Jeugdonderzoek kijkt naar genderverschillen bij apen

Een groep jongeren die actievoert voor LHBTQI+ rechten met een regenboogvlag

Wat kunnen we als jeugdonderzoekers leren van genderverschillen bij bonobo’s en chimpansees? Frans de Waal, emeritus hoogleraar aan de Universiteit Utrecht gaf een lezing over zijn boek ‘Anders: gender door de ogen van een primatoloog’ voor studenten van de faculteit Diergeneeskunde. Margreet de Looze, jeugdonderzoeker aan de Universiteit Utrecht, reageert na afloop als panellid op zijn bevindingen vanuit haar expertise gender en jeugd.

Tolerantie

Donna de chimpansee
Donna, chimpanzee, gemaakt door Victoria Horner

Ook bij apen bestaat genderdiversiteit. Niet alle dieren gedragen zich naar het geslacht waarin ze geboren zijn. “Donna was bijvoorbeeld een chimpansee die werd geboren met fysieke vrouwelijke kenmerken, maar Donna vertoonde meer mannelijk gedrag. Hoewel Donna hierin afweek van de norm, werd de chimpansee geaccepteerd door iedereen in de groep: zowel door de mannen als de vrouwen. Het verschil tussen mensen en apen is de mate van tolerantie die wij hebben voor genderdiversiteit: mensen lijken veel minder tolerant te zijn dan apen. Een mogelijke verklaring is taal: taal motiveert om meer in hokjes te denken. Als iemand niet in dit hokje past, vinden we die persoon raar, discrimineren we of sluiten we hem of haar buiten.”

Problematisch volgens De Looze: “Je hoort nu vaak mensen zeggen dat genderdiversiteit een hype is, omdat er  een toename is in jongeren die zich niet thuis voelen in het hokje jongen of meisje. Alsof het iets leuks of interessants is om anders te zijn. Wat veel mensen zich niet realiseren, is hoeveel weerstand deze jongeren ondervinden, wat ze allemaal over zich heen krijgen. Van ouders, leeftijdsgenoten, leraren en willekeurige mensen die zij op straat tegenkomen. Er is een veelvoud aan onderzoek dat laat zien dat er nog steeds  veel agressie is tegen mensen die niet cisgender en niet heteroseksueel zijn. Dat gaat van impliciete vormen zoals aangestaard worden en ongepaste vragen krijgen tot expliciete vormen van agressie, zoals fysiek geweld met soms de dood tot gevolg.”

Gender en geslacht toelichting

Gender is een sociaal geconstrueerd concept. Wij als maatschappij bepalen wat ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ is en wat voor gedrag daar bij past. Geslacht of sekse aan de andere kant gaat over biologische kenmerken die iemand man of vrouw maken. Een cisgender persoon is iemand waarbij het geslacht en de genderidentiteit overeenkomen. Bij een transgender persoon komen het geslacht en de genderidentiteit niet overeen. Non-binaire mensen voelen zich niet thuis in de binaire categorieën van man en vrouw.

Rol van ouders

Moeder en dochter zitten samen te kletsen met hun rug naar de camera.

Ouders kunnen een belangrijke steunpilaar zijn voor jongeren in de zoektocht naar gender. “Het is belangrijk dat ze er samen over praten. Dat ouders niet denken dat hun kind is ‘aangestoken’ door anderen, maar dat ze hun kinderen serieus nemen en naar hen luisteren. Ik kan me wel voorstellen dat sommige ouders het moeilijk vinden als hun kind bijvoorbeeld aangeeft genderfluïde te zijn, of zich identificeert met een ander gender dan het (biologische) geslacht. Als ouder denk je misschien: mijn kind gaat het moeilijk krijgen in deze maatschappij, en dat wil ik mijn kind besparen. Maar de genderidentiteit van je kind is niet het probleem. Het probleem is de reactie van anderen. Ouders kunnen een belangrijke rol spelen in het vergroten van de kennis en de bewustwording van de mensen om hen heen.”

