Ismee Tames wordt bijzonder hoogleraar Stichting 1940-1945
Nieuwe leerstoel beoogt herinnering aan verzet levend te houden
Ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van Stichting 1940-1945 stelt de Stichting in samenwerking met de Universiteit Utrecht een bijzondere leerstoel in. Deze leerstoel met de naam Stichting 1940-1945: geschiedenis en betekenis van verzet tegen onderdrukking en vervolging wordt geplaatst in het departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht. De nieuwe hoogleraar is dr. Ismee Tames (1976), die naast deze nieuwe functie als directeur onderzoek verbonden is aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Ismee Tames werd op 27 juni geïntroduceerd tijdens de feestelijke viering van het jubileum van de Stichting in aanwezigheid van onder andere Prinses Beatrix.
Stichting 1940-1945
Stichting 1940-1945 is al tijdens de oorlog ontstaan toen vertegenwoordigers van een groot aantal verzetsorganisaties gezamenlijk het initiatief namen om de invalide geworden verzetsdeelnemers en de gezinnen van de overleden verzetsdeelnemers ook na de bevrijding te blijven ondersteunen. Zij zagen dit als hun ‘ereschuld’. Met dat doel werd Stichting 1940-1945 opgericht. 70 jaar later is de Stichting nog steeds actief en helpt zij ook vervolgingsslachtoffers en burgerslachtoffers van oorlogen.
Over de leerstoel
Nu de doelgroep van de Stichting kleiner wordt, heeft de Stichting besloten het gedachtegoed in stand te houden en te verspreiden. Het doel van de leerstoel is om de herinnering levend te houden aan zowel verzet, vervolging en geweld tegen burgers in de jaren 1940-1945 als aan de wijze waarop Stichting 1940-1945 invulling heeft gegeven aan de ‘ereschuld’ en bijzondere solidariteit. Dit gebeurt enerzijds door wetenschappelijk onderzoek en anderzijds door het versterken van het maatschappelijk bewustzijn inzake vervolging en verzet.
Over Ismee Tames
Dr. Ismee Tames (1976) is directeur onderzoek bij het NIOD. Ze is afgestudeerd als politicoloog en historicus aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte als sociaal-economisch onderzoeker bij NYFER, Forum for Economic Research om daarna aan het Duitsland Instituut bij de Universiteit van Amsterdam haar proefschrift te schrijven over oorlog, identiteit en neutraliteit in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog (2006).
Bij het NIOD werkte zij aan verschillende projecten en programma’s waarin telkens de oorlogservaring en de lange termijneffecten daarvan centraal stonden. De ingewikkelde maatschappelijke thema’s na de oorlog bracht zij in beeld en benoemde zij onder andere in studies als Besmette jeugd (2009) en Doorn in het vlees (2013).
Tames’ voornaamste velden van interesse zijn de gevolgen van oorlog en bezetting voor samenlevingen, de ervaring van oorlog, processen van in- en uitsluiting, gedrag en keuzes van mensen in tijden van oorlog en de rol van verwachtingen en ervaringen.
In de media
De benoeming van Tames kreeg onder andere aandacht in de Telegraaf (27 juni), Trouw (29 juni) en het Parool (2 juli). In een interview in het AD/Utrechts Nieuwsblad (30 juni) stelde Tames: "Het is de uitdaging om de herinnering aan de oorlog, aan vervolging, niet zo eindeloos te herhalen dat het holle frases worden. Het kan ons nog steeds aan het denken zetten. Wat maken wij nu mee? Wanneer maken wij keuzes en welke prijs betalen we daarvoor?"