De negatieve effecten van de elektronische halsband op het welzijn van honden en positieve trainingsmethoden als alternatief

Tijdschrift voor Diergeneeskunde

Mechelse herder die slipketting en stroomband draagt tijdens de training voor objectbewaking. foto: Copyright Joanne A.M. van der Borg

De overheid heeft een verbod op de elektronische halsband aangekondigd. Dit leidt tot maatschappelijke discussies waar ook dierenartsen bij betrokken zijn. Wat zijn de gedragsmatige en fysieke gevolgen van het gebruik van de elektronische halsband? Kunnen dierenartsen het verbod op deze elektronische halsband onderschrijven en onderbouwen? Wat kan een dierenarts als alternatief aanbevelen in plaats van het inzetten van de elektronische halsband bij honden met ongewenst gedrag?

In Nederland leven naar schatting 1,5 miljoen honden, waarvan een deel een gehoorzaamheidscursus volgt bij één van de zeshonderd Nederlandse hondenscholen. Een ander deel, voor­al werkhonden, volgt bij trainings­groepen zoals die van de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV), de Nederlandse Bond voor Gebruikshonden (NBG) en de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) een africhtingsprogramma tot politie-, speur- of jachthond.
 
Tijdens deze cursussen of programma's ge­bruiken sommige instructeurs of trainers hulpmiddelen zoals elektroni­sche halsbanden (ook stroombanden genoemd) of slipkettingen. De prik­band, een slipketting met naar binnen gerichte pinnen, is officieel sinds 1 juli 2018 in Nederland verboden. Ook particulieren zetten bij ongewenst gedrag van hun hand soms zelf een stroomband in. Uit een Frans onder­zoek onder 1251 hondeneigenaren bleek dat 26 procent wel eens een elektronische halsband had gebruikt. Hiervan had 71,8 procent vooraf geen professioneel advies ingewonnen over de effecten van zo'n band. In enkele landen, waaronder Duitsland, Denemarken, Zweden, Zwitserland, Luxemburg, Tsjechie, Roemenie en Cyprus is het gebruik van de elektronische halsband verboden of ingeperkt. Ook de Nederlandse overheid heeft aangekondigd een verbod op het gebruik van dit type halsband op te nemen in de Wet dieren.

Typen elektronische halsbanden en hun werking

Een elektronische halsband is voorzien van een batterij en een elektrisch circuit met twee polen, die een elektrische schok kunnen geven op de hals van de hand. Drie typen elektro­nische halsbanden zijn te onderschei­den: 1) de 'trainingshalsband' met afstandsbediening voor de trainer (ook wel 'dressuurband' genoemd), 2) de 'anti-blafband' die automatisch reageert op vibraties van de stemban­den en 3) de elektronische omheining waarbij de halsband gekoppeld is aan een onzichtbare omheining om een hond binnen een begrensd gebied te houden. Sommige halsbanden geven voorafgaand aan de schok een trilling of piepsignaal als waarschuwingssig­naal. Het dier kan zo de schok vermij­den door het ongewenste gedrag niet uit te voeren. De hond moet wel eer­der hebben ervaren dat na het signaal een schok volgt en daardoor hebben geleerd dat het signaal een voorspel­ler is van de schok.

Elektrische schok

De werking van elektronische halsbanden berust voornamelijk op het feit dat het een aversieve prikkel (elektrische schok) betreft die ook fysieke pijn kan veroorzaken. Bij overmatig gebruik kunnen de elektrodes zelfs leiden tot laesies in de nek, zie afbeelding hieronder. In Frankrijk, waar de elektronische  halsband niet is verboden, ontwikkelde 7 procent van de 330 honden waarbij een stroomband werd gebruikt lichamelij­ke beschadigingen. Het effect van een elektrische schok hangt af van de eigenschappen van de prikkel zoals de sterkte, het aantal keer dat de schok gegeven  wordt en de duur.

Uit humaan onderzoek blijkt dat hogere frequenties (30, 60 en 90 Hz) sterkere pijnsensaties en schrikreacties veroorzaken dan  lagere frequenties. Verder is in onderzoek bij mensen aangetoond dat bij achtereenvolgende schokken op de­ zelfde plek de gevoeligheid voor pijn toeneemt, terwijl de gedragsmatige schrik reactie kan afnemen.

