De wolf is terug en we kunnen met hem samenleven

Aanbevelingen uit internationaal onderzoek

Nu de wolf zich weer gevestigd heeft in Nederland komt een internationaal onderzoeksteam met aanbevelingen om de wolf als soort te beschermen èn te voorkomen dat zij vee aanvallen. Wolven van vee weghouden met afrastering, de wederzijdse omgang tussen mens en wolf beïnvloeden en zorgen voor voldoende wild als prooi is de beste combinatie voor mens èn wolf. De onderzoekers, verbonden aan onder meer het Poolse Mammal Research Institute, de Universiteit Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen, publiceren hun bevindingen in het tijdschrift Biological Conservation.

Europese wolf in Polen
Europese wolf in Polen. Credit: Annelies van Ginkel (RUG)

In Nederland worden steeds meer wolven gesignaleerd. Vorig jaar waren dat er minstens tien, van wie een deel zich hier ook lijkt te vestigen. Ruim honderd jaar geleden kwamen in Nederland ook wolven voor tot ze uitgeroeid werden. In ons huidige drukke en volle land leiden ontmoetingen mogelijk vaker tot conflict. De vraag hoe mens en wolf met elkaar kunnen samenleven roept vaak sterke emoties op. De onderzoekers hopen met hun analyse bij te dragen aan een objectieve, op wetenschappelijke kennis gebaseerde afweging van de opties voor omgang met de wolf.

De oorzaak aanpakken

De huidige strategieën om met de terugkeer van de wolf om te gaan, zijn vaak te reactief, zeggen de onderzoekers. Wolven die problemen veroorzaken, kunnen worden afgeschoten. Gedupeerde veehouders krijgen compensatie. Maar volgens de onderzoekers moet de aanpak gericht zijn op de bron van het probleem: de omgang tussen mens en wolf in door de mens gedomineerde gebieden. “We moeten nu wijzer zijn en voorkomen dat afschieten weer standaardbeleid wordt,” zegt ecoloog Joris Cromsigt, universitair docent aan de Universiteit Utrecht.

We moeten voorkomen dat afschieten van wolven weer standaardbeleid wordt

Schapen beschermen

Om de omgang tussen mens en wolf te reguleren, wordt nog nauwelijks actie ondernomen in Nederland en de meeste West-Europese landen waar de wolf zijn herintrede doet. Het meeste risico op conflict met de wolf ligt hier in vee-intensieve gebieden waar boeren nog geen manier hebben om hun dieren te beschermen. Vorig jaar doodden wolven meer dan 160 schapen in Nederland. Dit vraagt volgens de auteurs om een proactieve aanpak.  

Een andere uitwerking

De huidige strategieën om met de wolf om te gaan – populatiebeheersing, het plaatsen van afrastering, bescherming en compensatie, en het beïnvloeden van het gedrag van wolf en mens – hebben allemaal een andere uitwerking op de wolf en het aantal conflicten. Dat concluderen de onderzoekers na uitgebreide analyse van bestaand onderzoek.

Strategieën om met de wolf om te gaan
Strategieën om met de wolf om te gaan: 1) populatiebeheersing, 2) bescherming en compensatie, 3) het plaatsen van afrastering, en 4) het beïnvloeden van het gedrag van wolf en mens. Illustraties: Tomasz Samojlik

Programma’s om de omvang van de wolvenpopulatie te beheersen, lijken de makkelijke oplossing, maar lossen het conflict vaak niet op of kunnen het zelfs verergeren. Dat is vooral het geval wanneer het beheer verschilt tussen landen. Bovendien zijn deze programma’s in strijd met Europese wetgeving.

Wolf en vee uit elkaar houden

Het plaatsen van afrastering, dat in andere delen van de wereld veel wordt toegepast, is op kleine schaal effectief om de wolf buiten gebieden met veel vee te houden. Op grotere schaal is deze strategie echter niet praktisch in het gefragmenteerde Europese landschap, vooral niet op een schaal die nodig is om een gezonde wolvenpopulatie te behouden. Bovendien is dergelijke versplintering van leefgebieden nadelig voor andere dieren.

Reeën
Reeën. Credit: iStock.com/Rike

Wildbeheer

Het beschermen van vee in combinatie met financiële compensatie van gedupeerde veehouders is vooral effectief wanneer tegelijkertijd de populatie herten en reeën wordt hersteld. Door de aanwezigheid van voldoende wild zullen wolven minder geneigd zijn vee aan te vallen. “Het besef dat een natuurlijke hoge wildstand de overlast door wolven bij veehouders kan verminderen is echter nog niet doorgedrongen. Dit vraagt om een drastische aanpassing van het huidige wildbeheer in veel gebieden,” zegt ecoloog Chris Smit, universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen.

“Als we het landschap aantrekkelijker maken voor wolven met bijvoorbeeld hogere wildstanden en het actiever verbinden van natuur, kan de terugkomst van de wolf bovendien bijdragen aan het verhogen van de kwaliteit van de Nederlandse natuur,” vult Cromsigt aan.

We moeten opnieuw leren op een correcte manier met wolven om te gaan

Dries Kuijper
Eerste auteur van de publicatie

Wederzijds respect

Tot slot is er volgens de onderzoekers nog veel te winnen door wederzijds respect te kweken bij mens en wolf. “Het gedrag van mensen in gebieden met wolven bepaalt in belangrijke mate of er ongelukken gebeuren,” zegt ecoloog Dries Kuijper, universitair hoofddocent aan het Mammal Research Institute. Belangrijk hiervoor is volgens de onderzoekers dat mensen een genuanceerd beeld krijgen van wolven: de terugkeer van het dier heeft grote ecologische waarde, het gevaar voor de mens is zeer klein, maar het zijn wel grote roofdieren en die moeten met gepast gedrag worden bejegend. “Wij moeten opnieuw leren om op een correcte manier met wolven om te gaan. Wolven moeten eraan herinnerd worden dat ze mensen moeten ontlopen. Als wolf en mens elkaar ontwijken, is de kans op problemen het kleinst,” aldus Kuijper.

Publicatie

Het onderzoek is een samenwerking tussen wetenschappers van het Poolse Mammal Research Institute, Polish Academy of Sciences en de universiteiten van Utrecht, Groningen, Tilburg, Freiburg (Duitsland), de Zweedse Landbouwuniversiteit SLU en de Nelson Mandela-universiteit in Zuid-Afrika.

Keep the wolf from the door: how to conserve wolves in Europe’s human-dominated landscapes?

Dries Kuijper, Marcin Churski, Arie Trouwborst, Marco Heurich, Chris Smit, Graham I.H. Kerley, Joris P. G. M. Cromsigt*

Biological Conservation 2019

* = werkzaam bij de Universiteit Utrecht