Een UU Living Lab baant de weg naar een zero waste campus

De Universiteit Utrecht wil in 2030 zero waste zijn. Met onderzoeks- en onderwijslaboratoria, restaurants en honderden kantoren is dit flinke opgave. Door in te gaan op de complexiteit van afvalbeheer op de campus, hopen inzichten uit 'living lab'-onderzoek dat onderzoek, onderwijs en bedrijfsvoering met elkaar verbindt, het paradigma voor afvalbeheer van de universiteit te veranderen.

"Ons onderzoek laat zien dat afval dat op stortplaatsen, in verbrandingsovens of zelfs in recycling van lage kwaliteit terechtkomt, gewoon verkeerd beheerd materiaal is," vertelt Merilin Raidma, die het onderzoek leidde als onderdeel van haar afstudeeronderzoek voor de Master Sustainable Business & Innovation.

Toen ik tijdens mijn eerste jaar gescheiden afvalbakken op de campus zag, vroeg ik me af wat er gebeurt met wat we weggooien.

Merilin Raidma
Merilin Raidma
Student MSc Sustainable Business & Innovation

"Toen ik tijdens mijn eerste jaar gescheiden afvalbakken op de campus zag, vroeg ik me af wat er gebeurt met wat we weggooien", begint Merilin Raidma, student aan de MSc Sustainable Business & Innovation. Als grote multidisciplinaire universiteit met meer dan 35.000 studenten en 8.500 werknemers komt er inderdaad veel terecht in het afval- en recyclingsysteem van de organisatie, maar het is zeker geen geval van out-of-sight, out-of-mind.

Als onderdeel van haar bredere circulariteitsdoelen streeft de Universiteit Utrecht ernaar dat er in 2030 geen afval meer verbrand of gestort wordt. Om dit ambitieuze doel te verwezenlijken, is het Zero Waste Programma opgezet. Een fundamenteel onderdeel van dit initiatief is experimenteren en leren. Met de hulp van UULabs, de living lab hub van de universiteit, zijn onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering samengebracht om een proeftuin voor zero waste op de campus te creëren.

Inhoud van een afvalbak in het Educatorium.

Een masterscriptie met een tastbare, lokale impact

Tegen de tijd dat het op haar scriptie aankwam, wist Raidma dat ze een scriptieonderwerp wilde dat een echte en tastbare lokale impact kon hebben. "Op veel voorwerpen staat het woord 'recyclebaar' of 'recycle mij'," legt ze uit, "maar omdat ik een achtergrond in scheikunde heb, werd ik nieuwsgierig naar hoeveel van deze materialen écht gerecycled kunnen en worden en wat voor soort producten het in de toekomst worden." Ze had geluk. Als onderdeel van het Zero Waste Living Lab was Li Shen, een assistent-professor aan het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling, op zoek naar een masterstudent die de universiteit kon helpen onderzoeken waar haar afval vandaan komt, hoe het wordt beheerd en met ideeën kon komen over hoe dit beter zou kunnen.  

Voor Shen is bruikbare wetenschap de kerngedachte van een multidisciplinair onderzoeksinstituut als het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling, en ook van de Universiteit Utrecht als geheel. "We hebben een sterke reputatie in het leveren van bruikbare wetenschap voor belangrijke maatschappelijke actoren zoals beleidsmakers, industreel onderzoek & ontwikkeling en investeerders. Maar hoe dragen we met onze kennis bij aan onze eigen gemeenschap?"

Raidma en Shen werkten nauw samen met Evi Aangenendt van Facilitair Service Centrum (FSC), de operationele afdeling die verantwoordelijk is voor diensten als catering, zaalverhuur, schoonmaak, afvalverwijdering en onderhoud van gebouwen. Voor Aangenendt is het zeer waardevol om met studenten aan de operationele kant van de universiteit te werken. "Studenten hebben nieuwe perspectieven op duurzaamheidskwesties en beschikken over de nieuwste kennis om ons te helpen. Ze zijn vaak ook erg enthousiast om deel te nemen aan praktijkgericht onderzoek voor hun eigen universiteit." De echte wereld is hier het sleutelwoord, en dit leidde ook tot enkele uitdagingen.

We hebben een sterke reputatie in het leveren van bruikbare wetenschap voor belangrijke maatschappelijke actoren zoals beleidsmakers, industreel onderzoek & ontwikkeling en investeerders. Maar hoe dragen we met onze kennis bij aan onze eigen gemeenschap?

