Goudmijn aan kennis over welzijn en welvaart wereldwijd in nieuw OECD-rapport

Rapport 'How was life?' deel II verschijnt op 25 maart

Hoe verschillen landen wereldwijd op het gebied van welvaart? Op welke vlakken is ongelijkheid in de samenleving toe- of juist afgenomen? En hoe doen Nederland en andere West-Europese landen het in vergelijking met de VS, bijvoorbeeld wat betreft opleidingsniveau of veiligheid? Het tweede ‘How was Life’-rapport dat op 25 maart wordt gepresenteerd, biedt belangrijke inzichten bij dit soort vragen rondom brede welvaart. In aanvulling op de 'How's Life?' publicaties die de OECD tweejaarlijks publiceert, laat het rapport zien hoe landen zich de afgelopen 200 jaar ontwikkelden. Hoogleraar Economische geschiedenis Jan Luiten van Zanden staat aan de wieg van de serie. ‘Kennis van dé internationale experts op dit terrein komt hierin samen.’

Sinds 2011 publiceert de OECD, de internationale Organisation for Economic Co-operation and Development, tweejaarlijks de studie ‘How’s life’, waarin het welzijn van mensen in ruim 40 landen wereldwijd onder de loep wordt genomen. De publicaties laten zien in hoeverre het welzijn van mensen verbetert op ruim 80 verschillende dimensies, zoals gezondheid, inkomen en welbevinden. In 2014 kwam daar een historische duiding bij met How was Life? Global Well-being since 1820, dat belangrijke ontwikkelingen over een termijn van 200 jaar laat zien. Het vervolg, New perspectives on historical global inequality, zoomt in op nieuwe dimensies van welvaart en ongelijkheid, zoals levensverwachting, opleidingsniveau en extreme armoede. Op 25 maart wordt dit rapport (online) gepresenteerd. 

‘It’s (more than) the economy, stupid!’

Welvaart in al haar dimensies

Het eerste How was Life-rapport kwam voort uit de jarenlange samenwerking tussen de OECD en hoogleraar Angus Maddison (RuG), die veelvuldig publiceerde over de wereldeconomie op basis van grote databestanden. Na zijn overlijden nam Jan Luiten van Zanden zijn werk over. Van Zanden: ‘Destijds werkte ik aan het Clio-Infra project, waarin we verder wilden kijken dan alleen het Bruto Binnenlands Product als welvaartsmaart. Dat was eigenlijk het startpunt van de inmiddels breed gevoerde discussie over het meten van welvaart ‘beyond GDP’. De OECD was daarmee destijds al heel actief, zij boden als eerste een alternatief kader voor het meten van welvaart.

Uit hun behoefte aan een historisch perspectief, om ontwikkelingen over langere tijd te duiden, kwam het ‘How was Life’-rapport voort.’ Zijn collega Auke Rijpma werd vanwege zijn expertise op het gebied van historische welvaartsmeting eveneens betrokken bij het onderzoek.

Welvaart als meer dan een economische maat is in Utrecht op de kaart gezet

De aandacht voor welvaart als meer dan economische groei wordt inmiddels op diverse plekken omarmd, zoals recent door de landelijke planbureaus CPB, SCP en PBL en de ondernemersverenigingen in Nederland. Al sinds 2014 is de Universiteit Utrecht voorloper op het terrein van brede welvaart als alternatief voor het BBP. Samen met RaboResearch werd de Brede Welvaartsindicator ontwikkeld, een meetinstrument waarin elf dimensies van welvaart een plek hebben (zie afbeelding 1). Deze index sluit daarmee aan bij de dimensies van de OECD, wat internationale meting en vergelijking eenvoudiger maakt.

Elf dimensies van brede welvaart
Afbeelding 1. De elf dimensies van welvaart die zijn opgenomen in de Brede Welvaartsindicator

‘Het samenbrengen van onze kennis zorgt voor een goudmijn aan informatie’

Het Clio-Infra project vormde een knooppunt voor onderzoekers die op internationaal niveau bezig zijn met economisch-sociale geschiedenis. ‘Al dé experts op dat terrein bundelden hun krachten in het onderzoek voor ‘How was Life?’. Vaak gaat dat onderzoek over een specifiek land, regio of thema. Het huidige rapport brengt al die gegevens en perspectieven bij elkaar. Samen weten we ontzettend veel.’

Cover van OECD-rapport How Was Life? II

Het systematisch samenbrengen en analyseren leidt tot waardevolle nieuwe inzichten. Bijvoorbeeld door ontwikkelingen in landen onderling te kunnen vergelijken. Hij licht toe: ‘Om brede welvaart te kunnen bevorderen, is het belangrijk om te weten wat er over een lange periode is gebeurd, wat de lange-termijn trends zijn. Hoewel bijvoorbeeld ook de huidige crisis laat zien dat je niet precies kunt voorspellen wat er zal gebeuren, kunnen we de kennis over ontwikkelingen in de afgelopen twee eeuwen wel gebruiken om te zien welke onderwerpen aandacht verdienen. Bijvoorbeeld in beleid.’

'Om brede welvaart te kunnen bevorderen, is het belangrijk om lange-termijn trends in kaart te brengen'

Dat er zoveel wetenschappers wereldwijd samenwerken aan deze gegevens noemt hij niet alleen uniek, maar ook een goudmijn. ‘Veel onderzoekers maken dankbaar gebruik van de data die in ons eerste rapport zijn opgenomen. Het biedt een rijk instrumentarium. Waar onderzoeker X eerst alleen kennis had over land Y, kan dat nu worden gecombineerd met kennis over diverse andere landen. Bovendien is er in het nieuwe rapport ook aandacht voor de verschillen binnen landen.’

Nieuwe data helpen ons uit de 'Amerikaanse droom'

Die vergelijkingen helpen om het verhaal achter de data te vertellen. Als voorbeeld noemt hij Amerika, een land dat als geheel veel rijker is dan het gemiddelde land in West-Europa. ‘Maar als je verschillende dimensies van welvaart los bekijkt, en hun ontwikkelingen in de afgelopen decennia, zie je een heel ander beeld. De ongelijkheid is op andere vlakken juist veel hoger dan in West-Europa. Wat brede welvaart als geheel betreft, doet Europa het aanzienlijk beter dan de VS. Ook is de ongelijkheid in Amerika veel sterker toegenomen. Dat is in deze studie voor het eerst nauwkeurig gedocumenteerd.’

Hoop voor de toekomst? Ongelijkheid neemt op veel vlakken af

Ook binnen Europese landen geven de afzonderlijke dimensies een interessant beeld. Zo is de vermogensongelijkheid net als in Nederland op veel plekken sterk toegenomen, maar is er tegelijkertijd sprake van een groeiende levensverwachting en opleidingsniveau. Ongelijkheid binnen landen wordt op die vlakken steeds kleiner. ‘Als we die gegevens naast elkaar leggen, zien we dus een relatief gunstige ontwikkeling. Dat komt in dit onderzoek voor het eerst naar voren.’

Op 25 maart organiseert de OECD de presentatie van het tweede 'How Was Life?' rapport. Onder andere auteur Jan van Luiten van Zanden en directeur van het OECD Development Centre Mario Pezzini leveren een bijdrage aan het programma. Aanmelden is nog mogelijk