Leren over gender

Hoe leren kinderen dan in eerste instantie over het concept gender? De Waal observeert bij apen voornamelijk self-socialisatie. Jongen observeren hun voorbeeld en imiteren dat: “We zien dit bijvoorbeeld terug bij technieken die wilde chimpansees gebruiken om naar termieten en mieren te vissen met stokjes. De dochters gebruiken precies dezelfde techniek als hun moeder, terwijl de zonen voedsel technieken meer in hun eentje ontwikkelen. Ook op het gebied van dieet zien we dit terug: de vrouwelijke jonge apen eten hetzelfde als hun moeder en de mannelijke jonge apen eten hetzelfde als andere mannelijke volwassen apen in de groep.”

Interactie tussen nature en nurture

Chimpansee speelt met knuffeltje
Vrouwelijke chimpansee met pop, gemaakt door: Crystal Alba

Toch is De Waal ervan overtuigd dat gender niet alleen is aangeleerd, maar dat het een interactie is tussen nature en nurture. Het aangeboren aspect speelt dus ook een rol: “Vrouwelijke apen voelen zich van nature veel meer aangetrokken tot baby’s of speelgoed dat daar op lijkt. Als we vrouwelijke en mannelijke apen poppen geven, zien we dat vrouwen ze de hele dag met zich meedragen en ermee spelen, waar mannelijke apen ze kapot trekken of kijken of er iets in zit. Aan de andere kant spelen mannelijke jonge apen meer door te stoeien. Het lijkt of deze spelvormen zowel de mannelijke als de vrouwelijke apen klaarstomen voor hun volwassen leven, waarin ze allebei andere taken krijgen.”

Als we vrouwelijke en mannelijke apen poppen geven, zien we dat vrouwen ze de hele dag met zich meedragen en ermee spelen, waar mannelijke apen ze kapot trekken of kijken of er iets in zit.

Adoptievaders

Dat wil niet zeggen dat de mannelijke apen niet in staat zijn om vrouwelijke taken te doen, of vice versa. “Vaak als de moeder van een baby-aap overlijdt, adopteert niet een andere moeder, maar een mannelijke aap het kind. Er zijn DNA testen gedaan bij deze adoptievaders en dit zijn bijna nooit de biologische vaders. De mannen dragen het kind bij zich, zoals de moeder normaal zouden doen. Onderzoek laat zien dat apen die opgevoed zijn door deze adopterende vaders het net zo goed doen in het volwassen leven als kinderen die zijn opgevoed door hun moeder.”

De Waal pleit dus dat er misschien biologisch gezien bepaalde neigingen zijn die passen bij een bepaald gender, maar die zijn niet deterministisch. Bovendien kan de biologie weer veranderen als gevolg van de omgeving of het gedrag. Eén van de weinige studies naar mensen die De Waal noemde ging hierover: “Als mannen de belangrijkste opvoeder worden veranderen hun hersenen zelfs een beetje: de amygdala (het hersengebied dat emoties stuurt) wordt groter, de hoeveelheid oxytocine (hormoon dat sociale verbindingen stimuleert) wordt hoger en de hoeveelheid testosteron wordt lager.”

Gender is dus een gevoelig onderwerp waar kinderen en jongeren mee kunnen worstelen. Wat kun je als jeugdprofessional doen om hierin te groeien? De Looze: “Ik denk er op het gebied van kennis nog veel te halen is. Mijn indruk is dat veel jeugdprofessionals het graag goed willen doen, maar ook bang zijn om iets verkeerd te doen, juist omdat gender zo’n gevoelig thema is. De input van jongeren zelf is daarbij van onschatbare waarde. Als docenten bijvoorbeeld worstelen met het thema gender en bang zijn om iets verkeerds te doen of te zeggen in de klas, zou ik ze aanraden: vraag het de leerlingen! We moeten afstappen van het óver jongeren praten; we moeten mét ze praten.”

Maar ook jongeren moeten zichzelf niet onderschatten. “Ik zou jongeren op het hart willen drukken dat hun ideeën en inzichten ertoe doen, en dat de wereld er baat bij heeft om ze te horen. Revoluties beginnen bijna altijd bij de jeugd. Jongeren hebben het in zich om verandering teweeg te brengen, en oudere generaties kunnen veel van hen leren. Ook op gendergebied hebben jongeren de afgelopen jaren een leidende rol aangenomen. Nu is het belangrijk dat oudere generaties naar hen luisteren en open staan voor wat zij te zeggen hebben. Want we hebben elkaar nodig om dingen duurzaam te veranderen: jong en oud, cisgender, non-binair… Uiteindelijk moeten we het samen doen.”