Brieven uit de 17e eeuw gepresenteerd

Signed, Sealed, & Undelivered

The refused letter, Wallerant Vaillant, after Gerard ter Borch (II), after Jan de Bisschop, 1668-1677- 1677. © Rijksmuseum, Amsterdam
The refused letter, Wallerant Vaillant, after Gerard ter Borch (II), after Jan de Bisschop, 1668-1677- 1677. © Rijksmuseum, Amsterdam

In 2015 is een team internationale wetenschappers begonnen met een onderzoek naar de kist van postmeester Simon de Brienne uit de zeventiende eeuw. Dr. Rebekah Ahrendt (Muziekwetenschap) is namens de Universiteit Utrecht bij het project betrokken. Het door de NWO gesubsidieerde onderzoek Signed, Sealed, & Undelivered is inmiddels afgerond en de resultaten zijn te bezichtigen in een online expositie. Onder andere het NOS acht uur journaal en De Haagsche Courant hebben aandacht besteed aan het project. 

The Brienne trunk, 00046, Sound and Vision, The Hague. Source: Brienne.org
The Brienne trunk, 00046, Sound and Vision, The Hague. Source: Brienne.org

Simon de Brienne was een 17e-eeuwse postmeester in Den Haag. Brieven die niet konden worden bezorgd – omdat iemand niet voor de brief kon of wilde betalen – heeft hij bewaard. Ze vormen nu een schatkist onaangeraakt door de tijd: 2600 berichten vol roddels, schandalen en intriges. Maar ook het alledaagse leven en de emoties waar men in die tijd mee te maken had, komen er volop in voor.

Dr. Rebekah Ahrendt
Dr. Rebekah Ahrendt

Muzikale werkveld 

De brieven uit de collectie van De Brienne geven ons informatie over het muzikale werkveld van het verleden. Musici uit de zeventiende eeuw reisden veel rond en traden op verschillende locaties op. Uit de brieven blijkt dat veel muzikanten desondanks nauwe contacten met elkaar onderhielden over grote afstanden en dat ze verlangden naar een vaste aanstelling waarbij er de mogelijkheid was om interessante muziekstukken te spelen.

Veel van de beoogde ontvangers waren vluchtelingen of gevangenen en behoorden tot etnische of religieuze minderheden.

Ethische kwestie 

Dr. Rebekah Ahrendt is gespecialiseerd in de periode waarin de brieven geschreven zijn (1689-1707). Zij vraagt zich af of het ethisch verantwoord is om de brieven van anderen te openen. Zoals anderen al hebben opgemerkt, zijn deze brieven zo oud dat ze zich in het publieke domein bevinden. Maar de vraag over ethiek is terecht - vooral gezien het feit dat veel van de briefschrijvers in hun eigen tijd werden gemarginaliseerd. Het is niet voor niets dat de brieven niet werden afgeleverd: veel van de beoogde ontvangers waren vluchtelingen of gevangenen en behoorden tot etnische of religieuze minderheden. Hetzelfde kan gezegd worden voor veel van de afzenders - wiens woorden in deze brieven vaak het enige spoor zijn dat ze in het historische register hebben achtergelaten. Sommige afzenders waren analfabeet en huurden professionele briefschrijvers in om hun zorgen kenbaar te maken.