Uit onderzoek naar de behandeling van blafgedrag bij honden blijkt dat vaak meerdere schokken noodzakelijk zijn voordat blaf gedrag richting andere honden volledig is af genomen. Zeker wanneer een hond hoog  gemotiveerd is om het gedrag uit te voeren, zijn meerdere, sterke prikkels nodig om het te stoppen. Ook kan een elektro­nische halsband, zoals een anti-blaf ­band, soms worden geactiveerd door andere (geluids)trillingen dan een blaf of kan een andere blaffende hond de band activeren.

Hoe een individu de elektrische schok ervaart, hangt mede af van individuele fysieke eigenschappen, zoals dikte en vochtigheid van de huid en het vetgehalte van de vacht. Aangezien veel factoren een rol spelen, is het in de praktijk zeer complex een elektrische schok zodanig op het individu af te stemmen qua sterkte, duur en het aantal keer dat hij gegeven wordt dat er geen mentale trauma's ontstaan. In het algemeen blijkt dat het correct toepassen van de elektronische halsband moeilijk is, waardoor de risico's op negatieve (neven)effecten hoger zijn. Zo kan het een (langdurig) nega­tief effect hebben op de relatie met de eigenaar als de hond de elektrische schok met de eigenaar associeert. Ook kan het toedienen van een elektri­sche schok mogelijk leiden tot omgerichte agressie.

Gevolgen van overmatig gebruik van de elektronische halsband, waarbij de stroomgeleidersde huid geperforeerd hebben . Erom­ heen is uitgebreide dermatitis met erythema en verdikking van de huid te zien. (Foto: Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland)

Conditionering met de elektronische halsband

De training van honden is grotendeels gebaseerd op de principes van operante conditionering. Dat houdt in dat een dier een associatie leert leggen tussen zijn gedrag (actie) en een bepaald gevolg. Dat gevolg kan be­staan uit een beloning zoals een brokje, waardoor de kans dat het gedrag in de toekomst zal optreden toeneemt (positieve bekrachtiging). Als het ge­volg een bestraffing is zoals een elek­trische schok neemt de kans dat het gedrag in de toekomst optreedt af (positieve correctie). Ook kan een prikkel, met een positieve waarde of negatieve waarde voor het dier, worden weggehaald (respectievelijk nega­tieve correctie of negatieve bekrachti­ging). Zie voor een illustratie van deze basisprincipes onderstaande figuur.

Training met behulp van de elektro­nische halsband gebeurt door middel van een positieve correctie of een negatieve bekrachtiging. Bij een positieve correctie krijgt de hond een elektrische schok direct na het vertonen van het ongewenste gedrag. Bij het inzetten van de elektrische schok als negatieve bekrachti­ging krijgt de hond net zo lang stroom toegediend totdat deze het gewenste gedrag vertoont. Ook als de hond de schok kan vermijden door een voorspellend signaal dat vooraf ­ gaat aan de schok, is er sprake van een negatieve bekrachtiging. In de literatuur wordt de mogelijkheid elektronische halsbanden in te zetten als negatieve bekrachtiging (vermijdings­leren) gezien als een trainingsvoor­deel, maar dat is het niet. Vermij­dingsleren ontstaat namelijk door de dreiging van een onaangename prik­kel. Dat betekent vaak dat de hond langdurig/ permanent de halsband draagt om het ongewenste gedrag (blijvend) te onderdrukken in ver­schillende situaties. Als de dreiging van de elektrische schok niet aanwezig is, bestaat er immers voor de hand geen reden meer het ongewenste gedrag niet uit voeren. Dit leidt ertoe dat de hond de elektronische hals­ band langdurig/permanent moet dragen en dus voortdurend de drei­ging zal ervaren van een mogelijke elektrische schok. Zowel een positie­ve correctie als een negatieve be­krachtiging met behulp van een elektronische halsband berusten op (de verwachting van) een sterk aversieve prikkel en behoren tot de aversieve trainingen. Verschillende studies tonen aan dat aversieve trainingen gecorreleerd zijn met parameters van verminderd welzijn.

