Media Architecture Biënnale biedt perspectief: In de stad van de toekomst staan mensen en hun relatie tot de omgeving centraal

Little Babylon is een opblaasbar en interactief paviljoen dat het internet afzoekt naar gegevens over de stad waar het staat opgesteld. In het paviljoen worden de gegevens zichtbaar door licht, geluid en beweging. Het kan emoties uitbeelden en zo wordt het karakter zichtbaar van de stad waar het staat.
credit: Tessa Peters, Rezone Art & Architecture, www.rezone.eu

Je gooit een propje in de prullenbak en de plaatselijke afvaldienst krijgt een seintje dat de afvalbak vol zit, je loopt in het donker op straat en de sensorgevoelige lantaarnpaal springt aan, Google Maps adviseert je een alternatieve route om sneller je eindbestemming te bereiken. Allemaal voorbeelden van hoe ons leven in de ‘slimme stad’ steeds efficiënter en gerieflijker wordt. Maar er is een schaduwzijde aan dit verhaal. Want wie heeft er het meest belang bij deze technologische ontwikkelingen? Is dat de burger? Zijn het bedrijven? Is het de gemeente? En, wat voor steden willen wij eigenlijk?

Vragen die prof. dr. Nanna Verhoeff en dr. Michiel de Lange dagelijks bezig houden. De Lange: “Wij bevragen de ‘slimme stad’ en denken mee over alternatieven waarbij de stad van de toekomst niet alleen maar technologisch gedreven is. Wij streven naar een stad die rechtvaardig en inclusief is en waar publieke waarden centraal staan”. Een gesprek met de mediawetenschappers (en co-organisatoren van de Media Architecture Biënnale - mab20.org) die de stad van de toekomst mede vorm willen geven.

Onze stedelijke infrastructuur bestaat niet alleen meer uit straten, wegen en bruggen maar ook uit 4g, 5g, wifi, Bluetooth, camera’s en sensoren.

Publieke waarde centraal

“Onze stedelijke infrastructuur bestaat niet alleen meer uit straten, wegen en bruggen maar ook uit 4g, 5g, wifi, Bluetooth, camera’s en sensoren. Met algoritmes worden er bewerkingen losgelaten op die stedelijke data om risico’s in te schatten en voorspellingen te doen” vertelt De Lange. Die eerder genoemde schaduwzijde kwam aan het licht toen Enschede recent een boete kreeg omdat het burgers volgde via wifitracking. De Lange: “De publieke waarde die daarmee met voeten getreden wordt is het recht op anonimiteit in de publieke ruimte. Is het maatschappelijk wenselijk om die technologieën zo te gebruiken? Ik weet uit mijn eigen project over sociaal-technologische controverses met de gemeente Amersfoort dat zij in het verleden ook met die technologie geëxperimenteerd hebben. Zo wilden zij op Koningsdag aan crowd control doen. Maar zij hebben zich nu expliciet gedistantieerd van dit soort volgpraktijken. De gemeente vond dat burgers er recht op hebben zich anoniem te begeven in de publieke ruimte”.

Het regenboogfietspad op Science Park

Betrekken van burgers bij de slimme stad

Dataficatie en platformisering zijn voor veel burgers ongrijpbare termen. De onderzoekers proberen via hun Urban Interfaces onderzoeksgroep de academische en publieke discussie in gang te zetten over de vraag hoe diverse mediatechnologieën onze ervaring van de stad vormen en hoe we toekomstige alternatieven kunnen verbeelden. “Mensen moeten beseffen dat het ook hun leven raakt”, stelt De Lange. “Via kunst en design kan je hele directe interventies plegen. Dit kunnen speldenprikjes zijn die op een bepaalde manier een discussie op gang brengen.” Verhoeff voegt toe: “Dit hebben we gezien in het afgelopen coronajaar. Maar ook recentelijk: het langste regenboogfietspad in de wereld dat in Utrecht aangelegd is. Dat kan een discussiestuk worden over de diversiteit, representatie en inclusiviteit”.

Niet alleen wetenschappelijke publicaties

Verhoeff voegt toe: “We publiceren niet alleen wetenschappelijke artikelen maar schrijven ook in vakbladen waarmee we de vormgevers van de stad van de toekomst bereiken en organiseren workshops zoals data walks waarbij we met burgers door de stad lopen en kijken naar de aanwezigheid van technologie in de openbare ruimte. Ook in ons onderwijs besteden wij hier veel aandacht aan. Onze studenten gaan aan slag met culturele organisaties die een kritisch perspectief tegenover technologie ontwikkelen, zoals Raum of SetUP. Deze studenten zijn de toekomstige generatie van kritische beleidsmakers, ontwerpers en vormgevers.”

