Drie Utrechtse geesteswetenschappers ontvangen NWO-promotiebeurzen

Drie maal bullseye © iStockphoto.com/baona
© iStockphoto.com/baona

Drie Utrechtse geesteswetenschappers ontvangen promotiebeurzen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) binnen het programma Promoties in de geesteswetenschappen. Dit programma biedt getalenteerde onderzoekers een betaalde promotieplaats met als doel de aanwas en doorstroom van jong talent in de geesteswetenschappen te bevorderen. De financiers zijn het Programmabureau Duurzame Geesteswetenschappen en het NWO-domein Sociale en Geesteswetenschappen.

Vrouwelijke latinisten uit de vroegmoderne tijd van Nederland en Frankrijk

Aron Ouwerkerk. Foto: Ed van Rijswijk

Met deze beurs zal Aron Ouwerkerk de komende vier jaar onderzoek verrichten naar vrouwelijke latinisten uit de vroegmoderne tijd van Nederland en Frankrijk. Dat vrouwen in de zeventiende en achttiende eeuw in het Latijn schreven werd als iets uitzonderlijks gezien. Een voorbeeld uit de Nederlandse geschiedenis is Anna Maria van Schurman, een getalenteerde vrouw die al snel ‘de ster van Utrecht’ werd genoemd.

Ouwerkerk licht zijn onderzoek toe: “Mijn project richt zich op Latijnstalige vrouwelijke schrijvers zoals Van Schurman. Hoe uitzonderlijk waren vrouwen die het Latijn machtig waren nu eigenlijk? Droegen zij zelf bij aan deze beeldvorming van uitzonderlijkheid en konden ze er gebruik van maken? Hoe gold dat voor hun tijdgenoten? En hoe gaf men in latere tijden vorm aan hun representatie en nalatenschap? Het heeft even geduurd voordat ik dit project van de grond kon krijgen. Ik ben daarom erg blij en dankbaar dat ik me nu volledig op dit project kan gaan richten.”
 

  • Onderzoeker: Aron Ouwerkerk
  • Projecttitel: Uitzonderlijk zijn, worden, of gemaakt worden? Het literaire systeem van vrouwelijke Latinisten uit de vroegmoderne tijd in de Lage Landen en Frankrijk in kaart (ca. 1600-1900)
  • Verbonden aan: Departement Talen, Literatuur en Communicatie

Referenda en democratie in het naoorlogse West-Europa

Jelle Lammerts van Bueren

Jelle Lammerts van Bueren onderzoekt in zijn project de rol van referenda in het naoorlogse West-Europese democratiemodel. In de geschiedschrijving over de naoorlogse democratie zijn de vele referenda die over het hele continent werden gehouden tot nu toe grotendeels genegeerd, waardoor het beeld is ontstaan dat de naoorlogse democratie zeer beperkt was. Lammerts van Bueren onderzoekt waarom referenda nog steeds werden bediscussieerd en toegepast binnen en tegenover het kader van de beperkte democratie, en hoe we de opvallend uiteenlopende ervaringen met referenda in verschillende Europese staten kunnen verklaren.

“Deze beurs stelt me in staat om dit project de komende vier jaar uit te voeren. Ik zal werken binnen de sectie Politieke geschiedenis onder begeleiding van dr. Pepijn Corduwener en prof. dr. Ido de Haan. Hun feedback, en die van vele andere leden van de sectie, was van onschatbare waarde bij het vormgeven van het onderzoeksvoorstel.”
 

Subalterne politiek en stabiliteit in het post-partitionele Libanon

Charlie Ough

Buitenpromovendus Charlie Ough richt zich in dit project op een periode van ongekend intercommunaal geweld op de Libanese Berg, gevolgd door een succesvol verzoeningsproces en de vijftigjarige Lange vrede, die tot stand was gebracht door lokale mensen van verschillende religies en sociale statussen. Dit onderwerp, dat de nadruk legt op lokale betrokkenheid, is vandaag de dag van groot belang, betoogt Ough. Interventies van bovenaf, met buitenlandse betrokkenheid, waarbij de strijdende partijen aan alle kanten niet betrokken zijn, blijven falen in hun streven naar duurzame vrede.

“Ik ben verheugd dat ik de beurs heb mogen ontvangen, niet alleen om dit onderwerp te bestuderen, maar ook om deel uit te maken van de academische gemeenschap in Utrecht, waar ik in het bijzonder zal profiteren van de begeleiding en ondersteuning van dr. Ozan Ozavci. Dankzij deze financiering kan ik mijn onderzoek voortzetten in meerdere bibliotheken en archieven in Europa en het Midden-Oosten, waardoor ik een holistisch beeld kan opbouwen van de opvattingen over conflict en vrede onder Westerse, Ottomaanse en Libanese actoren.”