Vier basisprincipesBekrachtiging
(gedrag neemt toe)
Correctie
(gedrag neemt af
Positief
(prikkel toevoegen)
Positieve bekrachtiging
(een beloning geven, waardoor gedrag toeneemt)
Positieve correctie
(een straf geven, waardoor gedrag afneemt)
Negatief
(prikkel weghalen
Negatieve bekrachtiging
(iets onplezierigs wegnemen, waardoor gedrag toeneemt, vermijdingsleren)
Negatieve correctie
(iets plezierigs afnemen, waardoor gedrag afneemt)

Weergave van de vier basisprincipes van operante conditionering, waarbij bekrachti­ging leidt tot een toename in gedrag en correctie tot een afname in gedrag. Het woord "positief " staat voor prikkel toevoegen en "negatief" voor prikkel weghalen.

Welzijnseffecten van de elektrische schok

Een dier verkeert in een staat van welzijn als het in staat is zich actief aan te passen aan zijn levensomstan­digheden en daarmee een toestand bereikt die het als positief ervaart. Dieren krijgen in hun leven te maken met allerlei prikkels die acute stress opwekken, waaraan ze zich normali­ter door gedragsmatige en fysiologi­sche reacties kunnen aan passen.

Prikkels kunnen echter dusdanig aversief zijn qua aard, intensiteit en duur, dat een individu uiteindelijk niet meer in staat is zich aan te pas­sen waardoor een aantasting van het welzijn optreedt. Uit onderzoek bij honden blijkt dat het gebruik van de elektronische halsband leidt tot gedragsmatige en fysiologische veran­deringen die geassocieerd zijn met stress, (omgerichte) agressie, angst of zelfs pijn. Uit meerdere studies bij Beagles blijkt dat een schok van een elektronische halsband wanneer dit voor de honden niet voorspelbaar en/of controleerbaar is, leidt tot een significante verhoging van het stress­ hormoon cortisol in het speeksel.

Werkhonden die met de elektroni­sche halsband waren getraind, lieten significant meer stressgerelateerd gedrag en lagere houdingen zien, maar ook vocalisaties die duiden op pijn, in vergelijking met hond en die waren getraind met de slipketting en prikband. Vanuit het stressfysiologisch onder­ zoek is al jaren bekend dat met name de mate van controleerbaarheid en voorspelbaarheid van een onaange­name prikkel heel belangrijk is voor de hoeveelheid stress die een dier ervaart. Het herhaaldelijk blootstel­len aan onvoorspelbare en oncontroleerbare aversieve prikkels, waarbij geen enkele gedragsaanpassing leidt tot een vermindering van de stresserende prikkel, kan leiden tot een wel­zijnsaantasting en zelfs het totaal passief worden van een dier. Dit fenomeen, 'learned helplessness',  is door Seligman & Maier (1967) aange­toond bij honden.

Honden die eerder waren blootgesteld aan een oncontroleerbare schok, vertoonden geen ont­snappingsreacties meer, ook niet in andere situaties dan waarin zij een elektrische schok kregen toegediend. In de praktijk hebben honden de elektronische halsband meestal lang­ durig om. Zeker aanvankelijk is voor de hond niet duidelijk wanneer en waarvoor hij een correctie krijgt. Dit moet hij proefondervindelijk leren. Dat maakt de elektrische schok, zeker in het begin, voor de hand onvoorspelbaar. Daarnaast wordt de elektro­nische halsband gebruikt bij het aan- of afleren van verschillende gedragingen. Dit maakt de elektrische schok voor de hond nog minder voor­spelbaar, omdat hij de schok moeilij­ker kan koppelen aan zijn eigen ge­drag. Onderzoek toont aan dat werk honden mogelijk geen associatie leggen tussen de schok en hun eigen gedrag, maar wel tussen de schok en de eigenaar, omgeving of een com­mando. Wanneer de hand geen associatie legt tussen de schok en zijn gedrag, begrijpt hij niet wat hij moet doen om de schok te voorkomen.

