Hoe komt het dat Nederlandse jongeren niet leesvaardig zijn?
Het gaat niet goed met de leesvaardigheid van Nederlandse jongeren. Dat is al langer duidelijk, maar in het meest recente internationale onderzoek is dat afgelopen jaar nog duidelijker geworden. Voor een kwart van de 15-jarigen dreigt laaggeletterdheid. Vooral nadenken over wat je leest, blijkt de Nederlandse jeugd slechter te doen dan de gemiddelde Europese jongere. En dat terwijl de Nederlandse jeugd minder met zijn of haar telefoon bezig is dan die gemiddelde Europese jongere.
Wat is er dan wel aan de hand, en wat kunnen we eraan doen? We leggen twee vragen over de leesvaardigheid voor aan hoogleraar Vroegmoderne Nederlandse Letterkunde Els Stronks, één van de Utrechtse neerlandici op zoek naar een goede probleemanalyse én naar oplossingen.
Ik constateer dat we inmiddels veel onderzoek doen naar de gevolgen van het huidig leesonderwijs maar we kijken nog te weinig naar de oorzaken.
Wat zijn de oorzaken van het gebrek aan leesvaardigheid?
‘Dat weten we eigenlijk nog niet goed. Vorige week bracht ik in het ronde tafel gesprek van de vaste commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van de Tweede Kamer een probleemanalyse (pdf) in die enige dagen later in Zondag met Lubach werd opgepikt en inmiddels tot de discussie leidt die we met alle betrokkenen moeten voeren. Ligt de oorzaak bij beslissingen over de inrichting van Nederlands leesonderwijs (accent op structuuranalyse in begrijpend lezen, en scheiding tussen begrijpend en literair lezen) die uniek zijn voor Nederland? Ik constateer dat we inmiddels veel onderzoek doen naar de gevolgen van het huidig leesonderwijs (nergens haten 15-jarigen lezen zo erg als in ons land), en proberen die gevolgen te bestrijden, maar we kijken nog te weinig naar de oorzaken.’
Hoe krijgen we jongeren leesvaardiger?
‘Lastig te zeggen, zolang we de oorzaak niet helemaal helder hebben. Maar we weten wel dat deze situatie er al decennialang is, en dus opgelost moet worden door lezers die helaas ook in deze cultuur van “leesweerstand” zijn opgegroeid. Als je het vanuit historisch perspectief bekijkt (en dan neem ik even de vroegmoderne tijd als norm, toen de Republiek in Europa voorop liep in geletterdheid), zijn er zelfs al langer ontwikkelingen aan de gang die de Nederlandse leescultuur ondergraven, en dat is de geringe aandacht voor schrijfonderwijs in het Nederlands voortgezet onderwijs sinds het einde van de 19e eeuw.
Eigenlijk is elke generatie door dit probleem getroffen. We proberen met projecten als Taalbaas.nu en Schrijfakademie.nl via de band die jongeren wél waarderen – zelf schrijven – te werken aan institutionele maar ook individuele veranderingen. Meer waardering voor ‘taalbazen’ (schrijvers, journalisten, acteurs, advocaten) en het gevoel dat je zelf met taal aan de gang kunt om jezelf onderdeel te maken van een cultuur, kan misschien bijdragen aan de oplossing van dit enorme maatschappelijke probleem.’