Merkwaardige massastranding bruinvissen op Waddeneilanden
Utrechtse bioloog Lonneke IJsseldijk onderzoekt doodsoorzaak
Sinds vorige week woensdag spoelen er op de Waddeneilanden dagelijks zo’n twintig dode bruinvissen aan. Het grote aantal tegelijk aangespoelde dieren op de vier verschillende Waddeneilanden is abnormaal. Lonneke IJsseldijk, mariene bioloog aan de Universiteit Utrecht, is op dit moment bezig de daadwerkelijke reden van de massastranding te achterhalen. Zo liggen er nu vijfentwintig bruinvissen bij de Faculteit Diergeneeskunde in de vriezer om te onderzoeken.
Het is niet de eerste keer dat er gesproken wordt over een massastranding. Zo was er in 2011 al een stranding van een kudde bruinvissen. Toch is er wel degelijk een verschil met de massastranding in 2011. Zo ging het toen om jonge verhongerde dieren, waar het nu volwassen dieren betreft.
Pathologisch onderzoek zonder tunnelvisie
Woensdag begint IJsseldijk met het pathologisch onderzoek, toch heeft ze vandaag al een bruinvis bekeken maar valt er over de doodsoorzaak nog niks te melden. “De daadwerkelijke reden voor de massastranding blijft nog onbekend”, vertelt IJsseldijk. “Het zou kunnen dat er iets is gebeurd op de plek waar deze dieren zich ophielden, waardoor ze zijn gestorven. Het zou ook een ziekte kunnen zijn. Wij gaan in ieder geval niet focussen op één ding, want dan krijg je tunnelvisie.”
Tot nu toe leek het erop dat het een vrij rustig jaar zou worden, met 'slechts' 300 aangespoelde walvissen, maar dat kan nu dus heel anders worden.
Verloop van het onderzoek
IJsseldijk begint haar onderzoek bij het bekijken van de buitenkant. Ze kijkt naar het gewicht en of er andere opvallende afwijkingen te zien zijn als abcessen of parasieten.
De maag kan veel verraden over de doodsoorzaak
Nadat de buitenkant grondig onderzocht is worden alle organen één voor één onderzocht. Zo kan de maag namelijk een goede indicatie geven over de toestand voordat het dier stierf, legt IJsseldijk uit. Wanneer de maag namelijk vol zit zal de dood waarschijnlijk plotseling gekomen zijn. In tegenstelling tot wanneer het dier een lege maag heeft en waarschijnlijk al verzwakt is geweest door ziekte. Wanneer IJsseldijk klaar is met haar deel van het onderzoek zullen alle magen, voor verder onderzoek, naar Wageningen University & Research (WUR) gaan. Hier zullen onderzoekers het voedingspatroon van de bruinvissen gedetailleerd bekijken.
Daarnaast test IJseldijk met behulp van PCR-testen of de bruinvissen besmet zijn met bepaalde virussen als het morbillivirus, welke eerder voor grootschalige sterfte onder dolfijnen zorgde.
Bruinvissen uit het Noorden
Vermoedelijk komen de aangespoelde bruinvissen uit het Noorden. IJsseldijk staat nauw in contact met Deense en Duitse onderzoekers of daar ook walvissen strandden, maar tot nu toe is er niets opvallends gezien.
IJsseldijk: “het is overigens niet zo dat er steeds meer bruinvissen aanspoelen aan de Nederlandse kust. Zo waren 2011 en 2013 piekjaren als het gaat om aangespoelde dieren, daarna zakte het weer een beetje in. Tot nu toe leek het erop dat het een vrij rustig jaar zou worden, met zo’n 300 aangespoelde walvissen, maar dat kan nu dus heel anders worden. Misschien hebben we de piek nog niet eens gehad”.
IJsseldijk hoopt begin november meer te kunnen zeggen over de reden van de massastranding.
Strandingsonderzoek aan de Universiteit Utrecht
Updates ontvangen over deze en andere strandingen? Volg onze onderzoekers op Instagram: @strandingresearch. Hier posten IJsseldijk en collega-onderzoekers geregeld updates over hun (pathologisch) onderzoek, inclusief het onderzoek naar deze massastranding. Bekijk ook eens de pagina www.uu.nl/strandingsonderzoek, waar filmpjes, artikelen en de laatste publicaties te vinden zijn omtrent strandingsonderzoek aan de Universiteit Utrecht