Hogere temperatuur versterkt methaanuitstoot uit moerassen

Sneeuwbaleffect in Arctische veengebieden


Als de temperatuur op aarde toeneemt, nemen methaanetende bacteriën minder methaan op uit de moerassen waarin zij leven. Deze afnemende methaanrecycling betekent dat bij verdere opwarming van de aarde meer methaan uit de uitgestrekte veengebieden rond de Noordpool terecht zal komen in de atmosfeer. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben hiervoor bewijzen gevonden, die zij 29 juni publiceren in het wetenschappelijke tijdschrift PLoS ONE.

Moerassen vormen de grootste natuurlijke bron voor atmosferisch methaan, een broeikasgas dat vele malen schadelijker is dan CO2. Dit methaan wordt gevormd door de afbraak van organisch materiaal in de moerassen en komt daarnaast in toenemende mate vrij door het smelten van permafrost in het Arctisch gebied.

Samenwerking tussen bacterie en veenmos

Een groot deel van dit methaan wordt echter al in het moeras opgenomen (gerecycled) door methaanetende bacteriën. Deze bacteriën leven in symbiose met veenmos, waarbij de bacteriën extra CO2 leveren aan het mos en het mos een habitat verschaft aan de bacteriën (zie eerder onderzoek).

Bij een toenemende temperatuur wordt de samenwerking tussen bacterie en veenmos verstoord en minder effectief. Dit hebben de onderzoekers van de Universiteit Utrecht aangetoond door de symbiose te bestuderen met een serie experimenten bij verschillende temperaturen.

Sneeuwbaleffect

In de toekomst zal er door klimaatopwarming niet alleen meer methaan vrijkomen uit de Arctische moerassen, dit methaan zal ook minder goed worden vastgehouden en kan zodoende een grote bijdrage gaan leveren aan de opwarming van de aarde. De huidige modellen om de opwarming van de aarde te voorspellen, houden echter geen rekening met dit proces en zullen daarom de toekomstige opwarming onderschatten.

Publicatie

‘Temperature-Induced Increase in Methane Release from Peat Bogs: A Mesocosm Experiment’, Julia van Winden, Gert-Jan Reichart, Niall McNamara, Albert Benthien, Jaap Sinninghe Damsté, PLoS ONE, 29 juni 2012. 

Meer informatie

Peter van der Wilt, perscommunicatie Universiteit Utrecht, (030) 253 3705, p.m.vanderwilt@uu.nl.