Elisabetta Manunza over de link tussen vergunningverlening voor kansspelen en aanbestedingsrecht
De manier waarop de overheid vergunningen verleent aan kansspelaanbieders – onderwerp van recent onderzoek door prof. Elisabetta Manunza (hoogleraar Internationaal aanbestedingsrecht aan de Universiteit Utrecht) – heeft de nodige raakvlakken met publieke aanbestedingen voor overheidsopdrachten. Tot haar genoegen ziet Manunza dat de overheid, niet alleen in haar aankoopbeleid, maar ook bij het verlenen van schaarse vergunningen steeds meer gebruik maakt van competitieve toedelings- en verdelingsprincipes. Zij hoopt dat er ook meer regelgeving komt ten aanzien van de verkoop door de overheid van onroerende zaken zoals grond. "Door de afwezigheid van die regels is de rechtspositie van particulieren niet sterk."
Waar voor het verlenen van overheidsopdrachten verregaande nationale en Europese wetgeving bestaat, is dat bij het verkopen van schaarse rechten zoals vergunningen of de verkoop van eigendomsrechten niet het geval. Bij kansspelvergunningen is weliswaar het EU-Verdrag van toepassing, legt Manunza uit, maar alleen ‘indirect’: als je niet tegen marktwaarde verkoopt, bestaat het vermoeden dat er staatssteun is verstrekt.
Maar wat als er wel tegen marktwaarde wordt verkocht, maar niet via een competitieve procedure? Dan maken andere belangstellende burgers geen kans op het verkrijgen van dat onroerend goed. Volgens Manunza levert dit een ongelijke behandeling en dus onrechtmatigheid op.
"De vraag of je de schaarse rechten zoals bij kansspelen, of bij de verkoop van grond en gebouwen, moet verdelen in competitie – bijvoorbeeld met aanbestedingsprocedures – speelt al lang bij de rechter in Nederland", vertelt Manunza. Daarom was zij verheugd dat de Hoge Raad onlangs oordeelde dat gemeenten gelijke kansen moeten bieden bij de verkoop van grond.
Vaak horen we zeggen dat aanbesteden ingewikkeld is. De essentie van aanbesteden is dat er aan een ieder gelijke kansen worden gegeven; zo kun je laten zien dat je in die procedure de beste bent. Het is een kwestie van rechtvaardigheid
Bij het onderzoek naar het Nederlandse loterijenstelsel ging het om de toets van nationaal recht aan het Europees recht. Manunza beklemtoont dat het aanbestedingsrecht in Nederland nog steeds door een nationaalrechtelijke bril wordt bekeken. "Als je het systeem van Europees recht in zijn geheel beheerst, kun je veel beter zien waarom zaken zo zijn of hoe je zaken kunt oplossen", zegt zij in het interview.
Over aanbestedingen in het algemeen spreekt men in Nederland nog veel te vaak in negatieve termen, zegt Manunza. Ze wijst naar discussies over de rechtmatigheid van bestuurlijk aanbesteden, zoals bijvoorbeeld de inkoop van (jeugd)zorg door gemeenten bij geselecteerde aanbieders. "Dat is een tijdje populair geweest, maar later moesten men ervan terugkomen. Met een kleine groep collega’s riepen we al langer dat het in strijd was met het Europees recht. Dankzij twee Europese rechtszaken weten we nu zeker dat bestuurlijk aanbesteden niet mag."