COVID-19 in uw huishouden? Voorzorgsmaatregelen rondom huisdieren

Update

Er zijn gevallen bekend van katten, honden en nertsen die besmet zijn geraakt met het coronavirus (SARS-CoV-2). Uit onderzoek in Nederland blijkt dat honden en katten wiens eigenaar positief is getest voor het coronavirus vaker antistoffen tegen SARS-CoV-2 in het bloed hebben dan honden en katten wiens eigenaar niet positief is getest voor het coronavirus. Waarschijnlijk hebben de eigenaren het huisdier besmet. Er zijn nog geen gevallen bekend van besmette huisdieren die mensen hebben besmet. De kans hierop wordt heel klein geacht. Welke voorzorgsmaatregelen adviseren wij voor huisdiereigenaren uit een huishouden met een COVID-19-besmetting?   

Honden en katten

Bij recent onderzoek in Nederland zijn bij ongeveer 1 op 5 katten en 1 op 7 honden uit huishoudens met personen met COVID-19, antistoffen gevonden tegen SARS-CoV-2. Dit betekent dat deze huisdieren besmet zijn geweest met het virus. Bij enkele honden en katten is het virus zelf aangetroffen. Daarnaast zijn op een aantal besmette nertsenbedrijven boerderijkatten besmet geraakt met het virus. 

Honden en katten die een besmetting met SARS-CoV-2 doormaken, vertonen doorgaans geen tot milde klachten. Uit vervolgonderzoek onder asielkatten en honden en katten uit huishoudens zonder link met personen met COVID-19 bleken slechts enkele dieren antistoffen tegen SARS-CoV-2 te hebben en dus besmet te zijn geweest. Geen van deze dieren testte positief op het virus. Dat betekent dat de kans dat honden en katten buiten hun huishouden met SARS-CoV-2 worden besmet erg klein is. Er zijn nog geen gevallen bekend van besmette honden en katten die mensen hebben besmet. De kans hierop wordt heel klein geacht.

Andere huisdieren waarmee wordt geknuffeld

Van onder meer hamsters, fretten en konijnen weten we dat zij besmet kunnen raken met het coronavirus (SARS-COV-2). Aangezien deze dieren zelden het huis verlaten, is er op dit moment geen reden om voor deze thuisblijvende dieren extra voorzorgsmaatregelen te nemen.

Dier-op-mensbesmetting

In Nederland zijn enkele gevallen bekend van mogelijke dier-op-mensbesmettingen. Deze besmettingen hebben plaatsgevonden op nertsenbedrijven waar nertsen besmet waren met het virus. Medewerkers van de bedrijven hebben de nertsen verzorgd, toen nog niet bekend was dat de dieren besmet waren. Mogelijk hebben enkele medewerkers via de nertsen het virus opgelopen. 

Op 3 juni 2020 heeft de overheid besloten dat bedrijven waar nertsen positief getest zijn op SARS-CoV-2, geruimd zullen worden. Het is mogelijk dat het virus langere tijd op nertsenbedrijven kan circuleren, waardoor mensen besmet zouden kunnen raken. Zie ook de kamerbrief met aanvullende maatregelen voor nertsenbedrijven. Op 28 augustus heeft het kabinet besloten dat alle nertsenbedrijven vóór het volgende productieseizoen (begin 2021) moeten stoppen. Inmiddels zijn alle Nederlandse nertsenbedrijven leeg.

De kans dat dieren in huishoudens besmet raken met het virus en een rol spelen in de verspreiding van het virus is heel klein. Op dit moment wordt deze kans veel kleiner geschat dan de kans dat mensen elkaar besmetten. Toch worden bij honden en katten uit een huishouden met een COVID-19-besmetting voorzorgsmaatregelen geadviseerd (zie hieronder).

Adviezen voor eigenaren van honden en katten

Voor huisdiereigenaren uit een huishouden met een COVID-19-besmetting worden extra voorzorgsmaatregelen geadviseerd:

  • Vermijd contact met uw huisdier, knuffel niet en laat u niet likken.
  • Houd honden en katten zoveel mogelijk binnen tijdens uw isolatie- of quarantaineperiode en/of die van uw huisgenoten.*
  • Laat honden enkel kort en aangelijnd uit.
  • Laat een niet-zieke huisgenoot voor het huisdier zorgen, als dat mogelijk is.
  • Goede hygiëne is extra belangrijk.

*Als katten (voornamelijk) buiten leven, houd ze dan zoveel mogelijk buiten.

De kans dat uw huisdier na een eventuele besmetting ziek wordt, is klein. Als uw dier toch COVID-19-gerelateerde klachten krijgt, zorg dan dat het dier niet naar een locatie gaat waar veel dieren bij elkaar komen (opvang, pension, asiel). Als het dier ernstige benauwdheids- en/of diarreeklachten heeft, neem dan telefonisch contact op met de dierenarts. Geef bij de dierenarts aan dat uw huisdier uit een huishouden komt met een COVID-19-besmetting. Uw dierenarts kan in samenspraak met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit besluiten of er extra onderzoek wordt gedaan.

De kans dat mensen besmet worden door hun huisdier is veel kleiner dan dat ze ziek worden van hun huisgenoten. Het is verstandig dat alle huisgenoten met klachten zich laten testen en contact met de kat of hond zoveel mogelijk vermijden. 

Meer vragen en antwoorden voor diereigenaren over COVID-19 en huisdieren vind je hier

Andere huisdieren en COVID-19

Naast onder meer honden, katten, hamsters, en konijnen zijn ook fretten en nertsen gevoelig gebleken voor besmetting met het virus. Op een groot aantal nertsenbedrijven is het virus aangetroffen en in Nederland zijn alle bedrijven met nertsen inmiddels leeg. Er wordt onderzoek gedaan naar hoe de dieren op de bedrijven besmet zijn geraakt.

Wat doet de faculteit Diergeneeskunde ?

In Nederland zijn we alert op nieuwe en bestaande ziekten die van dieren op mensen en omgekeerd kunnen worden overgedragen. Zoals mensen besmet kunnen worden met infectieziekten, kunnen ook dieren besmet raken. Een klein deel van de infectieziekten van dieren is ook besmettelijk voor de mens: dat zijn de zoönosen. Soms kunnen dieren ook infectieziekten oplopen van mensen, dat zijn antropozoönosen. Dat betekent dat ook bij SARS-CoV-2 wordt gekeken in hoeverre dieren besmet kunnen worden en een rol spelen in de verspreiding van het virus. De faculteit Diergeneeskunde werkt hierbij samen met het RIVM en verschillende professionals uit de gezondheidszorg.