Kunstmatige afkoeling wordt een steeds reëler alternatief
Klimaatverandering krijgt de contouren van een klimaatcrisis. Omdat actie traag op gang komt, groeit de belangstelling om actief in te grijpen. Veel mensen kijken naar de wetenschap om de dilemma’s op te lossen, maar onderzoeker Jeroen Oomen vindt dat niet terecht.
Na jaren van ontkenning en lethargie over de opwarming van de aarde volgen de klimaatrampen elkaar op. Eilanden die onder water verdwijnen, bizarre vrieskou in Washington en een totaal verstoord klimaatsysteem. Een wereldwijde klimaatpaniek volgt en opeens zijn alle klimaatmaatregelen, hoe riskant en ingrijpend ook, gelegitimeerd.
Dit zijn geen nieuwsberichten, maar gebeurtenissen uit Science in the Capital, de trilogie die sciencefictionauteur Kim Stanley Robinson tussen 2004 en 2007 schreef. Het gaat om fictie natuurlijk, maar wel om geloofwaardige klimaatfictie.
Nu, zo’n vijftien jaar later, lijken de klimaatdoelen van 1,5 of 2 graden maximale opwarming ook in werkelijkheid niet gehaald te worden, tenzij op korte termijn wereldwijd grootschalig actie wordt ondernomen. Daardoor groeit ook in werkelijkheid de aandacht voor climate engineering, de wetenschappelijke term voor actieve interventies in het klimaat.
De aandacht voor climate engineering groeit, omdat het onwaarschijnlijk is dat de klimaatdoelstellingen zullen worden gehaald
De ingrepen die besproken worden reiken van het genetisch manipuleren van planten om meer CO2 op te slaan tot het gebruiken van fijnstof om een soort koelende sluier om de aarde te leggen, en van het bouwen van fabrieken die CO2 afvangen tot het manipuleren van wolken om de polen tegen smelten te behoeden.
Vaak worden die ingrepen voorgesteld zoals in Science in the Capital: als laatste redmiddel, als reactie op plotse klimaatcatastrofes. Zolang dit soort catastrofes zich niet voordoen in machtige landen, zo redeneert men, ontbreekt de politieke urgentie voor klimaatingrijpen. Maar hoelang geldt dit nog?
Een regionaal ongeluk
Climate engineering zal uitgroeien tot een politieke splijtzwam. Nu al groeit zowel de politieke wil als de maatschappelijke onrust over artificiële afkoeling. Is het überhaupt wenselijk? Hoe kun je ooit veilig bepalen of het ‘werkt’? Het zou kunnen dat de gemiddelde temperatuur van de aarde weliswaar daalt, maar bepaalde regio’s totaal ontregeld raken – bijvoorbeeld door hevige regenval. Nemen we dat regionale ongeluk dan op de koop toe? Wie neemt die beslissingen, en op basis waarvan?
Klimaatinterventies moeten niet in de plaats komen van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen
Het grootste risico is echter dat het idee van climate engineering de bereidheid ondermijnt om alles op alles te zetten om de afspraken van Parijs na te komen. Klimaatinterventies moeten niet de rol overnemen van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Hier zitten we al op een glijdende schaal. Veel klimaatmodellen gaan uit van het afvangen van CO2 op grote schaal om de gestelde klimaatdoelen van 1,5 of 2 graden Celsius te bereiken – iets waar we nog helemaal niet van weten of het op die schaal kan!
Als noemenswaardige klimaatmaatregelen op zich laten wachten, zal climate engineering aan invloed blijven winnen. Dit betekent dat we een politieke discussie omtrent climate engineering niet uit de weg kunnen gaan. Maar laat deze discussie dan daadwerkelijk politiek van aard zijn. Vooralsnog wordt het debat omtrent climate engineering te vaak op pseudowetenschappelijke gronden gevoerd: kan het, werkt het, lukt het? Alsof het simpelweg gaat om een extra toevoeging aan het portfolio van klimaatmaatregelen, waarbij de voornaamste graadmeter is of het ‘werkt’ en de opwarming onder de anderhalve graad kan houden.
Speculatieve technologie
Climate engineering werpt politieke en morele kwesties op, die een diepere en complexere discussie vereisen. Wat betekent het om het klimaat te zien als iets waarin we technologisch kunnen ingrijpen? Onder welke institutionele randvoorwaarden kunnen klimaatinterventies überhaupt op acceptabele wijze worden uitgevoerd? Hoe passen die in de samenleving die we denken te zijn, die we willen zijn? Wie heeft er wat te zeggen over deze speculatieve technologische ontwikkeling en op welke gronden? Wat is eigenlijk precies het doel van ons klimaatbeleid, en hoe zou climate engineering daarin passen?
Het klimaatdebat is niet simpelweg een wetenschappelijke vraag maar een maatschappelijke, politieke uitdaging, met gevolgen voor iedereen.
Het klimaatdebat is niet simpelweg een wetenschappelijke vraag maar een maatschappelijke, politieke uitdaging, met gevolgen voor iedereen. Juist daarom moeten we de discussie over interventies in het klimaat nu al voeren – en op basis van de juiste gronden. Want als we, net als in Science in the Capital, bovenstaande vragen nog moeten beantwoorden wanneer het water ons letterlijk aan de lippen staat, zijn we veel te laat.
Deze blog van Jeroen Oomen is op 18 juni 2019 gepubliceerd als klimaatblog in de NRC.
Wetenschappers van de Universiteit Utrecht schrijven regelmatig over hun onderzoek in de klimaatblog van de NRC. Zij werken samen in het strategische thema Pathways to Sustainability.