Inzet van bedrijfsmethodes voor een diversere studenteninstroom bij Nederlandse Taal en Cultuur

Hoe kan de instroom van de bachelor Nederlandse Taal en Cultuur diverser worden? Hoe kan de werving beter aansluiten op een bredere doelgroep, zoals scholieren met een migratieachtergrond of bètastudenten? In een project van de Utrecht Young Academy worden deze vragen onderzocht met behulp van twee vernieuwende methodes uit het bedrijfsleven: de Lean Startup Methode en Sprint.

Ontwikkelen-meten-leren feedback loop

Het creëren van meer diversiteit op de universiteit is een complexe taak. Vaak worden er strategieën ingezet voordat het volledige probleem in kaart is gebracht. Om beter te begrijpen hoe diversiteitsproblematiek effectief aangepakt kan worden, wordt in dit project het bedrijfsmodel Lean Startup Method gebruikt. De Lean Startup Methode is ontwikkeld door Steve Blank en Eric Ries om inzicht te vergaren in de behoeftes van een doelgroep.

De methode maakt hierbij gebruik van een build-measure-learn feedback loop waarbij ideeën snel worden getest om de resultaten te verbeteren. Het voordeel van deze methode is dat, door veel verschillende mogelijkheden te testen, bredere inzichten worden vergaard die verder reiken dan reeds bestaande aannames en vooroordelen. Deze inzichten zijn nodig om een goed plan te bedenken om de specifieke problemen aan te pakken. Dit plan wordt vervolgens getest en elke keer aangepast. Hierdoor wordt er minder tijd en geld verspild aan oplossingen die achteraf niet effectief blijken.

Uitgebreide interviews over voorlichtingsproducten 

Verschillende voorlichtingsproducten die mogelijk een diversere studentenpopulatie aanspreken zijn voorgelegd aan studenten en scholieren. Via interviews, die werden afgenomen met een specifieke opbouw en toon, werd gekeken hoe ze hierop reageren, om verbeterpunten en blinde vlekken te ontwaren. Ook werd hierdoor een algemeen beeld verkregen van hun situatie, voorkeuren en doelen in het studiekeuzeproces en algemener in het leven. Hierbij lag de focus voornamelijk bij het aanspreken van scholieren met een migratieachtergrond.

Deze methodes uit het bedrijfsleven gaven een stimulerende en nieuwe benadering

Het project is een samenwerking tussen Martine Veldhuizen en Lieke Stelling, beide lid van de Utrecht Young Academy, Feike Dietz en Tessa van de Warenburg. Het bijzondere aan dit project zijn de methodes die zijn gebruikt om inzicht te krijgen in de doelgroep. Deze methodes uit het bedrijfsleven gaven een stimulerende en nieuwe benadering, waardoor verassende resultaten zijn gevonden buiten reeds bestaande aannames en verwachtingen. 

Infographic met resultaten uit het project

Tessa van de Warenburg, onderzoeksmedewerker bij het Departement Talen, Literatuur en Communicatie nam interviews af met studenten en scholieren over de voorlichtingsproducten volgens de Sprint methode. "Het zijn kwalitatieve interviews, waarbij je iets te weten komt over de achtergrond van mensen en ze zoveel mogelijk op hun gemak stelt. Hierdoor hebben mensen niet het gevoel dat ze getest worden en kan je meer informatie verzamelen. Vervolgens laat je ze zien wat we hebben ontwikkeld."

Tessa vertelt dat de interviews voornamelijk waren gericht op hoe de voorlichtingsproducten werden ervaren door de scholieren, en niet over de culturele achtergrond van de scholieren. "We willen van de scholieren horen wat ze hiervan vinden, maar ik had niet allerlei vragen over hun migratieachtergrond. Het verschilt sterk per persoon in hoeverre zij zich daarmee identificeren of in hoeverre dit van belang is voor hun studiekeuze. We wilden een diverse doelgroep spreken, maar het hoeft daar niet per se over te gaan."

Hierdoor hebben mensen niet het gevoel dat ze getest worden en kan je meer informatie verzamelen.

Uit de interviews met de scholieren en studenten zijn meerdere resultaten naar voren gekomen. Het kan helpen om in de promotie duidelijker te maken wat de bredere beroepsmogelijkheden zijn met de studie Nederlandse Taal en Cultuur. Ook kan het waardevol zijn om meer aandacht te besteden aan de website, aangezien dit een belangrijke informatiebron blijkt voor scholieren. Zo kan er bijvoorbeeld een pagina met veelgestelde vragen geplaatst worden, waar onder andere de vraag werd beantwoord of het een probleem is als Nederlands niet je eerste taal is. De volledige resultaten uit het project zijn weergegeven in deze infographic.

Zowel de methodes die zijn gebruikt tijdens het project als de inzichten die hieruit zijn voortgekomen kunnen in de toekomst ook ingezet worden bij andere studies of bij de werving van medewerkers van de universiteit.