Gebruik je een stemhulp? Kijk verder dan de eerste uitslag
Gemeenteraadsverkiezingen 2018

Woensdag 21 maart zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Voorafgaand aan de verkiezingen maken veel Nederlanders gebruik van een stemhulp om advies in te winnen over wat ze moeten gaan stemmen. Uit onderzoek blijkt dat veel stellingen moeilijk te begrijpen zijn, wat soms tot een verkeerd stemadvies kan leiden. Communicatiekundige dr. Bregje Holleman keek voor ons naar de Utrechtse stemhulp, het Kieskompas.
Stemhulpen zijn populair in Nederland. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 gebruikte meer dan de helft van de kiesgerechtigden een stemhulp. In een vierjarig NWO-project (2012-2016) onderzochten de Universiteit Utrecht (Bregje Holleman en Naomi Kamoen) en de Universiteit van Amsterdam (Claes de Vreese en Jasper van de Pol) de mate waarin stemhulpen bijdragen aan een beter begrip van politiek: welke mensen worden bereikt met stemhulpen? Weten ze beter wat ze willen stemmen door het gebruik?
Gewogen keuze
Uit het onderzoek van Bregje Holleman en Naomi Kamoen (inmiddels werkzaam aan Tilburg University) blijkt dat invullers van een stemhulp soms moeite hebben met een deel van de stellingen. Stellingen zijn niet helder geformuleerd of bevatten lastige begrippen. Soms mist de kiezer de context of informatie om een gewogen keuze te maken.
Minder parkeerplaatsen
Volgens Holleman en Kamoen is het verstandig om stellingen in termen van verandering te formuleren. “Zo kan je beter stellen ‘Het aantal parkeerplaatsen in Utrecht mag worden verminderd’ dan ‘Het aantal parkeerplaatsen in Utrecht moet gehandhaafd blijven’. Dat gebeurt in het Kieskompas van Utrecht in het algemeen goed. Daarnaast hebben de onderzoekers gezien -door mensen in verkiezingstijd een stemhulp te laten invullen en ze daarbij hardop te laten vertellen wat ze denken - dat stellingen met woorden als ‘meer (cameratoezicht)’ of ‘(het budget) verminderen’ vragen oproepen.
Vertekende uitslag
Bij de stelling ‘De gemeente Utrecht moet meer subsidie geven aan dierenopvangcentra’, bijvoorbeeld, roept dat woordje ‘meer’ bij de invuller de vraag op wat de subsidie nu is, hoeveel de verhoging zou zijn, of dat dan veel of weinig is, en wat voor consequenties dit heeft, waar gaat het geld dan niét naartoe? Zo’n woordje als ‘meer’ noemen wij de status quo trigger. Mensen realiseren zich dan dat ze niet weten hoe het nú is. En het blijkt dat mensen dan sneller ‘geen mening of ‘neutraal’ antwoorden. Dat kán een vertekende uitslag geven.”
Geen mening
Voor invullers is het verschil tussen ‘geen mening’ en ‘neutraal’ niet altijd duidelijk, terwijl het voor de uitslag een groot verschil kan uitmaken. Holleman: "Als mensen ‘geen mening’ invullen krijgen ze geen advies op basis van die vraag. Bij ‘neutraal’ krijgen ze wel advies. Eigenlijk moet er iets staan als ‘laat buiten beschouwing’, maar of dat beter werkt, zouden we eerst eens moeten onderzoeken. Stemwijzer geeft bijvoorbeeld de optie ‘sla deze vraag over’, in plaats van ‘geen mening’. Dat leek mij in eerste instantie een goede formulering, totdat we zagen dat veel mensen dan denken dat je de vraag éven overslaat en hij later weer terug komt – en dat is niet zo."
Als je echt ergens geen mening over hebt, kies dan niet voor ‘neutraal’. Neutrale antwoorden worden namelijk wel meegenomen in het stemadvies, ‘geen mening’ daarentegen niet.
Driedubbele vragen
Holleman wijst ook op dubbele en zelfs driedubbele vragen in het Utrechtse Kieskompas: ‘Om te zorgen dat er minder studentenwoningen in Utrecht komen, moeten er minder regels komen voor het verhuren van kamers’. “Voor veel mensen is dit een moeilijke stelling, want eigenlijk zijn het drie vragen: moeten er minder studentenwoningen komen, moeten er minder regels voor verhuur komen en denk je dat minder regels leiden tot minder studentenwoningen? De stellingmakers maken de vraag op deze manier om de juiste context te geven. Als er alleen had gestaan ‘Er moeten minder regels komen voor het verhuren van kamers’ was helemaal niet duidelijk waarom je dat zou kunnen willen. Hieraan zie je hoe moeilijk het is om complexe thema’s in één stelling te vatten.”
Beleidstermen
Holleman heeft advies voor de stemhulpbouwers. Zo is het beter om politieke beleidstermen te vermijden. “In het Utrechtse Kieskompas staan bijvoorbeeld af en toe termen als ‘leefbaarheid’, hondenbelasting’, ‘milieuzone’ en ‘arbeidsdiscriminatie’. Veel mensen weten niet wat deze termen inhouden. Tegelijkertijd is het moeilijk om binnen het bestek van zo’n korte vragenlijst allerlei toelichting te geven. Dan kan het bijvoorbeeld helpen om een beetje te veralgemeniseren. Bij specifieke geografische locaties, zoals Polder Rijnenburg, of het Neude, blijken veel mensen geen idee te hebben wat of waar dat is. Dan kan het soms handig zijn om het in de vraag te hebben over ‘de binnenstad’, ook al is dat wat vager dan ‘t Neude.’”

