Bijna 10 procent van gamende jongens is gameverslaafd

Nagenoeg 1 op de 10 gamende jongens in de leeftijd van 12 tot 15 jaar is gameverslaafd. Dat concludeert Regina van den Eijnden, jeugdonderzoeker bij de Universiteit Utrecht. “Bij meiden van die leeftijd speelt dit veel minder. Nog geen 1 procent van de gamende meisjes vertoont verslavingskenmerken.” Van den Eijnden presenteert haar cijfers dinsdagmiddag 5 april op het symposium ‘Preventie van problematisch gamen: The next level’ van het Trimbos-instituut. 

De Utrechtse onderzoeker verzamelde begin dit jaar de gegevens over het gamegedrag van bijna 2000 jongeren. Uit de bijeengebrachte cijfers blijkt dat nagenoeg alle jongens tussen de 12 en 15 jaar wel eens gamen. Van den Eijnden: “95% van de jongens geeft aan te gamen, tegenover 75% van de meisjes.” Er is geen onderscheid gemaakt in de media waarmee gegamed kan worden. “Nee, alle apparaten zijn meegeteld: van de smartphone tot de console.”

Ruim 4 uur per dag

Ook in het aantal uur dat er besteed wordt aan gamen is een duidelijk verschil tussen jongens en meisjes. Waar de meiden gemiddeld 4,5 uur in de week in de weer zijn met gamen, zijn de jongens hier gemiddeld 16 uur in de week aan kwijt. Van den Eijnden voegt eraan toe dat de jongens die voldoen aan de criteria van gameverslaving nog heel wat meer uren gamen: “29 uur in de week. Dat is dus ruim 4 uur per dag.”

Ruzie om gamegedrag

Is iedereen die 4 uur per dag gamet dus een verslaafde? “Nee, zo werkt het niet”, maakt Van den Eijnden duidelijk. In 2013 heeft het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen, DSM 5, een eerste aanzet gegeven om gameverslaving te herkennen. Onder de noemer Internet Gaming Disorder worden negen criteria opgesomd. Voldoet een persoon aan vijf van deze negen kenmerken, dan zou er sprake zijn van de zogenoemde stoornis. “Aan de hand van die criteria vroegen wij de jongeren bijvoorbeeld of ze wel eens ruzie met anderen krijgen door hun gamegedrag en of ze de tijd die ze aan gamen besteden verborgen houden voor anderen.”

Risicogroepen

Volgens de Utrechtse wetenschapper zijn er twee groepen jongens die meer risico lopen op gameverslaving. “Dat zijn jongens die last hebben van concentratieproblemen, denk aan ADHD. En jongens die aangeven het moeilijk te vinden om goede vrienden te krijgen.” Van den Eijnden wijst erop dat die laatste groep een extra probleem heeft. “Deze jongens zonder goede vriendschappen raken door hun gameverslaving alleen maar meer sociaal geïsoleerd.” 

Hoe pak jij dat aan?

Het Trimbos-instituut lanceert dinsdag 5 april een website die ouders informeert over gamegedrag van jongeren. Op hoepakjijdataan.nl staan adviezen voor hen om het problematisch gamen van hun kinderen te onderkennen en in te perken.

Meer informatie
Persvoorlichting faculteit Sociale Wetenschappen, 030-253 4027, r.a.b.vanveen@uu.nl
B.g.g. Pescommunicatie Universiteit Utrecht, 030-253 3550, perscommunicatie@uu.nl