'De universiteit is een hele welkome omgeving om met een rolstoel binnen te komen'
Toegankelijkheid heeft een prominente plek op de agenda, ook bij V&C en het FSC. Van 2019 tot 2021 heeft het Platform Onbeperkt Studeren (POS) gebruikerstoetsen met rolstoel uitgevoerd bij ruim 65 gebouwen. Wat waren de knelpunten en hoe pakken we die aan? We gaan in gesprek met POS-oprichter Richard Horenberg, buddycoördinator Renate Bosman en algemeen lid Denise Langreder.
Hoe kwamen jullie in contact met Vastgoed & Campus?
Richard: In 2017 heb ik het platform opgericht en studenten gevraagd mee te werken aan het platform. We begonnen met een team van zes leden en zijn nu uitgebreid naar twaalf. We zijn als platform steeds beter te vinden dus we hadden al contact met V&C, onder andere voor afstemming over praktijkervaring en eventuele oplossingen.
Het plan om een gebruikerstoets te doen, lag er al in 2017. In 2019 hebben we het idee samen met Jan-Willem Moerkerk en Christel Kleijnen uitgewerkt tot een UU-breed projectplan. Tijdens één van onze twee maandelijkse platformoverleggen, waarbij we de taken clusteren, keken we wie er geschikt was voor de toets. Je loopt niet alleen een rondje door het gebouw, maar je gaat ook aan de slag met het opstellen van een projectplan samen met V&C en met het maken van een checklist. Daarbij stelden we ook de vraag: wie vindt het leuk om hierbij te helpen en heeft ervaring met het onderwerp? Uiteindelijk heeft een groep van vijf studenten de toets uitgevoerd. En overigens niet alleen liefdewerk oud papier; de studenten zijn betaald voor het voorbereiden en uitwerken van de gebruikerstoetsen.
Hoe voerden jullie de gebruikerstoets uit?
Renate: “We hebben gebouwen getest die toegankelijk zijn voor medewerkers, studenten en bezoekers, dus zowel kantoren als onderwijsruimten, maar bijvoorbeeld geen technische ruimtes. We werkten in wisselende tweetallen en gingen aan de slag met een kleurensysteem (groen = toegankelijk met een paar belemmeringen, oranje = toegankelijk met hulp van anderen, rood = slecht toegankelijk). De één voerde de toets uit in de rolstoel en de ander noteerde. We startten vaak bij de gehandicaptenparkeerplaats om te kijken of je gemakkelijk bij het gebouw kon komen. Daarbij keken we of het overeenkwam met de informatie die op de gebouwenpagina stond. Daarna gingen we het volledige gebouw af met onze checklist, van toiletten tot liften: er werd geen ruimte overgeslagen.”
Welke positieve punten vielen jullie op tijdens de toets?
Renate: “Wat ons heel erg opviel, was dat veel mensen graag willen helpen. De universiteit is een hele welkome omgeving om met een rolstoel binnen te komen. Bij de toetsen was het minder handig. Het was juist de insteek om te kijken of gebouwen zelfstandig te bezoeken zijn, gezien het feit dat hulp niet altijd aanwezig is.”
Welke opvallende knelpunten kwamen jullie zoal tegen?
Denise: “In veel gebouwen zagen we toiletpapier waarbij je één velletje per keer kon pakken. Dat is lastig als je bijvoorbeeld door een neurologische aandoening je handen minder goed kunt gebruiken. Op veel plekken zijn deze apparaten vervangen door toiletrollen. Wat ook opviel, was het aantal drempels in de gebouwen. Qua afmetingen voldeden veel drempels aan de eisen, toch merkten we dat het type vloer invloed had op de toegankelijkheid, waardoor we het toch als niet-toegankelijk noteerden”
In hoeverre worden dit soort knelpunten meegenomen bij de start van een nieuw bouwproject?
Richard: “Je ziet gelukkig bij de ontwikkeling van nieuwe gebouwen en voorzieningen dat het belang van toegankelijkheid wordt meegenomen. Er is een standaard ontwikkeld door Christel Kleijnen waarin al deze aspecten zijn meegenomen. Het staat bij V&C dus zeker op de agenda. Alle knelpunten die wij aangeleverd hebben, worden meegenomen in een uitvoeringsplan. Daar is V&C nu druk mee bezig.
Maar soms is het lastig omdat de architect een ander idee heeft. Bij het Koningsbergergebouw is er bijvoorbeeld maar één leuning bij de trap. Dat vond de architect mooier, maar toegankelijk is het niet. Bij het ontwerpen van het gebouw moet dus al goed nagedacht worden over de toegankelijkheid van een gebouw. Ook wetgeving biedt onvoldoende duidelijkheid. Een voorbeeld: Bij de ontwikkeling van P-Olympos installeren ze nu een personenlift. In eerste instantie was dit niet in het ontwerp meegenomen, maar door onze adviezen is dit wel gedaan.”