Boek: Rouw bij kinderen en jongeren

Hoe ouders en scholen rouwende kinderen kunnen helpen

Zo’n 34 duizend Nederlandse kinderen zijn halfwees; nog veel meer kinderen verliezen een broertje of zusje, opa, oma of andere naaste. Klinisch psycholoog en orthopedagoog Mariken Spuij geeft hun ouders, leerkrachten en intern begeleiders advies om deze kinderen te kunnen helpen. Dat doet Spuij niet alleen bij het Ambulatorium, de academische polikliniek van de Universiteit Utrecht, maar nu ook met haar binnenkort te verschijnen boek Rouw bij kinderen en jongeren.

In haar boek vertaalt Spuij wetenschappelijke kennis naar tips, vragen en theorie voor ouders en professionals die te maken hebben met kinderen die een naaste hebben verloren of dreigen te verliezen door ziekte. Spuij: “Rouw is een onderwerp dat erg raakt, en veel boeken over dit onderwerp zijn vanuit emotie geschreven. Een boek dat wetenschappelijke kennis en bewezen effectieve aanpakken als uitgangspunt heeft, was er nog niet.”

Gecompliceerde rouw

De basis voor Spuijs boek is haar proefschrift over gecompliceerde rouw waarop ze in 2014 promoveerde. In haar proefschrift concludeerde ze onder meer dat tien tot twintig procent van de kinderen die een ouder verliest, problemen krijgt die hen belemmeren in het dagelijks functioneren. Deze kinderen, die vastlopen in hun verwerkingsproces, lijden aan ‘gecompliceerde rouw’ – een verscheurend verlangen naar de overledene. Spuij: “Deze groep heeft professionele hulp nodig.” Voor hen ontwikkelde Spuij samen met hoogleraar Klinische Psychologie Paul Boelen RouwHulp, een cognitief-gedragstherapeutische aanpak van de emotionele problemen na verlies.

Steun vanuit de omgeving

De positieve keerzijde van de medaille: de ongecompliceerde rouw. Met een overgrote meerderheid van de kinderen die een naaste verliest, gaat het best goed. Met steun uit hun omgeving lukt het deze kinderen om hun verdriet een plaats te geven. Met haar boek wil Spuij de groep die het verdriet te boven komt nog groter maken.

Hoe moet je met zo’n verlies omgaan, als achterblijvende ouder?

Adviezen

De adviezen die Spuij in haar boek geeft, zijn onder meer aan de overgebleven ouder gericht. “Zo’n 6400 kinderen per jaar verliezen een ouder. Hoe moet je met zo’n verlies omgaan, als achterblijvende ouder? Je hebt immers ook je eigen verdriet. Daarvoor heb ik adviezen. Ik wil ouders aan het denken zetten: hoe gaat het bij jullie? Wat wil je kind eigenlijk zelf?”
Daarnaast heeft het boek een hoofdstuk voor scholen. “Wat kun je als leerkracht of intern begeleider doen? Wat kun je vragen of zeggen, en wat beter niet? Iedereen die met kinderen in rouw omgaat, kan handvatten gebruiken.”

Vertrouwen

De gouden tip? Dat is misschien wel het advies om op het eigen kunnen te vertrouwen. Spuij: “Ik wil ouders het vertrouwen geven dat zij en hun kinderen het verlies kunnen verwerken. Vaak zijn mensen ontredderd, ‘ik kan het niet aan’ zeggen ze dan. Maar ze kunnen het wel aan. De meeste ouders en kinderen lukt het na een tijdje om hun weg te vinden – zonder dat ze hierbij professionele hulp nodig hebben.”

Zeg niet dat papa slaapt

Onder de kop 'Zeg niet dat papa slaapt' publiceerde het Algemeen Dagblad een uitgebreid interview met Mariken Spuij.