluderen dat de Tweede Kamer door de snelheid en verwevenheid van technologische en sociale veranderingen op dit terrein het soms lastig vindt om relevante maatschappelijke waarden tijdig te identificeren. De Kamer lijkt te ‘manoeuvreren door onbekend gebied’ en lijkt haar keuzes niet te baseren op een systematische reflectie. Zij adviseren dan ook een gezamenlijke ‘navigatiestrategie’ te ontwikkelen om die kennispositie te verbeteren, zodat het debat beter geïnformeerd kan plaatsvinden en daarmee de rol van de Tweede Kamer als geheel wordt versterkt. 

De tijdelijke commissie Digitale toekomst (TCDT) heeft geconstateerd dat de Tweede Kamer onvoldoende grip heeft op de digitalisering van de samenleving, en dan vooral op de borging van maatschappelijke waarden rondom de digitalisering in de samenleving en binnen de overheid zelf. Daarom heeft zij onderzoekers van USBO advies van de Universiteit Utrecht gevraagd om casusonderzoek uit te voeren. De drie casusstudies betroffen de Kluseconomie, Automatische Kentekenplaat Herkenning (ANPR) en 5G en daarbinnen steeds een specifieke, exemplarische toepassing (resp. Maaltijdbezorgdiensten, Sensing proef Roermond en Fieldlab 5Groningen).

Kluseconomie, Kentekenplaatherkenning en 5G

In de Kluseconomie worden diensten (klussen) uitgewisseld via online platforms. Deze eerste casus is veelzeggend voor andere typen platforms waar goederen en kennis worden uitgewisseld omdat centrale aanbieders van klussen, goederen en informatie verdwijnen, flexibilisering toeneemt en digitale platforms steeds nieuwe vormen van sturing uitoefenen op de manier waarop vraag en aanbod van arbeid bij elkaar komen.

De kluseconomie heeft zich lange tijd vrij van institutionele inmenging kon ontwikkelen. Pas recent zijn er door een vakbond proefprocessen gestart om meer bescherming van de positie van platformwerkers te bewerkstelligen. Ook vanuit de Tweede Kamer is mede naar 

aanleiding van incidenten gepoogd om de ontwikkeling van de kluseconomie te agenderen, reguleren en controleren. Daarin zien de onderzoekers de waardenafweging tussen economische groei en arbeidszekerheid. Daarnaast gaat het om het borgen van proceswaarden en kwaliteitswaarden waaronder data-eigenaarschap en toegang tot platforms.

Automatische Kentekenplaatherkenning (ANPR) was de tweede casus waarnaar Albert Meijer en zijn team onderzoek deden. Slimme camera’s kunnen naast kentekens ook objecten, gedragingen en gezichten automatisch herkennen. ANPR wordt door de overheid ingezet om geregistreerde voertuigen te herkennen, maar ook voor risicoprofilering van voertuigen die verdacht zijn. De analyse laat zien dat gebruikers van ANPR vooral effectieve en efficiënte uitvoering van overheidstaken in beeld hebben. Actoren zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en rechters bewaken de inbreuk op privacy. De waardenafwegingen in de Tweede Kamer werd ook vooral gemaakt op het spanningsveld tussen veiligheid en privacy.

De derde casus betreft 5G. 5G is de vijfde generatie mobiele communicatietechnologie die allerlei nieuwe toepassingen mogelijk zal maken en daarmee, meer nog dan 4G, een vitale infrastructuur zal zijn. De complexe technologie biedt kansen voor nieuwe toepassingen maar kan bij uitval tot maatschappelijke ontwrichting leiden. Het krachtenveld rond de implementatie van 5G bestaat uit een divers en groot aantal actoren uit verschillende sectoren en overheidslagen. In het maatschappelijk debat staan spanningen tussen de waarde economie enerzijds en de waarden veiligheid en gezondheid anderzijds centraal. De Kamer richtte zich in het begin vooral op de waarde ‘economie’. Later – binnen een context van geopolitieke spanningen – kwam ook ‘veiligheid’ aan de orde. De waarde ‘gezondheid’ kreeg in eerste instantie minder aandacht en kwam pas vanaf 2019 in beeld. 

Risico’s en beperkingen in borging maatschappelijke waarden

In elk van de drie casussen speelt een grote variëteit aan uitkomst-, proces- en kwaliteitswaarden een rol. De borging hiervan is complex door de snelheid van en verwevenheid van technologische en sociale veranderingen. Bovendien spelen verschillende institutionele partijen een rol bij de borging van maatschappelijke waarden.

Toch stellen de onderzoekers in alle casusstudies steeds drie risico’s optreden:

  1. niet (vroegtijdig) onderkennen van relevante bekende waarden (zoals gezondheid en veiligheid)
  2. te nauwe invulling geven aan nieuwe waarden (zoals data-ownership)
  3. niet onderkennen van zwakke (kwaliteits)waarden (zoals robuustheid) 

In alle drie de casusstudies heeft de Tweede Kamer haar rol ingenomen en daarbij zijn allerlei instrumenten ingezet. Er zijn debatten, moties, amendementen en deskundigenbijeenkomsten geweest. Aangezien de Tweede Kamer veelal volgend is, spelen hierbij dezelfde beperkingen als bij de institutionele reacties van overheden, toezichthouders en rechters:

  1. bekende waarden worden soms niet geborgd vanwege de focus op een dominant waardenconflict
  2. nieuwe waarden krijgen soms een te nauwe invulling
  3. zwakke waarden – kwaliteitswaarden zoals robuustheid die belangrijk zijn maar niet sterk geprofileerd of omstreden – krijgen alleen bij de vitale infrastructuur veel aandacht

Gezamenlijk navigatiestrategie voor de Tweede Kamer

De casusstudies laten zien dat de Tweede Kamer bij digitalisering moet ‘manoeuvreren door onbekend gebied’: er worden keuzen gemaakt om de aandacht te richten op bepaalde maatschappelijke waarden rondom digitalisering, maar deze keuzen zijn niet gebaseerd op een systematische reflectie op de eigen kennispositie.

De onderzoekers van USBO advies stellen daarom voor de kennispositie van de Tweede Kamer te versterken door een ‘navigatiestrategie’ te ontwikkelen. Die navigatiestrategie bestaat uit een reeks afwegingen over onder andere de verbreding of verdieping van de inhoudelijke focus, verlenging of verkorting van het tijdframe en de vergroting of vermindering van de afstemming met anderen. Het adviesrapport laat zien hoe de inzet van een variëteit aan instrumenten hieraan kan bijdragen.

Het opstellen van een navigatiestrategie is niet eenvoudig omdat het betekent dat de Tweede Kamer in gezamenlijkheid – ondanks de verschillen tussen de partijen – gerichte keuzen maakt over blinde vlekken en het versterken van de kennispositie. Maar het idee is dat het debat over de verschillende posities van de partijen dan wel beter geïnformeerd kan plaatsvinden en daarmee de rol van de Tweede Kamer als geheel wordt versterkt. 

Meer informatie

Onderzoeksteam

Projectleider

Onderzoekers