Drie NWO TOP-subsidies voor informatici en wiskundigen

Drie onderzoekers van de Faculteit Bètawetenschappen ontvangen een TOP-subsidie van NWO. Informatici Marc van Kreveld en Ronald Poppe en wiskundige Carel Faber gaan de komende jaren innovatief onderzoek doen met deze subsidie.

More Content with Geometric Content

Marc van Kreveld ontvangt een TOP C1-subsidie voor het project “More Content with Geometric Content”. Met twee promovendi en een postdoc gaat hij onderzoek doen naar twee centrale thema’s: geometrisch maatontwerp en algoritmes, en geometrische contentgeneratie met bewijsbare eigenschappen. Het verband tussen deze twee onderwerpen is het gebruik van geometrische maten voor het specificeren van eigenschappen van gegenereerde content. Geometrische content is noodzakelijk voor bijvoorbeeld het genereren van virtuele werelden en in de ontwikkeling van benchmarks voor het testen van geometrische modellen.

ARBITER: Automated Recognition of Bodily Interactions

Het automatisch begrijpen van menselijk gedrag is een wetenschappelijke uitdaging met veel maatschappelijke toepassingen, zoals in surveillance en de gezondheidszorg. Tot nog toe kunnen video-opnamen van sociale ontmoetingen nog niet in genoeg detail automatisch geanalyseerd worden om bijvoorbeeld op straat de overdracht van drugs te kunnen onderscheiden van een vriendelijke handdruk. Ronald Poppe gaat in zijn NWO TOP C2-project onderzoek doen naar kwantitatieve representaties van lichamelijke interacties, en van de automatische herkenning van interacties uit videobeelden. Hiervoor ontwikkelt hij computationele modellen om die interacties te beschrijven, zodanig ze accuraat in video-opnames gevonden kunnen worden.

De cohomologie van de moduliruimte van krommen

Carel Faber gaat met een TOP C1-subsidie onderzoek doen naar de cohomologie van de moduliruimte van n-gepunte krommen, d.w.z. krommen van een bepaald geslacht g met n gekozen punten (twee-aan-twee verschillend). De moduliruimte van krommen is niet alleen van groot belang in de algebraïsche meetkunde, maar ook in de complexe meetkunde, de differentiaalmeetkunde en de theoretische natuurkunde (via de snaartheorie). Voor g kleiner dan of gelijk aan 2 is er al een bevredigend antwoord. Faber wil nu net zo ver komen voor geslacht 3 en een begin maken met hogere geslachten. Voor de helft van de gevallen in geslacht 3 is er al een concreet vermoeden voor het antwoord. Alles duidt erop dat het vermoeden juist is, maar het is nog niet bewezen. Voor de andere helft, die veel moeilijker lijkt te zijn, is zo'n vermoeden er nog niet; het vinden van een expliciet vermoeden zou al grote vooruitgang betekenen.