Neutrale informatie
Het zou goed zijn als de stemhulpbouwers verder na denken over laagdrempelige manieren om begripsproblemen op te lossen. “Denk daarbij aan eenvoudige uitleg over moeilijke woorden, locaties of de achtergrond van een beleidsdiscussie. Het probleem daarbij is wel dat deze informatie neutraal moet worden opgesteld, zodat alle politieke partijen het met de uitleg eens zijn, wat niet gemakkelijk is – zeker niet met de hoeveelheid partijen in Nederlandse verkiezingen”, aldus Holleman. Bij de Stemwijzer kan je wel per stelling tijdens het invullen zien wat de partijen over een onderwerp vinden, en op een impliciete manier zie je dan als invuller waar kennelijk de discussie bij dat thema over gaat. Daar wordt in het Kieskompas bewust niet voor gekozen. “Kieskompas wil dat mensen eerst vanuit hun eigen kennis en achtergrond de stemhulp invullen, zonder meteen te kijken wat de politieke partijen daarover te zeggen hebben – zodat je niet meteen wordt beïnvloed en pas daarna vergelijkt in hoeverre je mening overeenkomt met bepaalde partijen.”
Kijk verder
Het allerbeste zou zijn, als de stemhulp de kiezer zover zou kunnen krijgen dat hij of zij al tijdens het invullen extra informatie opzoekt, volgens Holleman. Ze raadt mensen aan verder te kijken dan alleen de eerste uitslag. “Als je de stemhulp hebt ingevuld, kun je nog veel meer informatie inwinnen.

Bij het Kieskompas krijg je een landschap met twee assen waarop jouw positie ten opzichte van alle partijen staat. Maar je kunt ook bij het tabblad ‘de ranking’ zien hoe ver de partijen percentueel van jou afwijken. Vaak blijkt dit om een paar procent te gaan terwijl de partijen op de landschapskaart heel ver uit elkaar lijken te liggen. Kijk vervolgens ook eens per stelling en selecteer op de thema’s die jij echt belangrijk vindt. Verdiep je in de standpunten van de partijen waarover je twijfelt. Je kan per stelling precies nagaan wat de positie van alle partijen is. Zo kan een stemhulp de invuller echt goed helpen na te denken - maar dan moet je het invullen niet zien als het eindpunt van een denkproces maar, als een beginpunt.”
Begrijpelijke taal
Binnen het NWO-programma Begrijpelijke taal deden de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam tussen 2012 en 2016 onderzoek naar stemhulpen. De onderzoekers werkten hierbij samen met stemhulpbouwer Kieskompas, de gemeenten Utrecht en Gouda en de Provincie Utrecht. Sinds de aanvang van het project is de rol van stemhulpen tijdens een aantal verkiezingen onderzocht: de Tweede Kamerverkiezingen van 2012, de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 en de Europese verkiezingen van 2014 en de Provinciale Verkiezingen en de Waterschapsverkiezingen in 2015. De onderzoekers werken momenteel aan analyses van deze gegevens, en aan nieuwe publicaties. Daarnaast worden op kleinere schaal ook nieuwe gegevens verzameld over het gebruik van stemhulpen.