COPD-patiënten hebben vaker hersenproblemen, mogelijk door ontstekingen
Aangepaste voeding zou gunstig effect kunnen hebben op psychologisch welbevinden
Patiënten met chronische obstructieve longziekte (COPD) blijken relatief vaak last te hebben van hersengerelateerde problemen zoals angst, depressie of geheugenproblemen. Promovendus Charlotte Pelgrim ontdekte dat ontstekingen in het brein en een minder goed beschermende barrière van de bloedvaten in het brein hier mogelijk een rol bij spelen. Ook toonde ze aan dat ontstekingsremmende voedingsstoffen in het dieet een positief effect zouden kunnen hebben op het psychologisch welbevinden van COPD-patiënten. Pelgrim verdedigt vandaag haar proefschrift.
COPD is een chronische longziekte die meestal wordt veroorzaakt door roken. Patiënten met COPD hebben last van bronchitis, ontstekingen van de onderste luchtwegen, en longemfyseem, beschadigde longblaasjes. Hierdoor hebben ze meer moeite om te ademen en zijn ze snel vermoeid. COPD-patiënten kunnen last hebben van longaanvallen, fasen waarin de COPD-symptomen zich verergeren. Bacteriële of virale infecties zijn meestal de oorzaak van deze aanvallen.

Vaak ook hersenproblemen
Mensen met COPD hebben een relatief hoge kans op hersenproblemen, zo concludeert Pelgrim op basis van receptgegevens van 800 apothekers. Uit haar onderzoek blijkt dat ongeveer 15 procent van de Nederlanders die medicijnen krijgt vanwege COPD, ook medicijnen tegen depressie en/of angststoornissen krijgt. Dat is hoog, ook als je het vergelijkt met de eveneens vaak hoge percentages bij andere chronische ziektes. Van de Nederlanders die geen van de onderzochte chronische ziektes hebben, krijgt slechts 2 à 3 procent medicijnen tegen deze hersenaandoeningen.
Experimenten
De precieze oorzaak van het hogere aandeel hersenproblemen bij COPD-patiënten is niet bekend. Pelgrim: “Er spelen een heleboel factoren. Patiënten zijn bijvoorbeeld benauwd, wat ze angstiger maakt. Dankzij studies met muizen weten we dat ook ziekteprocessen in de longen een rol kunnen spelen.”
Er zijn op dit moment geen proefdiervrije technieken om te onderzoeken hoe ziekte in de longen kan leiden tot problemen in het brein. Om meer inzicht in te krijgen in de wisselwerking tussen de longen en het brein bij COPD, wekte Pelgrim het COPD-ziektebeeld op bij muizen. Ook bootste ze bij de muizen een longaanval na door een ontsteking op te wekken. Pelgrim: “Longaanvallen kunnen breinproblemen bij COPD-patiënten verergeren. Daarom wilden we ook inzicht krijgen in het effect van deze aanvallen.”
Geheugenproblemen en ander gedrag
Door het leervermogen van de muizen met longemfyseem te vergelijken met dat van gezonde muizen, toonden Pelgrim en haar collega’s aan dat muizen met beschadigde longblaasjes geheugenproblemen hebben. Ook vond ze dat muizen met het COPD-ziektebeeld én een nagebootste longaanval, ander gedrag vertoonden dan gezonde muizen: afhankelijk van de precieze manier waarop het COPD-ziektebeeld was opgewekt, waren ze ofwel minder actief, of ze bewogen juist meer en verkenden hun omgeving actiever.
Ontstekingen in het brein
Pelgrim en haar collega’s denken dat ontstekingsprocessen een belangrijke rol kunnen spelen bij de link tussen hersenproblemen en COPD. Pelgrim: “Muizen met het COPD-ziektebeeld functioneren cognitief minder. Dat heeft deels te maken heeft met een gebrek aan zuurstof, maar ook een minder sterke bloed-hersenbarrière en ontsteking in het brein spelen waarschijnlijk een rol.”
De wanden van bloedvaatjes in het brein vormen een barrière die ervoor zorgt dat schadelijke stoffen niet in de hersenen terechtkomen. Pelgrim ontdekte dat deze barrière minder stevig was bij muizen met het COPD-ziektebeeld. Bepaalde eiwitten in de wanden waren in mindere mate aanwezig dan bij gezonde muizen, waarschijnlijk als gevolg van ontstekingsprocessen in de bloedsomloop. Ook suggereren Pelgrims resultaten dat de COPD-muizen een ontsteking hadden in een deel van de hersenen dat een rol speelt bij het cognitieve vermogen.
Een gezonde levensstijl is een relatief makkelijke manier om de symptomen in de longen, en ook de gevolgen van COPD buiten de longen, positief te beïnvloeden.
Voeding kan helpen
Pelgrim keek ook naar de rol van voeding in dit alles. Een deel van de muizen met het COPD-ziektebeeld kreeg voedsel dat rijk is aan vier ontstekingsremmende stoffen: Omega 3-vetzuren, prebiotica, tryptofaan en vitamine D. Pelgrim: “We vonden aanwijzingen dat dit dieet het gedrag van de muizen verbetert, omdat het ze wat minder angstig lijkt te maken. En we zagen dat de barrière van de bloedvaatjes in het brein iets herstelde dankzij het dieet.” Door immuuncellen in de milt van de muizen te onderzoeken, toonde ze ook aan dat voeding een positieve invloed kan hebben op het immuunsysteem.
De effecten op het gedrag en de bloed-hersenbarrière die Pelgrim en collega’s zagen, waren niet heel groot. Pelgrim geeft daarom aan dat er extra onderzoek nodig is om meer duidelijkheid over de rol van voeding te krijgen. Maar volgens de promovendus is het sowieso belangrijk dat COPD-patiënten gezond eten. Pelgrim: “Daar is zeker winst te behalen. Sommige COPD-patiënten krijgen via hun dieet bepaalde voedingsstoffen niet genoeg binnen, zoals vezels. Een gezonde levensstijl is een relatief makkelijke manier om de symptomen in de longen, en ook de gevolgen van COPD buiten de longen, positief te beïnvloeden.”