Kaarten leggen historisch pad van de Rijn bloot
Onder de rivieren zeggen ze friet, erboven patat. In de 15e eeuw voor Christus had die grens – even achterwege latende dat de aardappel pas in de 18e eeuw na Christus in die streek werd geïntroduceerd – heel ergens anders gelegen. De staart van de Rijn bevond zich in dat tijdperk namelijk een stuk zuidelijker dan nu. Pas rond het jaar 800 na Christus bewoog de Rijn zich, onder invloed van mensen, naar de plek waar de rivier nu de grens tussen friet en patat bewaakt. Met behulp van zo’n 40 oude kaarten van Nederland wisten onder andere onderzoekers Jana Cox en Maarten Kleinhans (Universiteit Utrecht) samen met conservator en kaartenexpert Marco van Egmond (Universiteitsbibliotheek) de geschiedenis van de Rijn en de Haringvliet uitgebreid uiteen te zetten. Dit onderzoek laat het belang zien van historische archieven en van menselijk handelen in een systeem.
Hoe veranderde de Rijn tussen 1500 voor Christus en nu?
Zowel de riviermonding als de staart van de Rijn hebben zich door de tijd verplaatst. Vroeger lag het begin van de Rijn een stuk dichterbij Den Haag, en lag de staart een stuk zuidelijker. Door natuurlijke uitwijking, waarbij de rivier uit z’n oevers springt, en door menselijk handelen is de Rijn in de loop der tijd aan de wandel gegaan en versmald.
Tussen 3500 en 2600 voor Christus zijn mensen voor het eerst geland in het gebied, vooral rondom getijdenbeekjes. Tussen 800 voor Christus en het jaar nul vestigden mensen zich ook in venige gebieden. Na die tijd, tot zo’n 500-1000 jaar na Christus, legden Romeinse nederzettingen veel veenland droog. Mede door het polderen van veen kwamen de Rijn en Maas rond 1050-1350 na Christus op hun huidige plek te liggen. Tijdens de overstromingen van de Sint-Elisabethsvloed van 1421-1424 ontstond de Biesbosch.
Tekst loopt door na afbeelding.

De enorme toevoer aan handel rondom Rotterdam door onder meer de Oost-Indische Compagnie en later moderne vrachtschepen heeft ervoor gezorgd dat de rivier constant onder ontwikkeling was.
Waarom heeft de Rijn zo’n uitgebreide geschiedenis?
Zowel door natuurlijke uitwijking van de rivier als menselijk handelen, is de rivier lang in beweging gebleven. Van de Romeinse bezetting, de stichting van Rotterdam en de haven van Rotterdam, de Sint-Elisabethsvloed, en het hoogtepunt van de maritieme handel tot de recentere aanleg van de Nieuwe Waterweg, het afdammen van de Zuiderzee en de Deltawerken – mens en natuur beïnvloeden al meer dan 2000 jaar het gebied rondom de rivieren.
Met behulp van oriëntatiepunten zoals kerken die nog steeds bestaan, kun je oude kaarten refereren aan huidige kaarten.
Wat voor soort kaarten hadden jullie tot je beschikking voor het onderzoek?
We gebruikten geologische kaarten en oude kaarten. Geologische kaarten zijn gebaseerd op geologische afzettingen, waardoor je kunt zien hoe het land en de rivieren vroeger waarschijnlijk liepen. Geologische kaarten laten de geschiedenis van zo’n 9000 jaar geleden zien. We hebben niet de hele collectie geologische kaarten voor dit onderzoek gebruikt, alleen kaarten tussen 1500 voor Christus, toen de riviermonding van de Rijn stabiliseerde, en 1500 na Christus.
Oude kaarten zijn echt door mensen gemaakt, de eerste is van 1558 na Christus. Vanaf dat moment zijn we bestaande oude kaarten gaan gebruiken in plaats van geologische kaarten.
Tekst loopt door na afbeelding.

Hoe weet je of die oude kaarten uit de zestiende eeuw wel kloppen?
Met behulp van oriëntatiepunten zoals kerken die nog steeds bestaan, kun je oude kaarten refereren aan huidige kaarten. Zo weet je precies welke kloppen. Of een oude kaart nauwkeurig is, hangt ook af van de bron(nen) van de kaart. Als een landmeter betrokken was bij het maken van de kaart, is die meestal geometrisch betrouwbaar. Andere kaarten kunnen zijn gekopieerd vanaf die betrouwbare kaart en zullen dus ook kloppen, hoewel er soms tussen die kopieën wat tijd zit. In dit onderzoek hebben we vooral zulke nauwkeurige prototypes of afgeleiden gebruikt. Soms zijn deze kaarten gepubliceerd door bekende kaartenmakers, maar niet altijd.
Wat maakt dit onderzoek zo uniek?
Veel oude kaarten die we hebben gebruikt zijn rivier- en zeekaarten. Schippers moesten bijvoorbeeld precies kunnen zien waar ze aan konden meren. Ook zijn destijds veel kaarten vervaardigd ter verbetering van de bevaarbaarheid van rivieren of ter voorkoming van dijkdoorbraken. Dat is uniek aan Nederland: het belang van de rivieren heeft ervoor gezorgd dat Nederland heel rijk is aan cartografische data over die rivieren. Al die kaarten waren al beschikbaar, en het enorme werk van catalogiseren, digitaliseren en georefereren van de kaarten was al door de Universiteitsbibliotheek gedaan. Dat heeft het onderzoek flink versoepeld. Daarnaast heeft een vorige promovendus een tool ontwikkeld die aan de hand van een kaart ziet hoe de riviermonding onder water eruit ziet. De weg is dus echt voor ons vrijgemaakt: alles lag er al, wij konden zo aan de slag.
Publicatie
J.R. Cox, J.R.F.W. Leuven, H.J. Pierik, M. van Egmond, M.G. Kleinhans, Sediment deficit and morphological change of the Rhine–Meuse river mouth attributed to multi-millennial anthropogenic impacts, Continental Shelf Research, Volume 244, 2022, 104766, ISSN 0278-4343, https://doi.org/10.1016/j.csr.2022.104766.