“Het kortetermijndenken in de Nederlandse politiek gaat ten koste van de langere termijn”
Politici ervaren een toename in het kortetermijndenken in de Nederlandse politiek, en dat gaat ten koste van noodzakelijke plannen voor de langere termijn. Dat concluderen vier studenten van de Universiteit Utrecht in een kleinschalig onderzoek naar short-termism. “Politici maken telkens een afweging tussen het op de korte termijn scoren op de beeldvorming en het op de lange termijn behalen van resultaten.”
In gesprek met (oud-)politici
Boyd Angenent, Jesse Dubié, Riko van der Helm en Noah Terpstra gingen in gesprek met zeven (oud-)politici, waaronder Sybrand van Haersma Buma, Annemarie Jorritsma en Gert-Jan Segers. “Bij vrijwel alle gesproken politici bespeurden we het beeld dat er een toename is in short-termism in de Nederlandse politiek. Short-termism verwijst naar de waan van de dag, oftewel het kortetermijndenken dat ten koste gaat van de langere termijn.”
De ervaren toename wijten de studenten aan verschillende factoren.
De ervaren toename wijten de studenten aan verschillende factoren. “Met name de ontzuiling en de-ideologisering van de samenleving, de volatiliteit van de kiezer, de noodzaak tot profilering en de opkomst van sociale media.” Zo zouden kiezers meer oog hebben voor de korte termijn en bovendien ‘wispelturiger’ zijn geworden door de ontzuiling. Het gevolg: het politieke landschap is versplinterd geraakt, kiezers zijn minder loyaal en politici voelen een hogere druk om zich te profileren in de hoop hun kiezers te behouden en nieuwe stemmen te winnen.
Hoe groot is het probleem?
“Daardoor staat de speelruimte onder druk, die het mogelijk maakt politiek gezien verantwoordelijk beleid voor de lange termijn te maken,” leggen de studenten uit. Of short-termism daadwerkelijk toeneemt en een structureel probleem vormt kan echter worden betwist, benadrukken ze. “Het is moeilijk om scherp in te kaderen wat short-termism precies betekent, want hoe lang is de lange termijn bijvoorbeeld?”
“De politici merkten ook terecht op dat kortetermijndenken van alle tijden is. Iedereen moet diens rol spelen. Politici hebben vertrouwen van de kiezer nodig om langetermijnbeleid te kunnen maken, de politici hoeven zich niet over te geven aan de grillige kiezer of de korte termijn, en de media hoeven niet te kiezen voor de waan van de dag.”
Negatieve invloed short-termism op klimaatbeleid
Een van de onderwerpen die het door short-termism veelal moet ontgelden is de klimaatcrisis. Sinds 1972, het jaar dat de Club van Rome haar rapport Grenzen aan de groei publiceerde, heeft het lang geduurd voordat er ruimte kwam voor een langetermijnvisie en -aanpak op het gebied van het milieu. Je zou zelfs kunnen zeggen dat er nog steeds een gebrek aan is, betogen Angenent, Dubié, Van der Helm en Terpstra.
Zonder een langetermijnvisie worden er geen structurele stappen gezet.
Eerder klimaatbeleid bestond voornamelijk uit oplossingen voor de korte termijn, schrijven de studenten. Denk bijvoorbeeld aan de subsidie van elektrische auto’s en zonnepanelen. Ondertussen werden grotere, langeretermijnproblemen, zoals de stikstofuitstoot en de landbouwsector, telkens vooruit geschoven of los van elkaar bestreden. “Terwijl dit in werkelijkheid verbonden factoren zijn. Zonder een langetermijnvisie en -aanpak voor het geheel worden er geen structurele stappen gezet.”
Een van de verklaringen is volgens de studenten wederom de behoefte aan profilering. “Kiezers hebben meer oog voor de korte dan de langere termijn. Het ontkennen of bagatelliseren van de langeretermijnproblemen kan dan ook worden gezien als kortetermijndenken voor electoraal gewin.”
Master Geschiedenis van politiek en maatschappij
Angenent, Dubié, Van der Helm en Terpstra deden hun onderzoek voor het vak Politics & Society Lab, dat onderdeel is van de master Geschiedenis van politiek en maatschappij. In deze master doorgronden studenten de historische wortels van hedendaagse vraagstukken.
“Wij keken specifiek naar in hoeverre short-termism een structureel probleem is in de Nederlandse politiek,” vertellen de studenten, “en hoe dit is verschoven tussen 1980 en 2020. Dit idee is eigenlijk ontstaan tijdens het volgen van de cursus Den Haag achter de schermen van professor James Kennedy. Hierin gingen wij in gesprek met Gert-Jan Segers over stikstof en stonden we stil bij de verschillende afwegingen die een politicus moet maken.”