Inconsistent gebruik en/of een on­juiste timing dragen extra bij aan een verhoogde onvoorspelbaarheid en/of oncontroleerbaarheid. Een elektrische schok is een dermate sterk aversieve prikkel dat er snel angst of mentale trauma's kunnen ontstaan. Het toedienen van een of meerdere elektrische schokken, of het langdurig niet kunnen vermijden van deze schokken, simuleert bij rat­ten symptomen die als diermodel dienen voor onderzoek naar humane angststoornissen zoals de posttrau­matische stressstoornis (PTSS) en depressie. Angst is een functionele, gedragsmatige reactie op een stressor en draagt bij aan de overleving van het individu. Steeds met zeer hevig angstgedrag reageren op een prikkel, zonder dat dit leidt tot een positievere toestand, is echter niet functioneel. Angst kan zich gaan uitbreiden naar andere prikkels waar het dier eerst nog niet met angst op reageerde (generaliseren) en zich als de angst ex­cessief, dysfunctioneel en niet adap­tief of in respons op een prikkel is, ontwikkelen tot pathologische angst.

Alternatieven: positieve training

De elektronische halsband kan onge­wenst gedrag effectief onderdrukken, zelfs in geval van zelf belonend gedrag zoals najagen, maar kan aantoonbaar het welzijn van een hond sterk aantasten en mogelijk zelfs de relatie met de eigenaar negatief beïn­vloeden. Training zonder aversieve middelen kan echter leiden tot betere prestaties, een beter welzijn, minder gedragsproblemen, een betere mens dier relatie en een betere gehoor­ zaamheid. Een recente publicatie in het Diergeneeskundig Memorandum voorziet dierenartsen van informatie om ongewenst gedrag  te voorkomen of om te buigen naar gewenst gedrag zonder gebruik van aversieve middelen, door management, modificatie en/of motivatie van het gedrag te veranderen. Bij ongewenst gedrag kan ook doorverwezen worden naar een goed opgeleide, professionele gedragstherapeut die op basis van positieve training werkt.

Deldalle en Gaunet (2014) toonden aan dat huis­ honden getraind door middel van positieve bekrachtiging (n=24) significant minder stressgerelateerd gedrag vertoonden, hogere houdingen had­den en vaker naar hun eigenaren keken dan honden getraind met negatieve bekrachtiging (n=26). Daarnaast toonden Schalke et al. (2010) aan dat het mogelijk is werkhonden uitsluitend op basis van positieve bekrachtiging op te leiden. Het onderzoek van Cobb et al. (2015) geeft aan dat factoren zoals selectie, socialisatie, huisvesting en training bepalend zijn voor het welzijn en de prestaties van werkhonden. De overstap naar een positieve training van werkhonden vraagt om een brede aanpak met betrekking tot: 1) de selectie van werkhonden (met minder hoge op­ winding), 2) de geleidelijke opbouw van de training van jongs af aan door positieve bekrachtiging (gericht op zelfbeheersing en loslaten) en 3) aan­dacht voor een goede socialisatie en moeder-kind binding (voor de stabilisering van het stresssysteem).

Conclusie

De elektronische halsband berust op het inzetten van pijnprikkels om ongewenst gedrag te stoppen (positieve correctie) en/of de hond te leren het gewenste gedrag te vertonen door deze pijnlijke prikkels te laten vermij­den (negatieve bekrachtiging). De elektronische halsband is een aversief hulpmiddel en aversieve training is geassocieerd met fysiologische en gedragsmatige parameters van ver­minderd welzijn. Trainen van hon­den zonder aversieve middelen, op basis van positieve bekrachtiging is beter voor het welzijn van het dier, geeft even goede en mogelijk zelfs betere resultaten en leidt tot een be­tere mens-hond relatie. Voor werk­honden specifiek vraagt dit om aanpassingen in de fokselectie, een verandering in aanpak en opbouw van de training en aandacht voor een goede socialisatie en moeder-kind binding. In de literatuur zijn vele aanwijzingen te vinden die een verbod op de elektronische halsband rechtvaardigen. Het is heel belangrijk dat dierenartsen het verbod op de elektronische halsband onderschrij­ven. Zij kunnen hondeneigenaren informeren over de nadelige welzijns­ effecten van deze halsband en over de alternatieven in de vorm van positieve trainingsmethoden.

Kijk voor het artikel met verwijzingen en literatuurlijst op de TvD-website.

Verschenen in het Tijdschrift Voor Diergeneeskunde in september 2020.
Geschreven door: C.M. Kapteijn, J.A.M. van der Borg, C.M. Vinke, S.S. Arndt leerstoelgroep diergedrag, unit Dier in Wetenschap en Maatschappij, departement Population Health Science, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht.