Leven miljardairs straks voor eeuwig? “Hun rijkdom en macht zullen dan blijven groeien”
Ethicus Chris Wareham onderzoekt gevolgen van levensverlengende behandelingen
Er is steeds meer mogelijk op het gebied van levensverlengende behandelingen. Dat roept ethische vragen op als: wie profiteert er eigenlijk van deze behandelingen? En wat zijn de gevolgen als één groep mensen veel ouder wordt dan de rest? Universitair docent aan het Ethiek Instituut Chris Wareham doet onderzoek naar deze vragen. “Een langer leven geeft een grotere kans op het verzamelen van meer vermogen en dat vergroot politieke macht en ongelijkheid.”
Levensverlenging vergroot politieke en financiële macht
Zelfs in de rijkste landen is standaard gezondheidszorg niet altijd voor iedereen toegankelijk. En de vrees is dan ook dat technische snufjes en geavanceerde behandelingen die als doel hebben iemand langer te laten leven, vooral beschikbaar zullen zijn voor enkel de allerrijksten. Dat brengt maatschappelijke risico’s met zich mee, ziet Chris Wareham, met name op het gebied van gelijkwaardigheid.
“Er is een verband tussen economische kracht en politieke macht”, legt Wareham uit. “Het is bewezen dat mensen met meer financiële middelen ook hun belangen op andere gebieden beter kunnen behartigen. Wanneer rijke mensen langer kunnen leven, hebben zij meer kans om hun rijkdom en invloed nóg verder te vergroten.” Hij wijst op een uitspraak van Elon Musk: “die zei daarover in Time Magazine dat naarmate de samenleving ouder wordt, er meer ouderen zijn. En hoe ouder iemand dan is, hoe rijker.”
“In een samenleving met veel oude mensen, is er een groot verschil tussen de rijke ouderen en de jongeren die nog geen kans hebben om iets op te bouwen. Dit kan allerlei soorten verdeeldheid verergeren. Net als mogelijke verschillen in waarden en cultuur tussen jongeren en ouderen, die aantoonbaar een van de oorzaken van polarisatie zijn. De uitkomsten zijn verontrustend.”
De levensverwachting stijgt al – wie wil nou het eeuwige leven?
Maar waarom zouden mensen überhaupt zo lang mogelijk of zelfs eeuwig willen leven? “Ik denk dat vooral onder jonge mensen de grootste misvatting is, dat oud zijn ‘erg’ is”, zegt Wareham. “Sommige mensen maken terloops opmerkingen dat ‘ze liever doodgaan voordat ze echt oud worden’. Er is dus ook weerstand tegen levensverlengende ingrepen. Maar kijkend naar verschillende studies over ouder worden, kloppen aannames over ouderdom vaak niet.”
“Zo zijn er studies die naar de ‘gelukscurve’ van mensen kijken. Die studies laten zien dat mensen na hun zestigste juist gelukkiger zijn dan jonge mensen. Je kunt dit soort resultaten op veel manieren wegen, maar ik denk dat het zeker iets zegt over onze negatieve kijk op ouderdom, en over of langer leven en heel veel ouder worden iets is wat je moet willen.”
Een manier om de ongelijkheid te verkleinen, is erop toezien dat mensen met minder privilege toegang krijgen tot dezelfde technologische mogelijkheden.
“De trend om mensenlevens te willen verlengen is niet nieuw, maar de ‘natuurlijke’ grens van hoe oud mensen maximaal kunnen worden wordt wel steeds verder opgerekt. Alle voorspellingen over waar die grens ligt, blijken steeds niet uit te komen.” Wareham vindt het daarom van groot belang om nu al rekening houden met scenario’s waarin mensen aanzienlijk ouder worden dan eerder werd verwacht.
Het belang van een ethisch perspectief op het verlengen van de levensduur
Beleidsmakers moeten zich bewust zijn van de risico’s op ongelijkheid die levensverlengende behandelingen met zich meebrengen, vindt Wareham. “Een manier om die ongelijkheid te verkleinen, is erop toezien dat mensen met minder privilege toegang krijgen tot dezelfde technische mogelijkheden om levens te verlengen als de mensen met privilege. Een ethisch perspectief dwingt het beeld van biotechnologische vooruitgang telkens te herzien.”
“Daarbij kan het nodig zijn om economische en politieke hervormingen door te voeren die de democratische integriteit beschermen. Denk aan het beperken van campagne-uitgaven in veel landen. Maar om structurele ongelijkheid écht tegen te gaan, is een radicalere aanpak misschien nodig. Zo stelt mijn collega hoogleraar Ingrid Robeyns voor om een grens te stellen aan extreme rijkdom.”
Het argument dat medische uitvindingen en technologieën uiteindelijk ook heus bij de minder rijken terechtkomen vindt Wareham niet overtuigend. “Dat is vaak een lange weg – als het al gebeurt, want er blijven ook op dit gebied grote kloven bestaan tussen arm en rijk. Kijk maar naar de grote ongelijkheid die er nu al is tussen rijke en arme landen op het gebied van levensverwachting van hun bevolking.”