‘Diversiteit en inclusie zijn geen modewoorden’

Oratie hoogleraar Federica Russo

Hoogleraar Federica Russo

Bij de Universiteit Utrecht zijn diversiteit en inclusie op de werkvloer belangrijke thema’s. Maar volgens Federica Russo, hoogleraar Philosophy and Ethics of Techno-Science, moeten deze waarden nog dieper doordringen in de academische praktijk. Tijdens haar oratie op 4 december pleitte ze ervoor diversiteit en inclusie onderdeel te maken van de manier waarop we onderzoek doen.

De Universiteit Utrecht heeft gelijkheid, diversiteit en inclusie aangemerkt als een centraal uitgangspunt voor onderwijs, onderzoek en impact. Dat betekent dat ze ernaar streeft een plek te zijn waar iedereen zich thuis kan voelen en iedereen gelijke kansen heeft om zich te ontwikkelen, ongeacht leeftijd, gender, culturele, etnische of religieuze achtergrond.

Vaak wordt er op deze ethisch-politieke manier over diversiteit en inclusie gesproken, zegt Federica Russo, hoogleraar Philosophy and Ethics of Techno-Science. “We kijken naar diversiteit en inclusie in een sociale context, zoals het creëren van een veilige en inclusieve werkomgeving. Maar als we werkelijk een diverse en inclusieve academische omgeving willen zijn, moeten deze waarden ook onderdeel worden van wat we doen in ons onderzoek.”

Diversiteit en inclusie maken de wetenschap rijker en relevanter

Hoogleraar Federica Russo
Federica Russo, hoogleraar Philosophy and Ethics of Techno-Science

Russo onderzoekt hoe technologie en wetenschap onze kennis, samenleving en beleidsvorming beïnvloeden. Daarbij behandelt ze de ethische vraagstukken die hierbij komen kijken, bijvoorbeeld die over diversiteit en inclusie. “Ik zie diversiteit en inclusie niet als modewoorden, maar als epistemische waarden; principes die bepalen wat betrouwbare en waardevolle wetenschap is. Diversiteit en inclusie maken de wetenschap rijker en relevanter, bijvoorbeeld door een platform te geven aan perspectieven en ideeën die vaak over het hoofd worden gezien, door bias te verminderen en kennis meer representatief te maken voor verschillende gemeenschappen.”

Groeiend bewustzijn

Volgens Russo groeit het bewustzijn over de noodzaak van diversiteit en inclusie in de academische wereld, maar gaat het ook nog regelmatig mis. Ze noemt het voorbeeld van bio-curatoren, wetenschappers die grote hoeveelheden biologische data verzamelen, analyseren, beheren en optimaliseren. “Bio-curatoren zijn essentieel voor gezondheidsonderzoek, maar hun bijdrage wordt niet altijd erkend. Ze worden bijvoorbeeld vaak niet genoemd in wetenschappelijke publicaties, waardoor ze niet dezelfde academische erkenning of carrièremogelijkheden krijgen als andere wetenschappers.”

In haar oratie gaf Russo verschillende voorbeelden van hoe ze deze waarden probeert toe te passen in haar eigen werk. Zo organiseert ze al jaren conferenties waarbij nadrukkelijk gekeken wordt naar de diversiteit van de sprekers en waar junior academici ruimte krijgen om veilig en in een collegiale sfeer hun werk te presenteren. “Daarnaast was ik editor van een belangrijk wetenschappelijk tijdschrift in mijn vakgebied. In deze functie lette ik erop dat de redactie bestond uit mensen van verschillende leeftijden en achtergronden. Ook maakten we ruimte voor bijdragen die buiten de dominante Angelsaksische traditie vallen van wetenschapsfilosofie. Bovendien heb ik samen met mijn collega Phyllis Illari gewerkt aan inclusief redigeren, waarbij we de feedback herschreven wanneer deze onnodig hard of neerbuigend was, zonder dat we de inhoud veranderden. Zo wordt de feedback constructief en respectvol, wat bijdraagt aan een meer inclusieve academische omgeving.”

Westerdijk-leerstoel

Naast haar functie als hoogleraar bij het Freudenthal Instituut bekleedt Russo de Westerdijk-leerstoel, een positie die speciaal is ingesteld voor een vrouwelijke hoogleraar. Deze functie biedt haar het ideale podium om haar boodschap kracht bij te zetten. “Wat ik in mijn oratie zeg, is al lange tijd kenmerkend voor mijn academische activiteiten, en nu heb ik de positie om me krachtig uit te spreken. Ik ben dankbaar dat de Universiteit Utrecht en het Freudenthal Instituut me de mogelijkheid bieden om de bredere cultuur van de academisch wereld te veranderen.”