Mededeling College van Bestuur n.a.v. DUB-artikel over vertrek hoogleraar UU

In verband met aandacht in DUB voor het vertrek van een hoogleraar na klachten over ongewenst gedrag, wil het College van Bestuur enkele feiten op een rij zetten.

Directe aanleiding voor het vertrek van de hoogleraar zijn klachten van een oud-collega en een collega. Het College van Bestuur acht aangetoond dat sprake is geweest van dusdanig verwijtbaar handelen en nalaten van de hoogleraar, dat rechtspositionele consequenties niet konden uitblijven. Daarop is gezamenlijk besloten het dienstverband per 1 oktober 2020 te beëindigen.

Klachtenprocedure

In oktober 2019 zijn klachten ingediend door een ex-collega en collega tegen betrokken hoogleraar. Deze klachten zijn in behandeling genomen door de commissie ongewenst gedrag van de UU. De commissie heeft meerdere personen gehoord en advies uitgebracht aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur heeft het advies van de commissie ongewenst gedrag zorgvuldig bestudeerd en enkele aanvullende gesprekken gevoerd.

Besluit college van bestuur

Het College van Bestuur heeft geconstateerd dat sprake is geweest van een langdurige, geheime relatie met een medewerker, aangevangen toen betreffende persoon nog studeerde, die onterecht door de hoogleraar niet gemeld is bij het departementshoofd. Een klacht van deze (inmiddels: ex-)collega, over seksuele intimidatie is door het college ongegrond verklaard. Een klacht van deze (ex-)medewerker over het ontbreken van institutionele inbedding en creëren van een onveilige werkomgeving, is wel gegrond verklaard. Het college van bestuur vindt het daarnaast verwijtbaar dat een andere medewerker is aangemaand om over de relatie te zwijgen. De klacht van deze tweede medewerker over intimidatie vanwege de door hem ervaren zwijgplicht en het creëren van een onveilige werkomgeving, heeft het college gegrond verklaard. De hoogleraar stelt overigens nooit zwijgplicht te hebben opgelegd. Het college van bestuur heeft geoordeeld dat sprake is van dusdanig verwijtbaar handelen en nalaten van de hoogleraar, dat rechtspositionele consequenties niet konden uitblijven. Daarop is in juni gezamenlijk besloten het dienstverband per 1 oktober 2020 te beëindigen.

Nader cultuuronderzoek

Na afloop van de klachtenprocedure heeft het College van Bestuur de cultuur en de omgangsvormen in het instituut waarvan de hoogleraar directeur was, verder onafhankelijk laten onderzoeken door een oud-decaan en Berenschot omdat er signalen waren dat er mogelijk sprake was van een breder cultuurprobleem. Het onderzoek betrof geen second opinion met betrekking tot de casus. De onderzoekers hebben geconcludeerd dat geen sprake is van een structureel cultuurprobleem in het instituut, wel zijn er een aantal zaken die om aandacht vragen. Dit zijn zaken die breder in de universiteit spelen. De onderzoekers stellen dat het bespreken van ongewenst gedrag met collega’s en leidinggevenden of melden bij instanties niet altijd makkelijk is. Een duidelijk universitair kader wordt gemist. Een actievere rol van bystanders is wenselijk. Daarvoor zijn aanbevelingen geformuleerd.

Evaluatie klachtenprocedure

Een deel van de aanbevelingen van de onderzoekers heeft betrekking op het beleid en de cultuur van het instituut. Het gaat dan onder meer om verbeterde voorbereiding, vastlegging en archivering van B&O-gesprekken, alsmede het volgen van active bystander-trainingen die de universiteit sinds enige tijd aanbiedt. Dit wordt opgepakt door de decaan, het departementshoofd en de directeur. De onderzoekers hebben het College van Bestuur daarnaast geadviseerd om de universitaire procedure rond klachtmeldingen tegen het licht te houden om te bezien waar die verbeterd kan worden. Het College van Bestuur heeft hiervoor een aparte onafhankelijke evaluatie gestart die wordt uitgevoerd door een hoogleraar en bureau BING, dat is gespecialiseerd in integriteitsvraagstukken. De universiteit laat de universitaire procedures onderzoeken om te zien welke extra maatregelen genomen kunnen worden om ervoor te zorgen dat ongewenst gedrag gemakkelijk en veilig gemeld kan worden, en klachten snel en op heldere wijze afgehandeld kunnen worden. In januari volgt naar verwachting een rapportage met aanbevelingen.

Veiligheid van studenten en medewerkers

Collegevoorzitter Anton Pijpers: “De veiligheid van studenten, medewerkers en het leer- en werkklimaat op de Universiteit Utrecht is van het allergrootste belang. Ongewenst gedrag is onaanvaardbaar. Ik heb in dit geval weer gezien hoeveel leed het veroorzaakt. We moeten dit aangrijpen om van te leren, ook als College van Bestuur. De universiteit moet er alles aan doen om ongewenst gedrag te voorkomen. Als het zich voordoet, moet dat op een goede manier aangepakt en opgelost worden.”

Ongewenst gedrag melden

Ervaar je als UU-medewerker of student ongewenst gedrag? Probeer dit met de persoon in kwestie te bespreken. Wanneer je dat niet veilig genoeg vindt of het heeft geen effect, dan kun je terecht bij je leidinggevende, P&O-adviseur of de bedrijfsarts. Kom je er met je eigen netwerk van collega’s of leidinggevende(n) niet uit, of wil je er graag in een veilige omgeving over praten, neem dan contact op met een van de vertrouwenspersonen ongewenst gedrag. Meer informatie vind je hier.