Chairs van Thriving & Healthy Youth buigen zich over data, jonge onderzoekers en theater

Twee van de drie kenden elkaar al goed: Heidi Lesscher (neurobioloog aan de faculteit Diergeneeskunde) en Sanne Nijhof (kinderarts aan het UMCU) werkten de afgelopen vier jaar veel samen binnen hun onderzoek naar het spelgedrag van kinderen. Lesscher: “We zijn erg blij dat we nu verder kunnen binnen de Dynamics of Youth Thriving & Healthy Youth - community, mét iemand van sociale wetenschappen: ontwikkelingspsycholoog Odilia Laceulle. We verschillen natuurlijk in ons onderzoek van elkaar, maar dat maakt het domein juist kleurrijker. En we hebben alle drie wél eenzelfde focus: uitzoeken hoe weerbaarheid bij kinderen werkt, en hoe deze versterkt kan worden.”
De drie onderzoekers, de chairs, van de zojuist opgerichte community komen al geregeld samen. Nijhof: “We spreken af in het 030Lab. Dat is een voormalige verpleegafdeling in het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Die afdeling is nu geoormerkt om samenwerking tussen de Universiteit Utrecht, het WKZ en het UMCU te faciliteren. Onze community opereert op het snijvlak van die instituties, dus is het 030Lab de aangewezen plek om samen te komen.”
Data optimaal koppelen

In het 030lab bespreken de drie wetenschappers onder meer het in kaart brengen van alle data die er op het gebied van ontwikkeling van kinderen zijn. Laceulle: “We weten allemaal dat er enorm veel data bestaan, maar die data worden nog lang niet optimaal aan elkaar gekoppeld. Om die optimale koppeling te kunnen maken, willen we eerst beter inzicht krijgen in al die data. Dat zal een van de dingen zijn die onze postdoc, Anne Margit Reitsema, vanaf januari gaat aanpakken: zij gaat een roadmap samenstellen van de bestaande cohorten.”
Jonge onderzoekers
Ook wil de Thriving & Healthy Youth - community interdisciplinaire samenwerking aanmoedigen. Nijhof: “Ik weet zeker dat elke faculteit bij onze community terecht kan. Je moet elkaar natuurlijk zien te vinden, en ervoor open staan. Daar gaan wij bij helpen. Dat zal onze voornaamste rol zijn: faciliteren.” Om de interdisciplinaire samenwerking te stimuleren, willen de drie onderzoekers beginnen bij de jonge onderzoekers. Laceulle: “Te vaak nog zitten zij in vastomlijnde projecten. Met kleine subsidies kunnen we ze misschien een paar maanden vrijspelen binnen hun contract, zodat ze extra onderzoek kunnen doen. Onderzoek met mensen met wie ze binnen hun promotieonderzoek anders nooit in aanraking zouden komen.” Nijhof: “Op die manier komt het in het DNA van de jonge wetenschapper. Zo wordt het voor hen de gewoonste zaak dat interdisciplinair onderzoeken en samenwerken onderdeel is van wetenschap bedrijven.”
Ik weet zeker dat elke faculteit bij onze community terecht kan.
Met hun community wensen Lesscher, Nijhof en Laceulle ook de maatschappij te dienen. Zo hebben ze gesproken met een theatergezelschap dat een voorstelling heeft ontwikkeld om mentale gezondheid onder jongeren bespreekbaar te maken. Lesscher: “We gaan deze voorstelling, getiteld ‘Wat de f*ck is geluk?’, op 8 en 9 december in Parnassos aanbieden aan onze jongere studenten. De mentale gezondheid van hen is, zeker de afgelopen jaren, een groot thema geweest. Dat is ook een taak van onze community: verbinding maken tussen maatschappelijke partners en onze eígen onderzoekers en studenten. Ook weer om de weerbaarheid, in dit geval onder jongvolwassenen, te versterken.”
