FERTILE SOILS wint NWO-KIC-subsidie van € 5,5 miljoen voor onderzoek naar het versterken van de relatie tussen platteland en stad
Het institute 4 a Circular Society, onderdeel van de EWUU-alliantie, is verheugd te melden dat FERTILE SOILS, een consortium met wetenschappers van drie EWUU-partners (TU/e, WUR en UU), tien kennisinstituten en 30 praktijkpartners, € 5.500.000 is toegekend door het NWO.
NWO heeft in 2023 de call 'Stad en land in samenhang' opengesteld als onderdeel van het Kennis- en innovatieconvenant (KIC) 2020-2023. Het doel van deze call is om het toekomstbestendig maken van Nederland te stimuleren door stad en land beter met elkaar te verbinden. Ditzelfde doel wordt nagestreefd door het institute 4 a Circular society (i4CS) in het onderzoeksprogramma Urban-Rural Circularity. i4CS heeft daarom actief ingezet op het vormen van het FERTILE SOILS. Met het toegekende budget zal een onderzoek van vijf jaar worden gefinancierd.
Landschapsdiensten: samen optrekken in stad en platteland
FERTILE SOILS bestaat uit verschillende onderzoekers van TU/e, WUR en UU waaronder EWUU-alliantie ‘Seed Grantees’ Jasper de Vries (WUR), Eveline van Leeuwen (WUR), Ilse Voskamp (WUR), Martijn Kúller (UU) en Dena Kasraian (TU/e). Samen met 10 kennisinstituten en 30 praktijkpartners zullen ze gaan onderzoeken hoe platteland en stad gezamenlijk kunnen optrekken in de grote opgaves van Nederland waaronder de landbouwtransitie, oplossing van de stagnerende woningbouw en klimaatbestendig waterbeheer.
Dit is belangrijk, want klimaatverandering, achteruitgang van de biodiversiteit en demografische veranderingen hebben een steeds grotere impact op zowel de stad als het platteland. Overheden hebben de afgelopen decennia voornamelijk in stedelijke gebieden geïnvesteerd, zonder de meerwaarde van het omringende landelijk gebied daar in mee te nemen. FERTILE SOILS zet daarom in op een herwaardering van het platteland, binnen een geïntegreerde aanpak en visie voor stad-land regio’s, met als kern het concept landschapsdiensten.
In de woorden van Jasper de Vries: Het landschap biedt bewoners van stad en platteland allerlei diensten zoals ruimte om te recreëren, schone lucht en drinkwater. Door heel specifiek te bekijken hoe de locatie van vraag en aanbod van landschapsdiensten met elkaar samenhangen willen we komen tot nieuwe ruimtelijke voorstellen waarin vraag en aanbod van deze diensten voor de korte en lange termijn beter op elkaar zijn afgestemd. De uitdaging is om te komen tot visies, verdienmodellen, en beleidsinstrumenten die het platteland en de stad in samenhang bezien en die rekening houden met de synergiën en trade-offs tussen de verschillende landschapsdiensten. Ons doel is dan ook deze samenhang te vergroten en samen met de regio’s te komen tot versterkte inrichtingsvoorstellen, beleidsmaatregelen waarin de bijdrage van het landschap wordt meegenomen. Bijvoorbeeld, hoe kan waterberging in het landelijk gebied zowel van waarde zijn voor nieuwe vormen van landbouw en tegelijkertijd ook voor een klimaatbestendige stad?
Co-creatie in vijf regio’s
FERTILE SOILS werkt nauw samen met vijf regio’s waar de circulaire relatie tussen stad en platteland bijzondere aandacht vraagt: Groningen-Het Hogeland, Regio Zwolle, Stedelijke Regio Breda-Tilburg, Metropoolregio Amsterdam en Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Door in deze regio’s ‘learning communities’ te ontwikkelen—groepen van belanghebbenden die gezamenlijk willen leren en ervaringen uitwisselen—is de kennisoverdracht sterk verankerd in het project. Hierdoor blijft het onderzoek voortdurend relevant en kan het effectief inspelen op de uitdagingen van de stadsregio’s.
Binnen FERTILE SOILS zal enerzijds meer praktijkgericht onderzoek worden uitgevoerd en anderzijds diepgaand wetenschappelijk onderzoek worden verricht op basis van praktijkvoorbeelden en specifieke probleemstellingen uit de regio’s. Dat deze aanpak effectief is, bleek al in de schrijffase van het onderzoeksvoorstel: dankzij de samenwerking van alle onderzoeks- en samenwerkingspartners is een actuele vraagstelling en een scherpe aanpak geformuleerd.
Aanvragers
Hoofdaanvrager
Dr. Ir. Jasper R. de Vries (WUR)
Medeaanvragers
Prof. Dr. Martha Bakker (WUR), Prof. Dr. Sanda Lenzholzer (WUR), Prof. Dr. Ir Eveline van Leeuwen (WUR), Prof. Dr. Ir. Joks Janssen (UvT), Prof. Dr. Mr. Willem Janssen (UU), Prof. Mr. Dr. Frank Groothuijse (UU), Prof. Dr. Caspar van den Berg (RUG), Prof. Dr. Tialda Haartsen (RUG), Prof. Dr. Ir. Martijn van der Heide (Van Hall Larenstein), Dr. Liesbeth Rijsdijk (Windesheim), Dr. Ted Veldkamp (Hogeschool Rotterdam), Dr. Ir. Ron Methorst (Aeres), Dr. Marijn Kuller (UU), Dr. Ilse Voskamp (WUR), Dr. Mariëlle Beenackers (Erasmus MC), Dr. Ir. Dena Kasraian (TU/e), Dr. Mans Schepers (RUG), Dr. Koen Salemink (RUG), MSc. Jos Ulijn (Van Hall Larenstein), Ir. Msc. Jonas Martens (Hogeschool Rotterdam), Dr. Vincent Merckx (Naturalis), MSc. Karina Neef (Windesheim), Ing. MEd. Anne van Vulpen (Windesheim), Dr. Maarten Punt (Windesheim), Ir. MSc. Henk Renting (Aeres), Dr. Ir. Derk jan Stobbelaar (Van Hall Larenstein), Dr. Nikki Brand (TU Delft).