Cell phone with the Utrecht in 2040 app.
Het spel Utrecht2040, beeld door Astrid Mangnus

Media Architecture Biënnale

De onderzoekers zijn druk bezig met de organisatie van de Media Architecture Biennale eind juni, die zij vanuit de Universiteit Utrecht dit jaar samen organiseren met de Hogeschool van Amsterdam. Tijdens de Biënnale draait het ook om bewustzijn creëren en dingen zichtbaar maken. Verhoeff: “Als geesteswetenschappers vinden wij het belangrijk en inspirerend om na te denken over de vraag hoe kunstenaars en activisten en burgers de stad van de toekomst ter discussie stellen.” Er zijn veel inspirerende voorbeelden, van over heel de wereld, die gedeeld worden tijdens de Biënnale. Zo kunnen burgers via de game Utrecht2040, mede ontwikkeld door de faculteit Geowetenschappen, meepraten over de toekomst van Utrecht. En in een ander project kan je, in plaats van Pokémons, verhalen gaan vangen in je eigen stad, via een app die wel in zekere zin lijkt op het spel Pokémon Go maar vertrekt van een radicaal andere doelstelling. Hiermee kunnen buurtgenoten aansluiting vinden bij een lokale gemeenschap, ervaringen en tips delen over hun directe leefomgeving.

Als individu is het lastig om verandering in gang te zetten. Je moet een maatschappelijke discussie los zien te krijgen. Daar heb je goede verhalen, beelden en voorstellen bij nodig die zowel kritisch als speculatief zijn.

Foto van Sander Veenhof met zijn project Futurotheque
Sander Veenhof en zijn project Futurotheque

Kunstenaars en ontwerpers brengen discussie op gang

De Biënnale is een mooie manier om verhalen te delen en mensen te inspireren anders naar hun leefomgeving en de rol van technologie in de stad te laten kijken. Ook worden er concrete design voorstellen gepresenteerd. Hierbij spelen geesteswetenschappers een rol. De Lange: “Als individu is het lastig om verandering in gang te zetten. Je moet een maatschappelijke discussie los zien te krijgen. Daar heb je goede verhalen, beelden en voorstellen bij nodig die zowel kritisch als speculatief zijn.” Geesteswetenschappers kunnen die verhalen naar boven halen. Tijdens de MAB en ook daarbuiten tonen ook ontwerpers en kunstenaars hun werk waarmee zij wel een discussie op gang kunnen brengen. “Bijvoorbeeld Sander Veenhof”, stelt Verhoeff: “Hij is op een soms ludieke manier bezig met het thema augmented reality. Met het experimenteren met deze technologie stelt hij ook fundamentele vragen over waar we met nieuwe technologieën naartoe gaan. Blijft onze privacy nog enigszins gewaarborgd? Blijven we nog een redelijke mate van zelfbeschikking houden over ons leven? Wat zijn de consequenties voor ons sociaal handelen? Wat zijn gevolgen voor individuele expressie en diversiteit?

Wij delen onze leefomgeving met andere levende organismen en objecten, daar moeten wij bij het ontwerp van de stad rekening mee houden.

More-than-human city

Niet alleen burgers zijn belangrijk om in gedachte te houden bij het vraagstuk over de toekomstige stad, stellen de onderzoekers. Wij delen onze leefomgeving met andere levende organismen en objecten, daar moeten wij bij het ontwerp van de stad rekening mee houden. Dit wordt ook wel de ‘more-than-human city’ wordt genoemd. In de Biënnale  is er een prijs in het leven geroepen in de categorie ‘more-than-human city’.

Screenshot van de speculatieve interface voor het Griftpark
Welcome to the Ü-HOOD 2021, Andrej Antonic, Bernice Ong and Wenqing Xia

Voor studenten is er een aparte categorie en een van de genomineerde projecten is een ontwerp van studenten van De Lange en Verhoeff. De Lange: “Zij dingen mee met een speculatieve interface, waarbij je met het Griftpark kan interacteren via een meer-dan-menselijk perspectief van dierlijke bewoners en zelfs fysieke objecten. Ze laten via het speculatieve ontwerp van een mogelijk te ontwikkelen app een aantal niet-menselijke bewoners van dat park aan het woord. Zo word je rondgeleid door het park door een zeemeeuw, een muur of een plant.”

Voor mij is activisme niet iets van de straat of het spandoek alleen. Activisme is het willen bijdragen aan positieve verandering en ik zie daarin zeker een rol van de geesteswetenschappen.

Geesteswetenschappers engageren met maatschappelijke fricties

Verhoeff en De Lange willen via hun werk als geesteswetenschappers laten zien dat het niet genoeg is om alleen maar toe te kijken. Verhoeff: “Voor mij is activisme niet iets van de straat of het spandoek alleen. Activisme is het willen bijdragen aan positieve verandering en ik zie daarin zeker een rol van de geesteswetenschappen. We willen laten zien hoe dingen anders kunnen en daarmee, hoe we dingen anders kunnen doen. Daarbij moeten wij direct engageren met maatschappelijke fricties, vraagstukken en uitdagingen, en ons niet buiten de vraagstukken van de stad van de toekomst stellen.”

De Biënnale loopt van 24 juni tot en met 2 juli. Zie mab20.org.