Leonard Rutgers bestudeert geboortepieken in de oudheid en nu
'In mei leggen alle vogels een ei, behalve de koekoek en de spriet, die leggen in de meimaand niet', aldus het bekende spreekwoord. Prof. dr. Leonard Rutgers (Antieke cultuur) gaat in zijn column in Het Financieele Dagblad (6 mei) na hoe dit eigenlijk bij mensen zit. In de oudheid blijken andere perioden in het jaar favoriet voor het verwekken van kinderen dan vandaag de dag.
In geboortepieken zijn er vaak regionale verschillen waarneembaar, met als rode draad: hoe dichter bij de evenaar, des te later in het jaar vindt de geboortepiek plaats. Sinds de jaren zeventig schuift Nederland op richting het zuidelijke patroon, constateert Rutgers. Op 24 september worden in Nederland de meeste baby's geboren, terwijl dat daarvoor nog in het voorjaar was.
Timing is money
In de oudheid zagen die geboortepatronen er anders uit. Sinds de Romeinse tijd zijn december en januari eeuwenlang de piekmaanden voor geboorten geweest. Maar bij opgravingen van een Romeinse necropool in de Dakleh-oase is een afwijkende ontdekking gedaan: de piek in geboorten viel daar juist in maart en april. Een mogelijke verklaring is dat het hierbij gaat het om een slinkse belastingontduikingstactiek: wellicht werden deze kinderen wel op de gebruikelijke tijd geboren, maar bewust pas later bij de Romeinse autoriteiten gemeld om de belastingaangifte voor de ouders zo laag mogelijk te houden. "Immers: timing is money", concludeert Rutgers.