Li Shen
Assistent-professor Copernicus Instituut voor duurzame ontwikkeling

Uitdagingen navigeren

Raidma gebruikte Material Flow Analysis (MFA) voor haar onderzoek: een methodische benadering om de beweging van materialen binnen een systeem te bestuderen. "Het was niet eenvoudig om het afval van onze campus in kaart te brengen," legt Shen uit. Het is moeilijk om de UU-campus af te bakenen en afvalverantwoordelijkheden te verdelen wanneer zoveel faciliteiten gedeeld worden met andere entiteiten. "De bibliotheek wordt bijvoorbeeld gebruikt door alle faculteiten en studenten, en wie is verantwoordelijk voor het afval van de SPAR-supermarkt en de pizzeria?"

Afvalvervuiling en inefficiënt recyclen

Uit het onderzoek kwam naar voren dat restafval - afval dat niet gerecycled of gecomposteerd kan worden - van alle faculteiten van de Universiteit Utrecht, en gevaarlijk afval, voornamelijk van de faculteit Bètawetenschappen, de grootste uitdagingen vormen. "Er worden aanzienlijke hoeveelheden afval verbrand vanwege vervuiling, en er zijn inefficiënties in het recyclingproces waardoor de hoeveelheid hergebruikte materialen die gerecycled of hergebruikt kunnen worden, afneemt," zegt Raidma.  

Raidma's onderzoek hield hier niet op. Vervolgens keek ze naar mogelijke strategieën om de gevolgen te beperken door middel van interviews en deskresearch. "Het verminderen van wegwerpartikelen, het verbeteren van afvalscheiding, het bevorderen van circulair inkopen en het stimuleren van samenwerking met externe partners voor innovatieve oplossingen zijn allemaal heel belangrijke benaderingen", zegt ze. "De oplossingen beginnen al bij de inkoopafdeling." Raidma ontdekte ook dat de universiteit een slecht inzicht had in haar eigen afvalsamenstelling en tekortkomingen had in de manier waarop ze haar afvalbeleid communiceert binnen haar grote organisatiestructuur.

Inhoud van een afvalbak in het Marinus Ruppertgebouw.

Universiteiten als de onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling van de samenleving

Voor Raidma heeft deze ervaring haar geleerd dat het bereiken van circulariteit en een zero waste campus een mentaliteitsverandering betekent. "We moeten denken in termen van materiaal en niet van afval," zegt ze. "Wat op stortplaatsen, in verbrandingsovens of zelfs in recycling van lage kwaliteit terechtkomt, is gewoon verkeerd beheerd materiaal".

Er werden vragen gesteld aan onze afvalverwerker die nog nooit iemand eerder had gesteld. We weten nu welke soorten afval beter gescheiden moeten worden, zodat ze kwalitatief beter verwerkt kunnen worden.

Terug bij Operations zegt Evi Aangenendt dat haar afdeling veel heeft geleerd over hoe het afval van de universiteit wordt verwerkt. "Er werden vragen gesteld aan onze afvalverwerker die nog nooit iemand eerder had gesteld," roept ze uit. We weten nu welke soorten afval beter gescheiden moeten worden, zodat ze kwalitatief beter verwerkt kunnen worden. "Het onderzoek leverde ook duidelijke vergelijkingen op tussen faculteiten, wat onze communicatie over afvalbeheerstrategieën met deze belangrijke organisatorische eenheden zal helpen".

"Universiteiten zijn de onderzoeks- en ontwikkelingsafdeling  van de samenleving", zegt Li Shen, "maar ook een voorbeeld van hoe de toekomst eruit zou kunnen zien: een levend laboratorium. Dit onderzoek heeft geïllustreerd hoe wij het voortouw moeten nemen en onze sterke en diverse onderzoekscapaciteiten moeten gebruiken om niet alleen de afvalbeheerpraktijken van onze universiteit te transformeren, maar ook een wereldwijd voorbeeld te stellen op het gebied van materiaalbeheer."

De Universiteit Utrecht creëert op de campus proeftuinen op het gebied van duurzaamheid waarin we onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering samenbrengen. Heb je een idee voor transdisciplinaire samenwerking of wil je betrokken raken bij een van de lopende projecten? Neem dan contact op met UULabs.